Voorstel tot actualisering Reglement van Orde aangeboden aan Kamer

Het voorstel bevat een aantal aanpassingen op inhoud en taal. Een aantal artikelen die ingaan op het gedrag van Kamerleden wordt vernieuwd. Zo wordt van leden verwacht dat zij zich in de vergadering gedragen op een wijze die getuigt van onderling respect en wordt bedreigend taalgebruik expliciet verboden.

Verder gaat de Huishoudelijke Commissie (enigszins vergelijkbaar met een dagelijks bestuur) in het nieuwe Reglement Kamerbestuur heten en krijgt het College van Senioren de naam college van fractievoorzitters.

Andere voorgestelde wijzigingen zijn een uitgebreidere regeling over fracties, de introductie van de mogelijkheid te werken met rapporteurs bij complexe wetsvoorstellen of andere onderwerpen, verruiming van de mogelijkheden voor spreektijdbeperking en introductie van een hoofdstuk over Europese aangelegenheden. In het huidige Reglement ontbreekt zo’n hoofdstuk nog.

Als de Kamer met het voorstel instemt, is het straks in principe niet langer toegestaan om al in de eerste termijn van het plenaire debat een motie in te dienen. Het wijzigen en intrekken van moties wordt gemakkelijker en de regering kan ook moties overnemen.

Artikel 72 van de Grondwet bepaalt dat de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal beide een Reglement van Orde dienen vast te stellen. Deze reglementen zijn bindend voor de Kamerleden. De Kamers hebben echter de mogelijkheid van het Reglement van Orde af te wijken indien geen van de leden zich hiertegen verzet en de afwijking niet in strijd is het Statuut van het Koninkrijk, de Grondwet of een andere wet. Het bestaande Reglement van Orde van de Eerste Kamer dateert van 1995.