De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 10 oktober met demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) over de goedkeuringsprocedure om bijzondere bromfietsen op de weg toe te laten en de introductie van een kader voor lichte elektrische voertuigen. De Eerste Kamer stemt dinsdag 24 oktober over het wetsvoorstel en twee moties van senator Van Langen-Visbeek (BBB).
Aan het debat namen twee woordvoerders deel die beiden hun maidenspeech hielden; senator Van Langen-Visbeek van de BBB en senator Thijssen van GroenLinks-PvdA. De laatste sprak ook namens de D66-fractie. De BBB-fractie maakte zich zorgen over een toenemende regeldruk, terwijl niet duidelijk is of het aantal slachtoffers gehalveerd gaat worden. Senator Van Langen-Visbeek: "Je kunt allerhande voorschriften ontwikkelen, maar dat zegt niets over hoe de gebruiker het voertuig gebruikt en de omstandigheden waaronder." Ook voor GroenLinks-PvdA en D66 is de verkeersveiligheid van belang, omdat het steeds drukker wordt op de fietspaden. "Binnen de bebouwde kom wordt het steeds drukker. Met name kwetsbare groepen lopen het grootste risico. Hoe kan de verkeersveiligheid beter worden geborgd?" vroeg senator Thijssen.
Minister Harbers zei dat alles dichtregelen ook niet zijn ambitie is. Hij is op zoek naar meest effectieve maatregelenpakket. Dat zijn we nu aan het doen. dat het kabinet, ook in demissionaire status, verder werkt aan het realiseren van nog meer verkeersveiligheid. Begin volgend jaar komt er bijvoorbeeld een voorstel welke elektrische voertuigen naar het wegvak moeten, in plaats van op het fietspad. De minister zei verder dat bijvoorbeeld de BSO-bus aan zwaardere eisen zal moeten voldoen dan een elektrische step in eigen bezit. Over de breedte zei hij dat smalle voertuigen beter passen op de fietspaden daarom niet breder dan 1 meter. Hij zegde wel toe dat indien de voertuig naar het wegvak moet, er dan wel gekeken kan worden of de maximale breedte naar 1,2 meter kan. Voor gehandicaptenvoertuigen, zoals de duofiets, wordt een apart kader opgesteld.
Senator Van Langen diende twee moties in.
-
-De motie-Van Langen-Visbeek c.s. overweegt dat het voorgestelde LEV-kader (Licht Elektrische Voertuigen) nu van toepassing is op voertuigen vanaf 1 meter, dat hierdoor niet valt uit te sluiten dat ook e-duofietsen, e-rolstoelfietsen enzovoorts onder de wet vallen, dat in België de breedte net is gewijzigd van 1 meter naar 1,2 meter, dat het onwenselijk is dat de kaders binnen Europa teveel verschillen, dat problemen kunnen ontstaan voor kwetsbare verkeersdeelnemers, overwegende dat juist de zwaardere bakfietsen veiliger zijn als ze breder zijn; en verzoekt de regering de voorgestelde voertuigbreedte te wijzigen naar 1,2 meter. Minister Harbers gaf deze motie de waardering 'Oordeel Kamer' mee.
-
-De motie-Van Langen-Visbeek c.s. overweegt dat het voorgestelde LEV-kader nu van toepassing is op voertuigen onder de 50kg, dat de impact van een botsing wordt bepaald door gewicht x snelheid, dat de wet ooit is bedoeld om problemen met zwaardere bakfietsen voor vervoer van personen en goederen te voorkomen, dat de energietransitie juist beoogt om mensen uit de auto te krijgen en op de fiets de step of wat ze maar willen, dat de nu voorgestelde wet daarbij onbedoeld belemmerend kan werken; en verzoekt de regering, alle LEV onder de 50 kg in het toekomstige LEV-kader gelijk te stellen aan elektrische fietsen. Deze motie is door de minister ontraden.
Het wetsvoorstel introduceert in de Wegenverkeerswet 1994 een stelsel van goedkeuring van motorrijtuigen door de Dienst Wegverkeer (RDW) om bijzondere bromfietsen op de markt te mogen aanbieden, in de handel te mogen brengen en op de weg te mogen gebruiken. Een bijzondere bromfiets is een (innovatief) licht en langzaam voertuig met specifieke kenmerken waardoor het geen reguliere bromfiets is, zoals bijvoorbeeld een Segway of een BSO-bus. Hiermee worden de verantwoordelijkheden voor het opstellen van de regels voor de toelating van innovatieve motorrijtuigen, door de minister, gescheiden van de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming over een aangevraagde toelating van motorrijtuigen door de RDW.
Met dit voorstel worden, vooruitlopend op de invoering van een kader voor lichte elektrische voertuigen (LEV-kader), regels aan de Wegenverkeerswet 1994 toegevoegd om het mogelijk te maken om lichte elektrische voertuigen toe te laten op de weg. Het LEV-kader zal voor verschillende categorieën eisen gaan stellen aan het voertuig, de gebruiker en de inpassing in het bestaande verkeer. Het kader ziet op voertuigen zoals elektrische steps en relatief zwaardere en grotere (bak)fietsen met trapondersteuning, bedoeld voor personen- of goederenvervoer. Ook de fietsen met trapondersteuning, de elektrische fietsen, voor individueel gebruik vallen onder het LEV-kader.
Deel dit item: