De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 12 maart met demissionair minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en demissionair minister Van der Wal-Zeggelink voor Natuur en Stikstof over de begroting voor 2024. De begroting gaat over de uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van het Diergezondheidsfonds over 2024. Het debat ging onder meer over het landbouwbeleid, natuurbescherming en daarmee samenhangend de aanpak van stikstof. Op dinsdag 19 maart stemt de Eerste Kamer over de begroting en de ingediende moties.
BBB: stoppen met stikstofwaanzin
Senator Oplaat sprak namens de BBB. Hij stelde dat de Nederlandse landbouwsector zich wereldwijd onderscheidt door een combinatie van vruchtbare grond, goede boeren, kennis en innovatie. De BBB-fractie maakt bij het gevoerde beleid van de ministers onderscheid tussen idealisme en moraliteit in het gevoerde beleid. Idealisme verbouwt geen graan en bakt geen brood om de monden van de wereld te voeden. Minder voedsel produceren is naïef en gevaarlijk, zeker met het oog op de toenemende wereldbevolking. Moraliteit biedt daarentegen voedselzekerheid. De BBB-fractie vraagt de minister dan ook om een voedselstrategie, waarin voedselproductie in ons deel van de wereld als geopolitiek instrument moet worden betrokken in relatie tot landen als China.
De voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties roept landen op tot meer produceren van vlees en zuivel. Dit wordt in Nederland tegengewerkt door de plussen die bovenop Europees beleid worden gezet. We zijn strenger voor de boeren in Nederland dan elders in Europa. Nederlandse boeren ontbreekt het aan perspectief, onder meer doordat de vergunningverlening op slot zit. Stikstofdoelen zijn onhaalbaar door onrealistische normen. Bij de planning voor natuurbescherming ontbreekt het aan een nulmeting, zodat we niet kunnen weten of natuur voor- of achteruitgaat. Ook zijn data in de NDFF-databank niet openbaar op basis waarvan natuurbeleid wordt geformuleerd. De hoop is gevestigd op een nieuw kabinet dat de regeldruk en kosten voor bijvoorbeeld toezicht voor ondernemers omlaag zal brengen. Politieke keuzes hebben Nederland namelijk in de nesten gewerkt. De BBB-fractie vindt dan ook dat Nederland geen stikstofprobleem heeft, maar een stikstofwetprobleem en roept de bewindspersonen op te stoppen met de stikstofwaanzin.
GroenLinks-PvdA: biedt boeren perspectief bij biologische omschakeling
Het evenwicht tussen landbouw en natuurbeheer is nog steeds ver te zoeken, terwijl beide nauw aan elkaar verbonden zijn, aldus senator Kluit. Zij sprak mede namens de fractie van Volt. Biologisch boeren is de oplossing om de sector weer langjarig perspectief te bieden, vooral aan jonge agrariërs. Stilstand is achteruitgang, zowel voor boeren als voor de natuur. Zolang boeren geen perspectief wordt geboden, zal het wantrouwen blijven. Wantrouwen bij de boeren zelf en in de samenleving. Die zit namelijk niet te wachten op het zoveelste schandaal in de voedselketen. De fractie van GroenLinks-PvdA vraagt dan ook om goede handhaving bij overtredingen op het gebeid van milieu, dierenwelzijn en arbeid. Goed toezicht vergroot het vertrouwen in de sector.
Dat biologisch en diervriendelijk boeren goed mogelijk is, bewijzen andere Europese landen. We maken te veel ruimte in Nederland voor veeteelt. De fractie van GroenLinks-PvdA pleit voor een Europees toekomstige landbouwmodel. Er moet meer aandacht komen voor de koplopers binnen de sector, maar ook voor de kwalijke rol die leveranciers en afnemers hebben. De omschakeling naar biologische landbouw kost geld en dat zou de overheid met subsidies moeten stimuleren. De fractie van GroenLinks-PvdA vraagt de ministers naar concrete plannen voor natuurbeheer en landbouw voor Prinsjesdag en niet te wachten op de huidige formatie. De plannen uit het Landbouwakkoord waar geen discussie over bestaat, zouden de ministers wat de fractie van GroenLinks-PvdA betreft gewoon kunnen uitvoeren.
PvdD: schapenhouders schapen beter laten beschermen tegen wolf
Senator Visseren-Hamakers benadrukte dat vormgeven aan de relatie tussen mens en andere soorten de drijfveer is voor de inbreng in dit debat. Volgens de fractie van PvdD is het Nederlandse model voor de intensieve veehouderij failliet. De winsten zijn voor de grote agrarische ondernemingen, de kosten voor de samenleving. Het polderen over oplossing van de problemen van de landbouwsector lost niets op. Een biologische landbouwsector met korte ketens is de toekomst. De PvdD-fractie vraagt om uitfasering van de oude landbouwsector door de vervuiler mee te laten betalen aan de transitie naar biologische landbouw. Nu is het te veel wortel en te weinig stok.
De PvdD-fractie kijkt met trots naar de terugkeer van de wolf in Nederland. De fractie wijst erop dat schapen en wolven weldegelijk beter naast elkaar kunnen bestaan. Niet de wolven zijn het probleem, maar de schapenhouders. Zij zijn namelijk verplicht schapen te beschermen tegen roofdieren. De PvdD-fractie pleit er dan ook voor dat de minister erop toeziet dat de schapenhouders uiterlijk medio 2025 hun schapen beschermen met wolfwerende hekken. De fractie spreekt verder de zorg uit over het vervallen van de verplichte etikettering van genetisch gemodificeerde ingrediënten in voedsel, de zogenoemde categorie 1-producten. Tot slot is er aandacht voor de het aantal dierproeven, dat maar niet omlaag wordt gebracht. Voorgesteld wordt om op bachelor- en masteropleidingen dierproeven te gaan verbieden. In totaal dient de PvdD-fractie vijf moties in (zie hierboven). Verder maakt de PvdD-fractie tijdens het debat bezwaar tegen de verdeling van het woordvoerderschap binnen de BBB-fractie, gezien de nevenfuncties van de woordvoerder in de vleesverwerkende sector.
FVD: natuur boert goed, stikstof is geen probleem
Het gaat uitstekend met de natuur, zo stelde FVD-senator Dessing. Van de Natura 2000-gebieden blijkt 80 procent in goede staat te verkeren. Toch ruimt het kabinet 25 miljard euro in voor rampzalige en ineffectieve maatregelen. Dit geld verdient een beter doel, bijvoorbeeld als compensatie voor de gestegen energiekosten. Uit diverse onderzoeken trekt de fractie de conclusie dat het stikstofbeleid ernstige gebreken vertoont, doordat gehanteerde normen niet deugen. Stikstof blijkt volgens de fractie namelijk in slechts 7 procent van de gevallen de boosdoener. De natuur is in beweging en zal dat altijd blijven. De fractie is tegen wat zij een ‘tekentafelnatuur’ noemt. Stikstof wordt ten onrechte als een vergif neergezet, terwijl het gewoon een voedingsstof is voor de natuur. De FVD-fractie vraagt zich dan ook af waarom Nederland op z’n kop wordt gezet, doordat boeren hun levenswerk wordt afgenomen.
CDA: geloofwaardig perspectief voor boeren en natuur
Senator Prins stelde – mede namens de OPNL-fractie - dat de boeren snakken naar perspectief. Alleen zo creëer je draagvlak voor overheidsbeleid bij de stakeholders. Bijzondere aandacht heeft de CDA-fractie voor de situatie van de PAS-melders (Programma Aanpak Stikstof). Door toedoen van de overheid zijn deze boeren nu in de problemen gekomen, een situatie vergelijkbaar met die van de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen. Deze situatie voelt niet rechtvaardig.
De CDA-fractie is kritisch op de 1,28 miljard euro die de ministers beschikbaar stellen voor de verbetering van de natuur en het bieden van perspectief aan de boeren. Ze noemt het bedrag een fooitje, waardoor een integrale aanpak van de problemen door de provincies nauwelijks mogelijk is. Ook de Algemene Rekenkamer benoemt de onderuitputting van de bestaande budgetten en het uitblijven van groei in de biologische landbouw. De CDA-fractie verwacht dan ook stevige en voortvarende voorstellen om boeren en natuur in Nederland een geloofwaardig wenkend perspectief te geven.
SP: radicale koerswijziging voor een betere boterham voor boeren
Nederland behoort tot wereldtop als het om landbouw gaat, zo betoogde senator Van Aelst-den Uijl namens de SP-fractie. Keerzijde is dat deze sector gedomineerd wordt door grote internationale bedrijven. Schaalvergroting en intensivering hebben tot tal van problemen geleid voor boeren en hun omgeving. Familiebedrijven delven het onderspit. Hun inkomen ligt volgens de SP-fractie onder de armoedegrens. Ook wordt gevraagd wanneer er stikstofruimte komt voor de PAS-melders.
De SP-fractie pleit ervoor over te stappen van grootschalige intensieve landbouw op gezinsbedrijven, met meer oog voor milieu, natuur en landschap en stevig ingebed in de lokale samenleving. Dit vraagt een radicale koerswijziging om te komen tot alternatieve vormen, zoals boerenlandbouw, biologische en natuurinclusieve landbouw, permacultuur, voedselbossen en stadslandbouw.
Reactie ministers Adema en Van der Wal-Zeggelink
Minister Adema noemt de Nederlandse landbouwsector van wereldklasse. De behoefte aan onze kennis en innovaties is wereldwijd groot, onze infrastructuur wereldvermaard. We voeden vele monden in de wereld dankzij onze productie, maar dankzij zaadveredeling en pootgoed. Tegelijk lopen we tegen grenzen aan en moeten we verduurzamen. Helaas zonder Landbouwakkoord, maar wel met boeren. Zij zijn namelijk niet het probleem, maar de oplossing, aldus de minister. De krimp van de veestapel is geen doel op zich, maar een gevolg van beleid. De minister noemde verder de ontwikkeling van zogenoemde renewers – waarbij van dierlijke mest kunstmest wordt gemaakt - een van de innovaties die verduurzaming gaat vormgeven.
Tegelijk wees de minister op de verantwoordelijkheid van marktpartijen. Consumenten zijn gewend geraakt aan goedkoop voedsel. De groei van biologische landbouw blijft mede daardoor achter bij de doelstelling. Een publiekscampagne moet het grote publiek beter voorlichten over het belang van biologische producten.
De minister ging in op nieuwe technieken om landbouwgewassen te verbeteren. Hij zegde op verzoek van de PvdD-fractie een reactie toe op het rapport van de COGEM over de wetenschappelijke onderbouwing van het EU-besluit over genetisch gemodificeerde organismen. Daarbij zal onder meer worden gekeken naar de zorgen van de biologische sector en ook het onderwerp van octrooibescherming van kleine veredelaars.
Over het toezicht meldde de minister dat er fors is geïnvesteerd in de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Het toezicht is daarmee formatief uitgebreid, risicogericht van opzet en heeft oog voor innovaties. De minister kondigde een visitatie aan van de uitvoering van het toezicht door de NVWA.
Tot slot meldde de minister dat dierproeven nodig blijven voor bijvoorbeeld medicijnontwikkeling. De speelruimte om dierproeven te verbieden si in Europees verband niet groot. Hij benadrukte het belang van alternatieven voor dierproeven, maar erkende dat deze nog onvoldoende beschikbaar zijn en dat deze – ook voor het onderwijs – nodig blijven.
Minister Van der Wal-Zeggelink ging in op een alternatieve drempelwaarde voor stikstofberekening. Provincies bestuderen momenteel de onderbouwing van de ondergrens en aan de Raad van State zal hierover voorlichting worden gevraagd. Een andere ondergrens leidt echter niet minder stikstof in Nederland, daarvoor blijven aanvullende maatregelen nodig.
De problematiek van de PAS-melders noemde minister wrang en frustrerend, omdat mogelijke oplossingen steeds vastlopen in wet- en regelgeving. De minister blijft zich maximaal inzetten voor juridisch houdbare oplossingen voor dit probleem.
Op het voorstel van senator Oplaat om niet langer met AERIUS-model, maar met het Lotos-model de neerslag van stikstof te berekenen, reageerde de minister dat beide modellen niet meer dan hulpmiddelen zijn. Aan de feitelijke stikstofneerslag – en de te nemen maatregelen - verandert een ander rekenmodel niets.
De minister kondigde aan dat de uitkoopregeling voor boeren wordt verlengd tot en met 2024. Dit geeft boeren die willen stoppen alsook gemeenten die bestemmingsplannen moeten wijzigen meer armslag om de juiste beslissing te kunnen nemen.
Ook zegde de minister toe dat de NDFF-databank openbaar toegankelijk zal worden gemaakt. De minister maakte daarbij een uitzondering voor persoonsgevoelige informatie en informatie die achtergehouden moet worden om schade aan kwatsbare natuur te voorkomen.
Wat de bescherming van wolf en schapen betreft stelde de minister dat in overleg met provincies en natuur- en landbouworganisaties een norm wordt ingevuld over wat afdoende bescherming is voor wolf en schapen. Deze norm is naar verwachting voor de zomer klaar en zal na een juridische toets worden gedeeld met de Kamer.
Tot slot ging de minister in op de Natuurherstelverordening van de EU. Het Nederlandse kabinet heeft hard onderhandeld en veel punten binnengehaald. Dan past het als lidstaat om met het eindresultaat in te stemmen. Een ruime meerderheid – waaronder zijzelf als Tweede Kamerlid – heeft het kabinet echter opgeroepen niet met de verordening in te stemmen. Mocht de verordening toch worden aangenomen, dan is de opgave voor Nederland fors en zal er binnen twee jaar een stevig natuurherstelplan gepresenteerd moeten worden.
Beide ministers reageerden nog tot slot op de tijdens het debat ingediende moties. Zij raden deze moties af.
Deel dit item: