Verslag van de vergadering van 18 maart 2014 (2013/2014 nr. 23)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.04 uur
De heer Backer i (D66):
Voorzitter. D66 doet ook zelf aan innovatie, zodat we in tweede termijn ook jong talent een kans geven om iets bij te dragen aan het debat. Ik vervang collega Van Boxtel. Ik wou niet inhoudelijk diep hierop ingaan, dat zou ook niet gepast zijn. Wij vonden het onhoffelijk om de bewindslieden niet te danken voor de gedegen behandeling. In het bijzonder heb ik de bijdrage van minister Kamp herkend, zoals altijd, als uiterst gedegen en ook gedreven. Van de bijdrage van staatssecretaris Dekker zal ik elk geval aan de heer Van Boxtel het Ajaxmodel overdragen. Dat zal hem aanspreken. Ik heb ook begrepen dat er over het sociaal leenstelsel kan worden gesproken en dat wij elkaar daar nog een keer in terugzien. Ik denk dat de discussie met de SP over het al dan niet steun verlenen aan bedrijven nog zal worden voortgezet.
De heer Postema i (PvdA):
De D66-fractie er heeft een lans voor gebroken om de opbrengst van het sociaal leenstelsel terug te laten vloeien naar het hoger onderwijs. Die toezegging heeft de woordvoerder proberen los te krijgen van de bewindslieden. Is het daarbij ook een toezegging van de D66-fractie dat op het moment dat die gelden inderdaad 100% naar het hoger onderwijs vloeien, D66 meegaat in het sociaal leenstelsel? Dat zou uw partij sieren, mijnheer Backer.
De heer Backer (D66):
Ik denk dat dit niet de juiste plek is en ook niet het juiste moment.
De heer Postema (PvdA):
U begint het debat daarover zelf.
De heer Backer (D66):
Nou, dat zou ik niet willen zeggen. Ik spreek vanuit het adagium van de hoffelijkheid. De staatssecretaris heeft dit punt opgebracht. De heer Van Boxtel heeft gevraagd of er extra gelden zijn. Die staatssecretaris heeft die ingekopt, waarbij hij het gelijk koppelde aan het sociaal leenstelsel. Hij heeft de uitnodiging, die natuurlijk in eerste instantie aan de overkant ligt, om daarover te spreken ook hier herhaald. Ik kan daar natuurlijk niet over gaan speculeren. Dat is niet aan mij.
De heer Postema (PvdA):
Ik wil niet al te zuur over overkomen, maar ik vind het toch verwonderlijk dat u als fractie uit bent op een toezegging daaromtrent van het kabinet en dat u, als ik uw fractie vraag om kleur te bekennen, zegt dat het nu niet aan de orde is. Dat wilde ik toch even gezegd hebben.
De heer Backer (D66):
Ik hoor wat u zegt. Voorzitter, ik wil mijn bijdrage hiertoe beperken.