Verslag van de vergadering van 3 juni 2014 (2013/2014 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.53 uur
Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie is voorstander van de wettelijke mogelijkheid van het huwelijk tussen personen van gelijk geslacht. Vaststaat ook dat in elke gemeente in Nederland de mogelijkheid bestaat om een wettelijk huwelijk te sluiten. Daarover gaat dit voorstel niet. Het gaat over de manier waarop gemeenten met ambtenaren omgaan die vanuit een andere visie op het huwelijk gewetensbezwaren hebben tegen de voltrekking van genoemde huwelijken. Het gaat dus om de manier waarop de rechtsstaat in een pluralistische samenleving moet omgaan met gewetensbezwaarde ambtenaren. Voor mijn fractie was bij de beoordeling van dit wetsvoorstel van belang dat zich op dit terrein geen enkel probleem heeft voorgedaan. Mijn fractie is geen voorstander van wetgeving voor niet bestaande problemen, op welk terrein dan ook. Het is bovendien niet eerder voorgekomen dat door een wetswijziging een groep personen wegens een overtuiging categorisch wordt uitgesloten van een functie.
Voor mijn fractie zijn er nog drie doorslaggevende bezwaren. Ten eerste zijn de benoemingsvereisten die dit wetsvoorstel introduceert ook van toepassing op de zogenoemde babs-voor-één-dag.
De voorzitter:
Mevrouw van Bijsterveld, een stemverklaring is meestal kort.
Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):
Wat volgt, is nog heel kort.
De toezegging om dit via een uitvoeringsinstructie te verzachten en niet via een wetswijziging, vindt mijn fractie niet voldoende. Dat er op termijn nog eens gekeken wordt naar de extra inperking van de toetsingsmogelijkheid van de rechter waardoor eventuele maatregelen tegen gewetensbezwaarde ambtenaren niet ten volle getoetst kunnen worden, komt hieraan niet tegemoet. Dat ten tweede. Ten derde is het wetsvoorstel ook van toepassing op zittende ambtenaren van de burgerlijke stand. Mijn fractie acht dat onjuist. Daarom zal mijn fractie in meerderheid tegen dit voorstel stemmen.
De voorzitter:
Wensen andere leden het woord te voeren? Dat blijkt niet het geval.