Plenair Gerkens bij voortzetting behandeling Afschaffing van de verplichte maatschappelijke stage



Verslag van de vergadering van 10 juni 2014 (2013/2014 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.27 uur


Mevrouw Gerkens i (SP):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. Een aantal punten die hij genoemd heeft en waarover we elkaar in zijn termijn gesproken hebben, laat ik terugkomen.

Eerst ga ik in op het convenant op regionaal niveau en de studie van Movisie waarover ik sprak. Deze studie stamt overigens uit juni 2011 en heet "Maatschappelijke stage; Maakt bekend bemind?" Juist in dit onderzoek wordt gesteld dat als je een convenant op regionaal niveau maakt en dus regionaal samenwerkt in de stages, het van groot belang is om een gezamenlijke visie te formuleren en van daaruit uitgangspunten te formuleren. De behoefte aan een gestructureerde uitvoering is er, net als de behoefte aan het in lijn brengen van vraag en aanbod, en aan communicatie en afstemming tussen in- en externe betrokkenen bij die maatschappelijke stage. Het gaat natuurlijk een stuk moelijker als de ene school dit wel doet en de andere een beetje. Daar zal immers een verschillende visie achter zitten.

Het tweede punt waarop de staatssecretaris inging, is of het organiseren van een stage nou zoveel duurder moet zijn dan het lesgeven. Ik voel dat er op dat punt toch wat irritatie is. De staatssecretaris zegt eigenlijk dat de kosten geen probleem kunnen zijn. Er gaat immers meer geld naar het onderwijs en zo duur hoeft het organiseren van zo'n stage niet te zijn. De opstartfase is voorbij en dus kan het er allemaal wel vanaf.

Ik verwees in mijn eerste termijn naar de roefeldag. Ik heb de roefeldag zelf vele malen mogen helpen organiseren in de tijd waarin ik nog actief was in het jongerenwerk. Wij namen namelijk de organisatie daarvan op ons. Het is inderdaad zo dat je binnen het jongerenwerk allerlei andere, niet-reguliere activiteiten organiseert. Ik kan zeggen dat het echt een hell of a job was om die roefeldag te organiseren. Het vraagt namelijk heel veel om met stageplekken contacten te onderhouden. Mensen vallen af, er zijn slechte ervaringen of er gaat eens een keer iets verkeerd met een leerling. Dat moet je dan weer rechtbreien. Afspraken blijken niet goed gevallen te zijn of blijken onduidelijk. Het is gewoon heel veel werk en het kost inderdaad ook meer dan de onderwijstijd die ervoor staat.

We schaffen iets af wat op alle fronten succesvol is. Inderdaad: de roep daarom is gekoppeld aan de financiën. De financiering komt nu terecht in de lumpsum. Dat betekent dat dit geld ook aan andere zaken uitgegeven kan worden. Bij de lumpsum wordt natuurlijk naar de leerdoelen gekeken en naar of deze allemaal bereikt worden. Daarbij moet je keuzes maken. Ik weet dat de scholen het water nu al aan de lippen staat. Ik vind de stelling dat er meer geld naar de scholen komt dus niet helemaal juist. Ik denk dat er eindelijk wat water komt om de branden mee te blussen. Het geld zal bijvoorbeeld veel sneller naar de looncompensatie gaan. Zolang er dus geen concrete financiering is, zal ook het animo afnemen om de maatschappelijke stage te organiseren. De stage kost namelijk veel tijd en geld. Als men dan een afweging moet maken, zal dat geld hard nodig blijken op andere plekken. De suggestie dat er meer geld beschikbaar is voor het onderwijs en dat dit geld het zal oplossen, klopt niet.

Dat brengt mij terug bij de leerdoelen. Het invullen van het burgerschap in het onderwijs draait om drie punten. Het eerste is democratie. Dat punt hoef ik niet uitleggen. Het tweede is participatie. Daarbij gaat het om kennis over basiswaarden en de mogelijkheden van inspraak. Het derde is identiteit. In het kort is daarbij de vraag: voor welke waarden sta ik?

Ik ben het met mevrouw De Vries eens dat met een rondleiding van ProDemos ook wordt voldaan aan de leerdoelen. De maatschappelijke stage gaf echter iets extra's. De stage gaat om meer dan het burgerschap in het onderwijs brengen. Ze levert een connectie op tussen de jeugd en de samenleving. Ze levert meer begrip voor de samenleving op. Ze is veel breder. Ik vind dus ook echt dat we hiermee iets heel waardevols afschaffen. Burgerschap in het onderwijs is veel smaller dan het rendement dat de maatschappelijke stage oplevert. Het afschaffen van de verplichte stage zonder daarbij financiën te oormerken, betekent echt dat we kapitaal aan het vernietigen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat wij door monitoring over een aantal jaren zullen zien dat het aantal maatschappelijke stages is afgenomen.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Heeft mevrouw Gerkens nu zo weinig vertrouwen in scholen en docenten dat ze denkt dat zij met een excursietje aan hun pedagogisch-maatschappelijke opdracht zullen voldoen? Denkt zij niet dat men er juist in het onderwijs op gericht is, steeds meer zelfs, om jongeren voor te bereiden op het leven in de samenleving, op democratie, participatie en identiteit, en dat het onderwijs dus allerlei vormen zal vinden om dat te doen? Denkt zij niet dat het dat al doet, blijft doen en steeds zal doen, zonder dat het daar een verplichting voor nodig heeft?

Mevrouw Gerkens (SP):

Natuurlijk heb ik dat vertrouwen in scholen. Ik wil ook helemaal niets afdoen aan de rondleiding door ProDemos, want die is heel leerzaam en er gebeurt heel veel. ProDemos doet dat erg goed. De vraag is echter een andere. Een school moet straks binnen de financiering kiezen tussen twee mogelijkheden. De eerste is de maatschappelijke stage, die veel meer geld, tijd en moeite kost en die veel meer betekent dan alleen voldoen aan de burgerschapsleerdoelen. De tweede is om te voldoen aan die leerdoelen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat er voldoende leraren zijn, of dat er in ieder geval budget is om die leraren van te betalen. Ik denk dan dat de keuze voor die tweede optie heel snel gemaakt is.

Het afschaffen van de verplichting is niet het grootste pijnpunt hier. Dat is namelijk het feit dat de financiering wegvalt en dat deze in een lumpsum terechtkomt. Dat is ook de reden waarom scholen zeggen dat ze niet weten of ze wel door zullen gaan. Ze hebben het geld niet. Ik vind het heel spijtig dat ook GroenLinks daar straks mee gaat instemmen.