Plenair Nagel bij behandeling Verslag tijdelijke commissie GRECO-rapport



Verslag van de vergadering van 17 juni 2014 (2013/2014 nr. 34)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.15 uur


De heer Nagel i (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. De fractie 50PLUS kan zich op hoofdlijnen vinden in de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de tijdelijke commissie GRECO-rapport. Daardoor kunnen wij volstaan met speciaal het punt deeltijdfunctie van het Eerste Kamerlidmaatschap nog eens te belichten.

Onomstreden is het feit dat het toegejuicht wordt als Eerste Kamerleden ook professioneel contacten in het maatschappelijk leven onderhouden. Dat dient gepaard te gaan met meer openbaarheid over de belangen van senatoren, zo stelt de commissie. Verder is het voor onze fractie een interessant punt om de discussie te openen over twee vragen: kan en mag het totale inkomen van een Eerste Kamerlid aan een bovengrens gebonden worden en zijn er grenzen aan de hoeveelheid andere betaalde functies die een Eerste Kamerlid kan vervullen?

Vooropgesteld en met grote nadruk dat de fractie 50PLUS deze vragen principieel benadert en niet het oog gericht heeft op bepaalde leden of vroegere leden van dit huis. Het gaat ons nadrukkelijk om het principe. En ook beseffen we heel goed dat wij geen zeggenschap hebben over hoe bepaalde functies in de commerciële wereld worden gehonoreerd. Toch willen wij dit punt vanuit een bepaalde invalshoek benaderen. Stel een Eerste Kamerlid verdient elders €400.000 of €500.000 per jaar naast de vergoeding voor het Eerste Kamerlidmaatschap. En laten we er van uitgaan dat hij dat Kamerlidmaatschap goed vervult en er vanwege vergaderingen en andere zaken gemiddeld anderhalf à twee dagen per week aan besteedt. Dan zou dit Kamerlid met drie dagen in de week op basis van een volledige werkweek een jaarsalaris of inkomsten hebben van 7 à 9 ton. En dat geeft op zijn minst een bepaald gevoel als je kijkt naar de onzes inziens redelijke beloningen en de voorbeeldfunctie die volksvertegenwoordigers toch hebben. Natuurlijk kennen wij het argument dat het bedrijfsleven nu eenmaal andere normen kent en dat we ook met de beloningen, zoals die in het buitenland bestaan, rekening moeten houden en dat de publieke functie in de Eerste Kamer slechts een beperkte deeltijd vergt. Maar in Nederland kennen we al de balkenendenorm, die gehanteerd wordt in de publieke sector en waarbij iedereen zijn blikken richt op bijvoorbeeld de publieke omroep.

Ten slotte nog een opmerking over iets wat al een aantal keren hier is opgevoerd, onder andere door de leden Van Boxtel en Barth. Daarbij is gewezen op het feit dat als er akkoorden worden gesloten in de Tweede Kamer, de fracties in de Eerste Kamer daar niet gebonden aan zijn. Mijn gezond verstand zegt me dat die akkoorden in de Tweede Kamer helemaal niet hoeven te worden gesloten omdat twee partijen daar een ruime meerderheid hebben. Die akkoorden worden gesloten omdat er geen meerderheid in de Eerste Kamer is. Daar worden andere diensten, politieke tegemoetkomingen tegenover gesteld, maar dat wordt niet zomaar gedaan. Nee, dat wordt gedaan om de zekerheid te hebben dat die wetten er ook in de Eerste Kamer doorkomen. Zo vatten de media het op, zo vat het publiek het op en mijns inziens is dat ook zo.