Verslag van de vergadering van 17 juni 2014 (2013/2014 nr. 34)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 14.28 uur
Mevrouw Vos i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank u voor het woord en ik dank de commissie voor haar degelijke en buitengewoon zorgvuldige werk. Naar mijn mening is het van belang dat wij als Kamer dit GRECO-rapport serieus nemen en dat goed wordt overwogen op welke manier de aanbevelingen van het GRECO-rapport kunnen leiden tot activiteiten en maatregelen in de Eerste Kamer. Daarvoor dus zeer veel dank.
De commissie heeft naar mijn idee terecht gezegd: we moeten dit rapport van de Raad van Europa, het GRECO-rapport, bekijken in het licht van een aantal belangrijke uitgangspunten die voor de Eerste Kamer van belang zijn, dus in de context van de Eerste Kamer. Mijn voorgangers in dit debat hebben er al op gewezen dat het natuurlijk cruciaal is om te beschouwen dat het lidmaatschap van de Eerste Kamer een deeltijdfunctie is. Leden van de Eerste Kamer vervullen daarnaast nog een of meer andere maatschappelijke taken. Juist het gegeven dat je daarnaast op andere plekken in de samenleving actief bent, betaald of onbetaald, in welke vorm dan ook, geeft een bijzondere meerwaarde aan het lidmaatschap van de Eerste Kamer. Daardoor sta je midden in de samenleving en kun je met de kennis en ervaring die je elders opdoet wetsvoorstellen beoordelen. Dat heeft een bijzondere meerwaarde, ook in vergelijking tot de collega's die in de Tweede Kamer hun rol vervullen.
Tevens stelt de commissie terecht dat het dan wel zaak is om goed in de gaten te houden in hoeverre dit kwetsbaarheden oplevert, zoals mogelijke belangenverstrengeling en dubbele petten of de schijn daarvan, en om met elkaar daarover te spreken. De commissie zegt: sta daar regelmatig bij stil. Wij vinden dat belangrijk. Wij onderschrijven ook de aanbeveling van de commissie om dit aan de orde te stellen en een structurele reflectie in te vullen, zowel binnen de Eerste Kamer als geheel als binnen de fracties.
Het GRECO-rapport bevat een viertal aanbevelingen, te weten over de noodzaak van openbare gedragscodes, over meer en meer gedetailleerde openbaarheid over de belangen van de diverse leden, over een effectief systeem van toezicht en handhaving en over maatregelen om het bewustzijn over integriteit te verhogen. Wij vinden het interessant dat de GRECO constateert dat het Nederlandse systeem voor preventie van integriteitsschendingen onder parlementariërs weinig formele regels kent en voor een groot deel is gebaseerd op openheid, wederzijds vertrouwen en publieke controle. Dit systeem blijkt behoorlijk effectief te zijn en het publieke vertrouwen in de integriteit van parlementariërs is in Nederland aanzienlijk hoger dan in een aantal andere lidstaten. Dit is een belangrijk winstpunt van de situatie waarin wij op dit moment in onze parlementen met het onderwerp "integriteit" omgaan. De commissie ziet dit dan ook als bevestiging van haar idee dat integriteit niet alleen een kwestie is van regels, maar juist ook een kwestie van cultuur, van de juiste houding en de juiste mentaliteit. Mijn fractie onderschrijft dit van harte.
Daarnaast constateren wij met de commissie dat de GRECO aangeeft dat op een aantal punten aanscherping nodig is en verbeteringen kunnen worden aangebracht. De tijdelijke commissie beveelt aan om de aanbevelingen van de GRECO op deze vier hoofdpunten te verwerken in onze parlementaire omgang en onze parlementaire afspraken. Zij zegt onder meer: verwerk het in een apart hoofdstuk van het Reglement van Orde over integriteit. Ook zegt de commissie — dat steunen wij ook — dat het Reglement van Orde niet alles zal kunnen regelen en dat fracties aanvullende leidraden zullen moeten opstellen. De commissie zegt dan ook: fracties, ga inventariseren welke afspraken u hebt over integriteit, of deze voldoende kenbaar zijn, ook buiten uw fractie of buiten de Kamer, leg deze afspraken schriftelijk vast en zorg ervoor dat ook het publiek weet dat u die afspraken hebt gemaakt. Wij vinden dat een belangrijke aanbeveling. Dat betekent dat er echt werk aan de winkel is voor alle fracties in deze Kamer.
Ik wil nog een aantal woorden wijden aan de wijze waarop de commissie de aanbevelingen van de GRECO heeft verwerkt in aanbevelingen voor deze Kamer. Ze zegt allereerst, wat wij van harte steunen, dat het Reglement van Orde moet worden uitgebreid met bepalingen over belangenconflicten, over registratie van geschenken en reizen zoals nu in de Tweede Kamer gebeurt, over meer gedetailleerde informatie over de functies die leden vervullen naast het lidmaatschap van de Eerste Kamer en over het omgaan met vertrouwelijke informatie. Ons lijkt dat zeer zinnig. Ook daar is dus werk aan de winkel voor deze Kamer.
Wij zijn het ermee eens dat een volledig uniforme gedragscode voor alle Eerste Kamerleden haar doel voorbijschiet; ik heb er net al iets over gezegd. Wij steunen zeker het idee van de commissie dat het gaat om morele oordelen over persoonlijke belangen en dat die kunnen veranderen in de tijd. Het is met name belangrijk om voortdurend een debat te voeren over hoe wat je buiten de Kamer doet zich verhoudt tot wat je binnen de Kamer doet en hoe je hier je standpunten inbrengt en je oordelen velt over wetsvoorstellen. Wij vinden het dan ook heel goed om per zittingsperiode minstens één vergadering van het College van Senioren volledig aan integriteit te wijden. Wat ons betreft, moet dit dan wel een substantiële vergadering zijn. Dit behandel je niet in een kwartier of een halfuur, maar hier moet tijd voor worden uitgetrokken. Wij vinden het belangrijk dat de verschillende aanbevelingen en ook de activiteiten van de fracties aan de orde komen in deze vergadering.
Wat het onderwerp "belangenconflicten" betreft, zijn wij het met de commissie eens dat er geen aanleiding is om comptabiliteiten aan te scherpen voor leden van de Eerste Kamer. Wij zijn het ook met de commissie eens dat het niet gewenst is dat Eerste Kamerleden worden verplicht om het inkomen dat zij naast het lidmaatschap van de Eerste Kamer hebben ook openbaar te maken, omdat dat niet zou passen bij het gegeven dat wij hier een deeltijdfunctie uitoefenen.
Wij hebben een vraag over het lobbyregister. Wij begrijpen heel goed de overwegingen van de commissie op dit punt, maar zouden er toch nog eens verder over willen spreken. Is er niet toch na te denken over een zekere vorm van een lobbyregister? Dat zou wellicht een onderwerp kunnen zijn in die vergadering van het College van Senioren die gepland zal worden.
Wij vinden het goed dat ook op het punt van openbaarmaking een aantal dingen wordt aangescherpt, onder meer ten aanzien van de adviesfuncties die leden vervullen, zodat duidelijker wordt wat een functie precies inhoudt. Dat lijkt ons zeer zinvol.
Ten aanzien van toezicht en handhaving ...
De voorzitter:
Mag ik u vragen zo langzamerhand af te ronden, mevrouw Vos?
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Ik moet afronden en dat ga ik ook doen.
Wij kunnen ook de voorstellen van de commissie steunen ten aanzien van toezicht en handhaving.
Ik heb nog een vraag over de bewustwording. De commissie doet geen concreet voorstel naar aanleiding van het idee in het GRECO-rapport over een training in het omgaan met integriteit. Zou het niet toch zinvol zijn om zo'n training aan te bieden, bijvoorbeeld in de introductiebijeenkomst voor de nieuwe Eerste Kamerleden, en te vragen of men daar behoefte aan heeft? Het is nu op zich vrij normaal om dat soort trainingen te doen, bijvoorbeeld in gemeenteraden. Dat wil ik de commissie in overweging geven.
Ik sluit af. Wij zijn zeer te spreken over dit rapport. Wij zouden het iets meer handen en voeten willen geven. Ik heb daar een aantal dingen over gezegd en vraag uitdrukkelijk aandacht voor een gedegen en stevige jaarlijkse bespreking in het College van Senioren over de verschillende onderwerpen die de commissie in haar rapport naar voren brengt.