Plenair Strik bij voortzetting behandeling Privacy en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten



Verslag van de vergadering van 23 september 2014 (2014/2015 nr. 1)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.46 uur


Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik begon mijn inbreng in eerste termijn met een herinnering aan ECHELON, waardoor we destijds opgeschrikt werden, en met het feit dat we toch enigszins teleurgesteld waren over de lauwe reactie van de regering op dat moment. Mijn vraag was of we het nu heel anders gaan doen. Nu ik de eerste termijn van de bewindslieden heb gehoord, denk ik dat we het voorlopig niet anders doen. Ik denk dat er echt meer zal moeten gebeuren om ervoor te zorgen dat de regering dat gevoel van urgentie krijgt, uitstraalt en omzet in succesvolle stappen om meer grip te krijgen op de technologische ontwikkelingen, ervoor te zorgen dat de wetgeving daarop is aangepast en niet almaar amechtig achter de ontwikkelingen aan te hobbelen.

Natuurlijk, er wordt gezegd dat we grondrechten hebben, dat hier wat over in de Grondwet staat, dat dit af en toe wordt aangepast en dat in de Wiv allerlei waarborgen staan. Elke keer geven de bewindslieden hier aan dat het moet worden afgewogen tegen het belang van de veiligheid en de opsporingsdiensten. Dat is begrijpelijk. Ik hoor staatssecretaris Teeven zeggen dat als we de Wet op de bewaarplicht moeten afschaffen, we meteen met een opsporingsprobleem zitten, omdat we zoveel baat bij die wet zouden hebben. Ik denk dat dan eerst nog het kwartje moet vallen dat vooropstaat dat je je houdt aan de Grondwet en de EU-grondrechten. Dat is het kader waarbinnen je alle mogelijkheden benut. Ik kijk wat dat betreft uit naar de heel spoedige kabinetsreactie op het arrest van het Hof over de dataretentie.

Staatssecretaris Teeven vertelde ook over de onderhandelingen met de VS. Hij gaf aan dat de minister heeft gezegd dat ook hij eigenlijk wel vond dat EU-burgers daar dezelfde bescherming zouden moeten krijgen als Amerikanen. Dat is natuurlijk een mooi eerste stapje, maar we zijn er nog lang niet. Het moet eerst allemaal nog echt veranderen. Dat gaf hij ook aan. De vraag is dan toch een beetje hoe ver je als Unie wilt gaan om te bewerkstelligen dat de VS daar serieus werk van maakt. Staatssecretaris Teeven gaf al aan dat het vrijhandelsverdrag daar niet op ziet. Met andere woorden: dat gaan we er niet voor in de strijd werpen. Zo vat ik dat op. Ik zou hem toch willen oproepen om echt gebruik te maken van de machtspositie die de Unie heeft en alle mogelijkheden te benutten om de VS aan te sporen hier werk van te maken. Ik heb de motie van de heer De Vries daarover dus ook van harte ondersteund.

Ik ben blij te horen dat de EU-verordening waarschijnlijk aan het eind van dit jaar kan worden aangenomen. Ik ben echter teleurgesteld dat de richtlijn nog zoveel langer op zich laat wachten. Ik zou de regering willen manen tot spoed en tot alles wat in haar invloed ligt om versnelling in dat proces aan te brengen.

Ik ben ook verheugd over de toezegging van de minister dat het wettelijk kader van de internationale samenwerking zal worden verstevigd. Ik kijk uit naar het voorstel daarover. Ook kijk ik uit naar de reactie op de aanbeveling van de commissie-Dessens met betrekking tot ongerichte interceptie via de kabel. Ik hoop dat het kabinet er serieus werk van maakt om te bekijken of het toezicht daarbij tegelijkertijd verstevigd kan worden, en te onderzoeken op welke wijze interceptie via de kabel zo veel mogelijk beperkt kan worden als daarvoor meer mogelijkheden moeten komen.

Ik heb aangegeven dat het eigenlijk gek is dat we geen onafhankelijk toezicht hebben op diensten die evengoed bezig zijn met inlichtingenwerk en die gebruikmaken van het verzamelen of opslaan van persoonsgegevens. De staatssecretaris heeft gezegd dat dit niet nodig is, omdat we al ander onafhankelijk toezicht hebben op bijvoorbeeld de IND. Denk daarbij aan VWS. Ook het CBP kan af en toe iets doen. Maar dat toezicht is echt niet in dezelfde orde van grootte als het toezicht waarover ik nu spreek. Ik spreek ook niet over een volledig onafhankelijk toezicht op alle taken van die diensten, maar puur over onafhankelijk toezicht op de taken die te maken hebben met het inlichtingenwerk en het verzamelen van persoonsgegevens. Misschien zouden de taken van de desbetreffende diensten gebracht kunnen worden onder de CTIVD of een ander eigen onafhankelijk toezichtorgaan. Wat de CTIVD kan doen, lijkt mij zoveel sterker dan wat het CBP kan doen. Het lijkt mij belangrijk dat het toezicht zich ook gaat uitspreiden over andere overheidsdiensten die dezelfde subtaken vervullen als de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Over dit punt dien ik een motie in.

De voorzitter:

Door de leden Strik, Van Boxtel, Franken, De Vries en Gerkens wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder toezicht opereren van de CTIVD, evenals de regionale politiekorpsen, de Koninklijke Marechaussee en de FIOD-ECD, voor zover zij ten behoeve van de AIVD werkzaamheden verrichten;

overwegende dat er daarnaast ook andere overheidsdiensten bestaan die persoonlijke data verzamelen en gebruiken zonder dat er sprake is van onafhankelijk toezicht, zoals de Nationale Politie en de FIOD voor zover deze niet ten behoeve van de AIVD werkzaamheden verrichten;

overwegende dat onafhankelijk toezicht ten goede komt aan de kwaliteit, de transparantie en de legitimiteit van het functioneren van deze diensten, hetgeen van belang is voor de bewaking van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers naar wie dit inlichtingenwerk zich uitstrekt;

verzoekt de regering, onderzoek te verrichten naar nut en noodzaak van onafhankelijk toezicht op overheidsinstanties die nu niet onder het toezicht van de CTIVD vallen, maar die wel soortgelijke taken verrichten die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers kunnen raken, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (CVIII).