Verslag van de vergadering van 4 november 2014 (2014/2015 nr. 6)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.47 uur
De heer Nagel i (50PLUS):
Voorzitter. Zo'n 40 jaar geleden was ik eindredacteur van het politieke radioprogramma In de Rooie Haan. In dat programma gaf de helaas dit jaar overleden Koos Zwart, zoon van PvdA-minister Irene Vorrink, wekelijks drugsvoorlichting en noemde hij de zwartemarktprijzen van de diverse wietsoorten. Toen al ging de discussie over begrippen als illegaliteit, criminaliteit, kwaliteit en gezondheid. In die dagen werd alom geconstateerd dat de Haagse politiek achter de feiten aanholde. Nu, 40 jaar later, geldt die conclusie opnieuw of nog steeds. Of je nu voor of tegen het reguleren van bepaalde softdrugs bent, de conclusie kan niet anders zijn dan dat het huidige beleid finaal is vastgelopen en dat de voorliggende wetswijziging geen oplossingen biedt maar de problemen juist zal vergroten. Om een voorbeeld te geven: het NFI heeft bevestigd dat als de wet in werking treedt er naar verwachting 40.000 monsters moeten worden onderzocht. Deelt de minister deze inschatting en voorziet hij een capaciteitsprobleem?
In de Tweede Kamer betoogde mevrouw Bouwmeester van de fractie van de Partij van de Arbeid dat er slechts een capaciteit is om 25% van de drugsbendes aan te pakken. Is de extra inzet van politiemensen die de minister heeft aangekondigd voldoende om de andere 75% effectief te kunnen bestrijden?
Kern van het probleem blijft dat het verkopen van wiet in de coffeeshop wel is toegestaan maar het inkopen niet. Heeft de minister dat wel eens aan een buitenlandse collega met een op logica gebaseerde redenatie kunnen uitleggen? Zou hij ons in dat geval vandaag hiervan deelgenoot kunnen maken?
Een meerderheid van burgemeesters in gemeenten die coffeeshops herbergen, zegt dat het huidige beleid niet meer functioneert. De burgemeesters komen uit diverse partijen. Er is geen politieke scheidslijn. De minister heeft bij herhaling en ook tijdens het mondeling overleg van 9 september dit jaar gezegd veel contacten met de burgemeesters te onderhouden. Daar twijfelen we uiteraard niet aan, maar blijkbaar leidt dit contact tussen de Haagse politiek en de mensen die in het veld verantwoordelijk zijn, niet tot een verkleining van de kloof. De minister is blijkbaar versteend als het om de softdrugs gaat.
Want wat is de praktijk? In alleen al Heerlen rolde de politie in het afgelopen jaar 131 plantages op, vaak verborgen op achterkamertjes of zolders. De eigenaren, niet zelden bijstandsmoeders en uitkeringstrekkers, werden gearresteerd, bekeurd en weer vrijgelaten. Zij krijgen de financiële gevolgen, hun opdrachtgevers gaan vrijuit. De burgemeester van Heerlen zegt in De Telegraaf van 27 september 2014: "Het gaat over harde criminaliteit. Wie denkt één keer wietoogst te draaien, komt bedrogen uit. De misdadige netwerken investeren voor de lange termijn. Uitstappen is geen optie, dan volgen chantage en bedreiging." Enkele jaren geleden werd het aantal geruimde plantages landelijk al ingeschat op 5.000. Kan de minister het meest recente landelijke cijfer noemen?
Intussen staan de maatschappelijke ontwikkelingen niet stil. Vandaag zijn vele malen de rechtbank in Groningen en het vonnis van 16 oktober jl. genoemd, waarin twee telers van cannabis schuldig werden bevonden maar waarin hun geen straf werd opgelegd. De rechter vond de handelingen in overeenstemming met het doel van het gedoogbeleid. Heeft de minister kennis genomen van deze zaak en welke betekenis geeft hij aan deze ontwikkeling? In dit verband is het interessant te citeren uit een artikel in De Gooi- en Eemlander van gisteren, maandag 3 november. Daarin wordt gemeld dat de raadsfractie van de SP in Hilversum op grond van bovengenoemde recente uitspraak van de Groningse rechter, nadrukkelijk genoemd als nieuw gegeven, met een initiatief wil komen waardoor Hilversum de eerste gemeente zou worden met een legale en liefst gemeentelijke wietkwekerij, die bovendien banen oplevert. Het idee wordt volgens De Gooi- en Eemlander gesteund door de fracties van D66, de Partij van de Arbeid, GroenLinks en de lokale partij Hart voor Hilversum en kan daarmee op een ruime meerderheid in de raad rekenen. De fracties vinden dat er momenteel te veel rotzooi in de wiet zit, die de gezondheid bedreigt, en dat je met een eigen kwekerij kunt zorgen voor de kwaliteit. Kan de minister aangeven hoe hij tegen een dergelijk voorstel aankijkt? Indien er een dergelijk voorstel zou komen en het inderdaad een meerderheid in de Hilversumse raad zou halen, wat zal dan de opstelling van het kabinet zijn, mede gelet op het nieuwe gegeven van de recente uitspraak van de rechter in Groningen? Zal dat plan gedoogd worden of zal het kabinet maatregelen nemen om de realisering van een legale wietkwekerij te torpederen? Voor alle duidelijkheid bepleit ik namens de 50PLUS-fractie dat de minister een dergelijk experiment een ruime kans geeft.
Het doel van dit wetsvoorstel zal niemand betwisten. Het tegengaan van criminaliteit, overlast en bescherming van de gezondheid staan voorop. De 50PLUS-fractie wil nadrukkelijk dat er een einde komt aan alle vormen van illegale teelt. Maar dan zullen er andere maatregelen genomen moeten worden dan nu wordt voorgesteld. Diverse partijen hebben voorgesteld in één of meerdere gemeenten een proef te nemen met het reguleren van de teelt en inkoop van de wiet, met als doel de illegale handel en de daarmee gepaard gaande zware criminaliteit te bestrijden en waarborgen voor kwaliteit en gezondheid te garanderen. Wij steunen dit idee. Het antwoord dat de minister gaf tijdens het eerder genoemde mondelinge overleg, namelijk dat je met het doen van een experiment de situatie creëert voor een ander beleid, raakt de kern. Dit beleid is vastgelopen en er is geen uitzicht op daadwerkelijke verbetering. Daarom zullen wij de eventuele motie-Ter Horst ook steunen. We vragen de minister niet doof te blijven voor de vele roepen om verandering.
De voorzitter:
Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Ik constateer dat dit niet het geval is. In verband met het feit dat er nu commissievergaderingen moeten plaatsvinden, waarvan woordvoerders die hier aanwezig zijn deel uitmaken, schors ik de vergadering tot 16.45 uur.