Plenair Kuiper bij voortzetting behandeling Wet langdurige zorg



Verslag van de vergadering van 25 november 2014 (2014/2015 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.16 uur


De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie vond dit een inhoudrijk en belangrijk debat. Ik vermoed dat de andere fractie die ik vertegenwoordig, die van de SGP, dit ook vindt. Wij danken de staatssecretaris dan ook voor dit debat. Wij hebben de omzetting van de AWBZ naar de Wlz beoordeeld in het licht van de discussie die wij al enkele decennia in dit land voeren. Langzamerhand is in de reeks van adviezen die er in de loop van de jaren zijn gegeven de huidige richting gevonden. Dat gaat om de Wlz, die echt op de kern gericht is, op de aansluiting van cure en care op een nieuwe manier en op het inschakelen van de samenleving waar dat kan. Wij dragen die richting.

Bij de overgang zijn veel vragen te stellen. Die zijn in dit debat uitvoerig aan de orde gekomen. Er zijn veel casusposities gegeven. Er zijn veel zorgen over hoe mensen straks terecht zullen komen en hoe de landing in het nieuwe stelsel zal zijn. Het moet ons van het hart dat elke keer als er iets werd voorgesteld, bleek dat de staatssecretaris een goede oplossing heeft. Wij zien dit niet als een ondoordacht voorstel. Elke keer bleek uit de antwoorden dat er wel goed is nagedacht, ook over individuele situaties of situaties van groepen cliënten. Daarbij is het van groot belang dat deze staatssecretaris op allerlei manieren aangeeft dat hij zelf intensief betrokken zal blijven bij het vormgeven van deze zorghervormingen.

Wij hebben aandacht gevraagd voor de positie van cliënten. Eigenlijk was dat ons centrale thema, namelijk dat de mens centraal staat. Er is gesproken over cliëntvolgende budgetten of prestatievolgende budgetten. Het is prettig om te merken dat de staatssecretaris er verder mee wil. Dat zal op den duur de bureaucratie verminderen. Daarnaast hebben we aandacht gevraagd voor de positie van cliënten; voor hun rechten, maar ook voor hun machtspositie bij onderhandelingen. Ook daarop kwamen wat ons betreft bevredigende antwoorden. We zien uit naar de vernieuwingsagenda die eraan komt. Wij hadden nog een uitgebreidere vraag gesteld over het verzekeringsstelsel op langere termijn. Wij begrijpen dat de staatssecretaris dit er nu even niet op zijn bordje bij wil hebben. Misschien is er een andere manier waarop wij die discussie, misschien ook met de minister van Volksgezondheid, nog eens kunnen voeren.

Wij denken dat er geen groot verschil is in intenties en doelstellingen, ook niet bij veel fracties in dit huis. We willen eigenlijk allemaal dat er goede zorg blijft voor mensen die hem echt nodig hebben. Wij denken dat dit stelsel die mogelijkheden gaat bieden en dat het die in zich draagt. Daarmee zijn we gekomen op een belangrijk parlementair moment. We kunnen voor een heel grote wet, die lange tijd bij ons is geweest, een goede opvolger vinden en kunnen een heel stelsel van zorghervormingen vormgeven. Die zijn belangrijk voor het toekomstbestendig maken van de zorg in Nederland.