Plenair Nagel bij behandeling Belastingplan 2015



Verslag van de vergadering van 15 december 2014 (2014/2015 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.30 uur


De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. In het Belastingplan 2015 is opgenomen dat de ouderentoeslag in box 3 wordt afgeschaft en dat de ouderenkorting wordt verlaagd. Beide maatregelen gaan in op 1 januari 2016. De staatssecretaris meent dat ouderen door het afschaffen van de ouderentoeslag in dezelfde positie worden gebracht als andere belastingbetalers. Was het echter niet zo dat deze ouderentoeslag in 2001 werd ingevoerd ter compensatie van de nieuwe vermogensrendementsheffing, die een lastenverzwaring betekende voor met name ouderen met een laag inkomen die in de eerste twee schijven vallen? Erkent de staatssecretaris dat ook de ouderenkorting bedoeld was als een compensatie voor het bevriezen van de AOW in 1994, de fiscale koopkrachtmaatregel? Beide maatregelen waren ingevoerd als compensatie voor de nadelen die ouderen ondervonden van de belastingmaatregelen. Dat wil de staatssecretaris nu ongedaan maken. In onze zienswijze is daardoor juist het tegenovergestelde van wat de staatssecretaris beweert, het geval. De afschaffing van de ouderentoeslag en de verlaging van de ouderenkorting brengen de ouderen opnieuw in een ongelijke positie. Dit komt bovenop de korting op de pensioenen, het niet-indexeren daarvan in de afgelopen jaren, en het uitzicht dat dit de komende tien jaar ook niet zal gebeuren. Beide maatregelen zullen opnieuw grote gevolgen hebben voor de koopkracht van ouderen, die toch al sterk is achtergebleven. Ook begrijpen wij niet dat nu al twee maatregelen opgenomen worden in een belastingplan dat geldt voor 2015, terwijl de maatregelen pas in 2016 ingaan. Het lijkt erop dat men de ouderen bij voorbaat al wil laten weten dat men ook in de nabije toekomst niets dan koopkrachtdaling kan verwachten van het kabinet. Als de staatssecretaris deze maatregelen, die de ouderen zo raken, toch doorzet met de steun van de hulptroepen SGP, ChristenUnie en D66, dan vragen wij de toezegging dat hierover na Prinsjesdag 2015 opnieuw gesproken wordt, als de koopkrachtplaatjes voor 2016 duidelijk zijn. Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris op dit verzoek.

Ook volgend jaar stijgen de accijnzen op brandstoffen. De vorige spreker heeft dit uitvoerig toegelicht. Wij zijn getroffen door het feit dat hardwerkende benzinepomphouders in de grensgebieden die door het regeringsbeleid buiten hun schuld om met hun gezin in grote financiële problemen zijn gekomen en vaak personeel hebben moeten ontslaan, zich nu gedwongen zien om naar de rechter te gaan. We zagen het bejaardengezin dat met succes naar de rechter ging, omdat de overheid de zorg aan het gezin op onjuiste manier had ontnomen. Ook komen er mogelijk processen over het niet-nakomen van pensioenverplichtingen. Het schijnt de gewoonte te worden dat burgers die niet meer door Den Haag worden gehoord, zich tot de rechter wenden. Onze vraag aan de staatssecretaris is hoeveel het op de begroting van 2015 scheelt als de aangekondigde accijnsverhoging voor het komende jaar niet zou doorgaan, rekening houdend met een waarschijnlijk grotere omzet in de grensgebieden. Is de staatssecretaris bereid een dergelijk gebaar, dat in onze ogen zeer rechtvaardig is, te overwegen?

Hoewel de staatsecretaris in allerlei stukken de belastingherziening urgent noemt, is er nog steeds niets uit zijn hand gekomen dat op een begin lijkt. Overal wordt lastenverlichting gepredikt en ook premier Rutte heeft zijn jaarlijkse belofte voor belastingverlaging weer gedaan. We nemen aan dat dit in overleg met de staatsecretaris van Financiën is gedaan. Daarom vragen wij of de staatsecretaris een tipje van de sluier kan oplichten en iets meer kan zeggen over de belastingverlaging.

Veel concreter en daarom bedreigender is de terloops gedane mededeling op bladzijde 35 van de memorie van antwoord dat er een onderzoek uitgevoerd wordt naar de mogelijkheden om het gemeentelijk belastinggebied te verruimen. Dit kan niets anders betekenen dan meer opbrengsten voor de overheid en meer belasting voor de burgers. We vragen de staatssecretaris twee dingen; klopt deze conclusie en aan welke mogelijkheden zou men moeten denken als de gemeentelijke belastingen stijgen? Is het niet vreemd dat de regering nog geen enkel concreet plan heeft om de belastingen te verlagen, maar dat al wel wordt nagegaan hoe de mogelijkheden voor gemeentelijke belastingheffing verruimd kunnen worden, waardoor de belastingheffing vergroot wordt?

Een ander punt dat dezer dagen nogal in de belangstelling staat, is het aflopen van de mogelijkheid van ouders om hun kinderen maximaal €100.000 belastingvrij te schenken, een idee dat 50PLUS overigens in de Tweede Kamer heeft gelanceerd. Het was een maatregel die leerde dat het mes aan drie kanten kon snijden. Wij hadden graag gezien dat die ook zou gelden voor het jaar 2015. Het kabinet heeft een dergelijk voorstel echter in de Tweede Kamer afgewezen, dus willen wij er niet op terugkomen. Wat wel speelt is dat talrijke personen die op de valreep nog van de regeling gebruik wilden maken, op praktische problemen stuiten. De notarissenkoepel Netwerk Notarissen heeft geconstateerd dat banken te traag werken en klanten toch de kans lopen dat zij schenkingsbelasting moeten betalen, omdat de transacties niet voor 31 december rond zijn. Banken zeggen dat ze een tijdige afronding na 15 december, dat is vandaag, niet kunnen garanderen. Dat komt voor mensen die om financiële redenen tot het laatst wilden wachten als een verrassing en de decembermaand is met de vrije dagen rond de Kerst ook niet de gunstigste maand. Gelet op het feit dat verlenging van de maatregel over 2015 niet mogelijk blijkt, vragen wij de staatsecretaris of hij bereid is om de termijn te verlengen tot en met 31 januari 2015.

Het kabinetsbeleid was er de afgelopen jaren op gericht om met name de ouderen extra te laten inleveren. Het Belastingplan 2015 brengt daar geen verandering in. Voor het jaar 2016 wordt er nog een stevige schep bovenop gedaan. Het is te hopen dat het niet zover komt en dat de kiezers op 18 maart een duidelijke uitspraak zullen doen, waardoor premier Rutte zijn belofte om te blijven zitten ook niet zal kunnen waarmaken.