Verslag van de vergadering van 24 maart 2015 (2014/2015 nr. 25)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.05 uur
De heer Backer i (D66):
Voorzitter. De kern van het voorstel is dat betrokkenen soms een aansporing nodig hebben om elkaar te vinden. De staatssecretaris dacht ongetwijfeld: dat breng ik vandaag in praktijk. Maar toch zijn er bevredigende antwoorden gekomen op vragen van collega's, maar vooral ook op de vragen die ik zelf heb gesteld over punten die voor mijn fractie relevant zijn.
Dank voor de toezegging ten aanzien van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het is goed dat we een kompas hebben bij het volgen van beleidsvoornemens, met name binnen de komende twee jaar. Wij kijken positief naar de evaluatie die ondersteund is door een motie. Ik zal mijn fractie daarover positief adviseren. Dank dat u het initiatief wilt nemen om ook in EU-verband overleg hierover te voeren, al dan niet in het kader van het Europees voorzitterschap. Dat lijkt mij goed; wij kunnen dan van elkaar leren.
Ik heb nog een opmerking over de bonus-malusdiscussie. Ik ken mijn collega's Bröcker en Essers die altijd waarschuwen voor fiscaal instrumentalisme, en als lid van de commissie voor Financiën moet ik mijn plicht doen om daarvoor te waarschuwen. Aan de andere kant is de gedachte wel goed en komt het in de belastingherziening weer aan de orde.
De staatssecretaris ging al even in op het punt van de zelfstandigen. Wij vinden het belangrijk dat de belemmeringen die er zijn om je zelfstandig te vestigen, al dan niet met andere collega's, zo veel mogelijk in beeld worden gebracht en zo veel mogelijk worden verminderd, gemitigeerd of opgelost. Wij geloven dat zelfstandig ondernemerschap vanuit een positieve gedachte werkelijk een optie kan zijn. Er zijn belemmeringen om vanuit een uitkering te gaan werken. Er zijn belemmeringen in de sfeer van een gelijk speelveld bij aanbestedingen. Er zijn verschillende belemmeringen in de arbeidsregio's, er zijn waarschijnlijk belemmeringen bij kredietverlening en er zijn belemmeringen in de urenbeperkingen. Het zou mooi zijn als de staatssecretaris in samenspraak met een aantal organisatie, met name cliëntenbelangenorganisaties zoals Ieder(in), het Landelijk Platform GGz, de vereniging OLG en De Normaalste Zaak een meerjarenprogramma zou ontwikkelen om te bekijken hoe dit in kaart gebracht kan worden, maar vooral hoe de belemmeringen overwonnen kunnen worden met het uiteindelijke doel waar deze wet op is gericht: participatie. Als ik hierover een ruiterlijke toezegging zou kunnen krijgen, om een woord te gebruiken dat ik vaker hoor van de staatssecretaris, dan zal het mij waarschijnlijk wel lukken om mijn fractie over de streep te trekken.