Plenair Nagel bij behandeling Voorstel van wet van het lid Schouw



Verslag van de vergadering van 21 april 2015 (2014/2015 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.19 uur


De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. 50PLUS zal in dit debat geen historische overzichten geven van wat in de parlementaire geschiedenis al over het aan de orde zijnde onderwerp is gezegd en geschreven. De indiener van het voorstel van wet, de heer Schouw, heeft dat gedaan, de Raad van State heeft dat eveneens gedaan en in het debat in de Tweede Kamer is hierop ook ruimschoots ingegaan. Dat geldt met name voor de vraag of de aanstellingswijze van de burgemeester en de commissaris van de Koning al dan niet in de Grondwet hoort.

De discussie over ons parlementair systeem en alles wat daaruit voortkomt duurt al meer dan 167 jaar zonder dat er echt grote en wezenlijke veranderingen tot stand zijn gekomen. Iedereen kan in het huidige tijdperk constateren dat er een grote crisis is tussen de politiek en de burgers en dat er een steeds bredere kloof is ontstaan tussen kiezers en gekozenen. In de opvatting van 50PLUS sluit het Nederlandse bestuurssysteem niet meer aan bij de eisen die in deze moderne tijd gesteld worden.

We geven hoog op over onze vaderlandse democratie, maar moeten ontkennend antwoorden op vragen zoals: kiezen jullie je eigen regering — juist nu blijkt dat met dit VVD-PvdA kabinet zeer actueel — kiezen jullie je eigen staatshoofd, kiezen jullie je eigen minister-president, kiezen jullie de commissaris van de Koning en kiezen jullie je eigen burgemeester? Menig buitenlander hoort verbaasd de uitkomsten op deze vragen aan, die vaak vergezeld gaan van een lofzang op onze democratie.

50PLUS heeft grote waardering voor de indiener, die precies drie jaar geleden, op 20 april 2012, dit voorstel bij de Tweede Kamer aanhangig maakte en voor de wijze waarop hij dit verdedigde. Wij hebben ook begrip voor het feit dat hij behoedzaam manoeuvreert en niet wil ingaan op de vraag waar zijn voorkeur ligt als het erom gaat ook een ander stelsel voor de selectie van de burgemeester mogelijk te maken, zoals ook het kabinet doet in de notitie van minister Plasterk van 17 april jl. De gebeurtenissen in deze Eerste Kamer in 2005 hebben hun diepe sporen achtergelaten.

Maar naast dit begrip voor de indiener heeft 50PLUS ook de behoefte duidelijkheid te geven over de eigen opvatting. 50PLUS is een vernieuwende partij die de kiezers meer invloed wil geven. Daar passen een door de Kroon benoemde commissaris en burgemeester niet meer in. De politiek wil direct of indirect de invloed behouden en de invloed van de kiezer beperken. Sommige partijen vinden het al een hele stap als de burgemeester door de gemeenteraad zou worden gekozen. In Europa vertoeven wij in de democratische procedures ver in de achterhoede. Hetzelfde geldt voor de functie van de commissaris van de Koning. Een eenvoudige oplossing om deze functie door een gedeputeerde te laten vervullen, blijkt in de praktijk onbespreekbaar. Bovendien is deze functie in feite geen full time job.

Het gevolg is dat in de praktijk de commissaris van de Koning wel eens een groot aantal bijbaantjes had, waardoor je je moest afvragen of het eigenlijke vak daarvoor geen belemmering was. Ik wil dit nog eens extra onderbouwen met citaten van drie prominente commissarissen, van drie verschillende partijen, na afloop van hun ambtsperiode. Oud-minister Margreet de Boer: "Het is een van de rustigste banen die ik ooit heb gehad." Oud-vicepremier Hans Wiegel: "Het is niet de meest belastende baan, ik schat de helft van wat ik in Den Haag gewend was." Oud-premier Dries van Agt: "Je krijgt er je dagen niet mee gevuld."

Zowel om praktische maar vooral om principiële redenen willen wij af van de benoemde burgemeester en commissaris van de Koning. Om dat mogelijk te maken, moet de selectiewijze niet in de Grondwet worden opgenomen. Maar voorzichtigheid kan ook te vertragend gaan werken. Ik doel hiermee op de passage die de indiener schreef op bladzijde 3 van de nota naar aanleiding van het Tweede Kamerverslag, gedateerd 28 maart 2013. Daarin wordt, op zich juist, opgemerkt dat wij in ons land, anders dan in vrijwel andere Europese landen, geen ervaring hebben met een andere aanstellingswijze dan de kroonbenoeming. Maar de conclusie dat het daarom nuttig kan zijn om via experimenten op beperkte schaal eerst enige ervaring op te doen voordat tot grote stelselwijziging wordt besloten, gaat ons te ver. Heeft de indiener nog steeds deze twee jaar geleden gegeven opvatting? Is hij het met ons eens dat dit een verdere en grote vertraging in de vernieuwing van het stelsel kan betekenen? Zijn er niet voldoende ervaringen in andere Europese landen?

Het kabinet stelt in de genoemde notitie dat een verandering in de aanstellingswijze gevolgen zal hebben voor de positie van de burgemeester, de wethouders en de raad en dat dit ingrijpende gevolgen kunnen zijn. Op zich is deze constatering juist, maar wij vinden dat de democratisering en de vergrote invloed van de kiezer centraal moeten staan, waarna de overige zaken op een goede manier geregeld moeten worden.

Tot slot. Wij hebben met instemming gelezen dat de indiener een suggestie om dit wetsontwerp mogelijk op te schorten nadrukkelijk van de hand wijst. Terecht. Het gaat nog vele jaren duren voordat de kiezers mogelijk een grotere invloed kunnen krijgen. 50PLUS wil dat zo snel mogelijk. Dat is het doel waarnaar wij streven, dat is ons ideaal.