Plenair Strik bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 mei 2015 (2014/2015 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.56 uur


Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou de minister graag van harte willen bedanken, ten eerste voor de schriftelijke beantwoording en ten tweede voor de uitgebreide mondelinge antwoorden. Deze keer waren de Europese beschouwingen vrij bijzonder, niet alleen vanwege de noodgedwongen onderbreking — mijn condoleances alsnog voor de minister — en ook niet alleen vanwege de vertrekkende Kamerleden aan de vooravond van een nieuwe Kamer, maar natuurlijk ook vanwege het feit dat wij min of meer aan de vooravond staan van het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Dat biedt de mogelijkheid om tijdens deze Europese beschouwingen te bekijken hoe het ervoor staat met de Europese samenwerking.

Als je dat doet, merk je dat iedereen dit eigenlijk anders beoordeelt. Gaat het nu goed of niet goed? De minister reageerde zojuist vrij positief. Hij herkende zich bijvoorbeeld niet in de opmerking van de heer Brenninkmeijer dat men te veel het eigenbelang vooropstelt en dus vooral veel probeert te halen en weinig tot stand probeert te brengen. Het is natuurlijk wel cruciaal dat de lidstaten inzien dat het Europees belang vaak samenvalt met het nationale belang. Er wordt gewerkt aan het herstel van het gebrek aan vertrouwen en solidariteit dat je nog te vaak ziet op veel dossiers binnen de EU. Nederland zou het voorzitterschap heel goed kunnen benutten om te bezien hoe je het vertrouwen kunt versterken. Ik doel dan niet alleen op het vertrouwen tussen de lidstaten onderling, maar ook op het vertrouwen van burgers in de Europese Unie. Daar hoort natuurlijk ook het verhaal bij waarom wij de EU hebben en wat we daarmee willen bereiken.

Ook transparantie hoort daarbij. We moeten burgers meer erbij betrekken en meenemen in waar wij het over hebben in Brussel en welke politieke keuzes er op het spel staan. Mijn fractie is dan ook blij met de toezeggingen om nog terug te komen op de transparantie, de documenten, en om ook echt kritisch te kijken naar de manier waarop het criterium van passendheid daadwerkelijk wordt toegepast.

We hebben het over migratie gehad. De minister zei dat een integrale benadering noodzakelijk is. Daar ben ik het volledig mee eens. Ik wil even nader ingaan op een paar maatregelen. De minister zei dat het van belang is dat landen zich houden aan de registratie in het kader van Dublin. Verder zei hij dat de solidariteit en de herverdelingscriteria van belang zijn. Die twee horen heel nauw bij elkaar. Op dit moment zitten we echt in een patstelling tussen de landen, tussen Zuid en Noord met name. De zuidelijke landen voelen zich in de steek gelaten en daardoor worden zij misschien ook wel verleid om het inderdaad niet zo nauw te nemen met het registreren. Willen wij uit die patstelling komen, dan zullen we beide tegelijkertijd moeten aanpassen. We moeten de zuidelijke landen dan laten zien dat we serieus solidariteit willen betrachten en dat wij gewoon willen dat asielzoekers en vluchtelingen eerlijk verdeeld worden over de Europese Unie.

Premier Rutte reageerde hierop tot nu toe nog aardig gereserveerd, moet ik zeggen. Hij zei vooral: laten wij eerst maar eens even bekijken of de andere landen wel willen; wij houden ons kruit nog droog. Ik vind dat een onterechte en onverstandige houding, want als alle landen zich zo opstellen, kom je juist niet tot een breed gedeelde houding en een gezamenlijke aanpak. Minister Koenders was al wat positiever. Om hem nog verder aan te moedigen heb ik een motie hierover voorbereid.

De voorzitter:

Door de leden Strik, De Boer, Elzinga, Koffeman en Kox wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

de Europese Commissie op 13 mei jl. voorstellen heeft gepresenteerd die voor een evenredige verdeling van asielzoekers en vluchtelingen over de EU-lidstaten moet zorgen, in het kader van de relocatie en hervestiging van deze asielzoekers en vluchtelingen;

deze voorstellen bijdragen aan een eerlijker verdeling en meer solidariteit binnen de EU;

het voor een spoedige verwezenlijking van deze commissievoorstellen essentieel is dat er een breed draagvlak voor bestaat binnen de EU;

verzoekt de regering om het principe van (her)verdeling actief te ondersteunen en zich in te spannen voor een brede aanvaarding ervan binnen de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter D (34166).

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik had de motie niet mooier kunnen voorlezen.

Voorzitter. Een ander aspect is het "ontregelen van de mensensmokkel", zoals de minister het noemt. Ook binnen dat punt is een integrale benadering nodig. Want waarom is die mensensmokkel er? Voor een deel wordt die gevoed door de vraag naar manieren om naar Europa te komen. Zoals de minister weet, hebben vluchtelingen heel beperkte manieren om Europa veilig en legaal te bereiken. Ze kunnen geen visum aanvragen. Als het in de regio te vol wordt en als een druppel de emmer doet overlopen, zal er druk richting Europa ontstaan. Dan zijn de mensensmokkelaars deze mensen maar al te graag van dienst. Je bent er dus niet door alleen te zeggen dat je de mensensmokkel gaat tegenhouden. Dat kan alleen maar perspectief hebben als we ook een manier creëren voor de mensen om legaal naar Europa te reizen.

Zeker, wij moeten ook de regio ondersteunen bij de opvang, want de minister heeft volkomen gelijk als hij zegt dat meer dan 90%, zelfs 95%, daar wordt opgevangen. Als we de regio niet meer ondersteunen — want die heeft nog steeds meer faciliteiten nodig — zullen mensen blijven doortrekken. Verder zullen wij een reëel aandeel moeten leveren in de hervestiging van vluchtelingen. Het aantal van 20.000 is nu voorgesteld. Vindt de minister dit voldoende? Denkt de minister dat de EU dan een voldoende evenredig aandeel op zich neemt in relatie tot de aantallen waar de regio nu mee kampt? De minister zei immers net ook al dat slechts drie landen gezamenlijk 3,5 miljoen mensen moeten opvangen.

Een ander punt is natuurlijk dat mensensmokkelaars op brute wijze misbruik maken van de vluchtelingen die hen zo hard nodig hebben. Hun methodes zijn meedogenloos. De vraag is toch of de methode die de EU nu voor ogen heeft, werkelijk effectief kan zijn. Het gaat om militaire middelen. De minister gaf net al aan dat we het onderwerp niet zonder een veto van de Veiligheidsraad zullen aanpakken. Daar ben ik heel blij mee, maar gelooft de minister daadwerkelijk dat er zo'n veto zal komen? Als dat er niet komt, wat gaat de EU dan precies doen? Welke grenzen zoekt de EU op om daar toch iets te doen? Hoe ziet dat er praktisch in godsnaam uit? We willen geen boots on the ground, dus gaan we dan vanuit de lucht proberen iemand te identificeren om te zien of hij migrant, Libiër of mensensmokkelaar is? Dat lijkt mij erg lastig. Hetzelfde geldt voor de boten. Wanneer is een boot puur een vissersboot en wanneer wordt hij gebruikt voor mensensmokkel? Ik mis heel veel gedetailleerde maar zeer essentiële informatie om te weten of dit effectief is. Ook hier is the devil in the details. Als de minister hier nu niet uitvoerig op kan ingaan, begrijp ik dat, maar dan vraag ik hem om ons hierover wel te informeren, zodat wij kunnen meedenken over de vraag of dit daadwerkelijk zoden aan de dijk zal zetten of dat het vooral een stoere politiek zal blijken te zijn. Graag krijg ik dus de toezegging van de minister dat wij daarover geïnformeerd zullen worden.

In elk geval zou mijn fractie graag de toezegging van de minister krijgen dat, als er boten of andere militaire voertuigen in de Libische wateren of buiten de EU actie gaan ondernemen ter bestrijding van de mensensmokkel, de internationale mensenrechten daar zullen worden gerespecteerd. Daarom hebben wij deze motie in voorbereiding.

De voorzitter:

Dient u de motie in of is zij in voorbereiding?

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Zij is in voorbereiding genomen en we hebben haar nu uitgewerkt. Bij dezen overhandig ik haar aan u, voorzitter.

De voorzitter:

Door de leden Strik, De Boer, Elzinga, Koffeman, Kox en Schrijver wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

de EU het plan heeft opgevat om mensensmokkel ook buiten de grenzen van de EU te bestrijden en daarbij ook militaire middelen in te zetten;

de EU daarbij ook buiten de Europese territoriale wateren en zelfs buiten de internationale wateren wil gaan opereren;

verzoekt de regering, zich daarvoor in te zetten dat de EU ook bij deze acties altijd de "search and rescue"-verplichtingen van het recht van de zee en de verplichtingen van het Vluchtelingenverdrag en het EVRM zal nakomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (34166).

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Dan heb ik nog enkele opmerkingen over het nabuurschapsbeleid. De minister gaf aan dat de landen in Barcelona hun wensen kenbaar hebben gemaakt: we moeten meer toe naar maatwerk. In eerste termijn heb ik gevraagd: is het niet zo dat de landen vooral benadrukken dat er duurzame oplossingen moeten komen, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten? Dat blijkt elke keer een factor te zijn waardoor die landen niet vooruitkomen of gehinderd worden. Mijn vraag was wat de minister deze landen te bieden heeft. Het gaat natuurlijk niet alleen om de specifieke dingen die men in die landen nodig heeft, maar ook om de regionale context waarin men juist verder zou willen komen.

Ik ben blij dat de minister heeft aangegeven dat de mensenrechten voorop blijven staan en dat dit ook de sociaaleconomische mensenrechten betreft. Ik heb gesproken over de zorgen van ngo's dat de liberalisering van de economie, gevoed door de samenwerking met de EU, tot meer armoede en uitsluiting leidt, onder anderen van kleine boeren, die het onderspit delven. Het gaat ons om een duurzame ontwikkeling, waarbij we "duurzaam" niet alleen zien in de zin van "puur groen", maar ook in sociale zin: de samenleving moet ook op de lange termijn houdbaar zijn.

Ik kom op de mensenrechten. Ik ben blij dat de rechtsstatelijkheid vooropstaat, ook tijdens het voorzitterschap. Er moet echt nog een zwijgcultuur worden doorbroken: we moeten elkaar aanspreken op de mensenrechten. Volgens ons zouden wij dus ook niet moeten uitsluiten dat de Commissie daar aanvullend op kan handelen, bijvoorbeeld met sancties of bindende aanbevelingen. Mocht blijken dat het elkaar erop aanspreken onvoldoende is, dan hopen we dat er wel een positieve benadering is om die mechanismes te blijven onderzoeken. Ook burgers moeten hun regeringen kunnen aanspreken op vermeende mensenrechtenschendingen. Daarom wil ik de minister herinneren aan mijn motie van meer dan een jaar geleden over het facultatief protocol van drie mensenrechtenverdragen. De Kamer heeft deze motie bij de minister gerappelleerd en heeft de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken opnieuw gerappelleerd met de vraag waar de reactie op die motie blijft. Ik vraag de minister nu toch echt om daar stante pede op te reageren, want het begint onfatsoenlijk te worden. Dat zou de minister toch niet moeten willen, want hij moet toch ook het goede voorbeeld geven in dat opzicht.

De voorzitter:

Houdt u de tijd in de gaten? U bent namelijk bijna door uw spreektijd heen.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik heb nog enkele korte opmerkingen.

De voorzitter:

Heel kort dan.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Voor het klimaat willen wij een meer ambitieuze houding. De minister heeft aangegeven dat Nederland die ook heeft. Gaat Nederland zich ook ambitieus inzetten voor alle richtlijnen die de Commissie voorstelt voor energiebesparing? Willen we ambitieuze doelstellingen halen, dan zullen we juist op de afzonderlijke energierichtlijnen ons maximale resultaat moeten zien te behalen.

Ik heb nog één punt over tax rulings. Daarover heb ik in eerste termijn ook gesproken. In de schriftelijke antwoorden heeft de minister aangegeven dat Nederland heel erg voorstander is van het met elkaar delen van de tax rulings. Het is ook heel belangrijk dat deze met het publiek worden gedeeld. Is de minister er ook voorstander van dat bijvoorbeeld multinationals ertoe worden verplicht om openheid te geven aan het publiek over belastingenafdrachten per land en tax rulings? Daarover is in het Europees Parlement een amendement ingediend. Wij zijn benieuwd of Nederland dat kan steunen.

Ten slotte kom ik op ISDS (Investor-State Dispute Settlement). Ik ben blij dat wij met minister Ploumen nog zullen spreken over het vervolg van de rondes. Mijn fractie hecht eraan om dan na te gaan of CETA (Comprehensive Trade and Economic Agreement) niet heroverwogen moet worden. Minister Ploumen heeft dat ook aangegeven. Als we de ISDS-clausule er in CETA in houden, wordt het heel lastig om die in TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) onderuit te halen.