Plenair Strik bij behandeling Goedkeuring Associatieovereenkomst Moldavië, Georgië en Oekraïne



Verslag van de vergadering van 30 juni 2015 (2014/2015 nr. 37)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik begin graag met de heer Knapen en de heer Schaper te feliciteren met hun maidenspeech en hen welkom te heten in ons midden, naast natuurlijk ook een hernieuwd welkom aan de heer Ten Hoeve.

Laat ik met de deur in huis vallen: mijn fractie ondersteunt de voorliggende voorstellen tot ratificatie van de associatieovereenkomsten met de landen die deel uitmaken van het oostelijk partnerschap, in ieder geval met deze drie associatielanden. Wij ondersteunen het nabuurschapsbeleid en juichen ook de nieuwe benadering van dat beleid toe, maar beschouwen de associatieovereenkomsten als instrumenten die nog veel meer kunnen bijdragen aan de noodzakelijke hervormingen in deze landen in de richting van meer democratie en rechtsstaat, maar ook meer welvaart en stabiliteit.

Dat wij nu hier een debat voeren over deze ontwerp-goedkeuringswetten, heeft natuurlijk alles te maken met het huidige conflict tussen Oekraïne en Rusland, dat de stabiliteit en de beoogde hervormingen zwaar onder druk zet.

Sommige fracties — wij hebben het net ook gehoord van de heer Kox — vragen zich ook af of dit wel het juiste moment is om een dergelijke overeenkomst te ratificeren. Wij denken van wel, omdat ze tot stand zijn gekomen op basis van goedkeuring door een meerderheid van de bevolking. Van stopzetting van deze samenwerking of het uitstellen van ratificatie zou misschien zelfs een verkeerd signaal uit kunnen gaan, namelijk dat je met intimidatie en geweld de koers van een land of zelfs van de Europese Unie kunt beïnvloeden. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het van het grootste belang is dat de EU een effectieve strategie richting Rusland gaat voeren.

Wel is de vraag gerechtvaardigd of en op welke wijze de beoogde en afgesproken hervormingen gerealiseerd kunnen worden in de huidige omstandigheden en wat de strategie is van de EU om daaraan een optimale bijdrage te leveren. Wij hebben het van verschillende sprekers hier gehoord. Ben Knapen wees op de bijzondere omstandigheid dat de conflictsituatie een bepaald gedrag kan uitlokken, wat juist niet wordt beoogd door de associatieovereenkomsten. De heer Schrijver en de heer Ten Hoeve wezen op de frozen conflicts, dus bezette gebieden, die ook leiden tot bijzondere omstandigheden. De heer Kox wees op tal van mensenrechtenschendingen die ook nu nog plaatsvinden in de drie landen. Het gaat dus om bijzondere omstandigheden. Ik sluit mij aan bij de vragen naar de specifieke strategie van de EU om in deze omstandigheden de landen ondersteuning te bieden bij het doorvoeren van de hervormingen, maar soms ook op de juiste wijze onder druk te zetten om bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen te stoppen of te voorkomen. Wij denken dat niet alleen ten aanzien van Rusland maar ook ten aanzien van deze associatielanden een meersporenbeleid moet plaatsvinden.

Ook hecht mijn fractie eraan dat bij de uitvoering van het nabuurschapsbeleid voldoende samenwerking wordt gezocht met andere actoren in die landen: met maatschappelijke organisaties, oppositiepartijen en minderheidsgroepen. Deze samenwerking biedt het broodnodige tegenwicht aan belangen van een zittende regering en aan een neiging tot nepotisme en corruptie en ze bevordert de versterking van een civil society die de omvorming naar een rechtsstaat hard nodig heeft.

In hoeverre gebeurt dat in deze landen, vraag ik de minister. Verder wordt in de stukken gesproken over versterking en bescherming van de fundamentele rechten op tal van punten, maar ik lees weinig over het recht op bescherming van vluchtelingen of de bescherming en versterking van de positie van migranten en staatlozen. In tijden van conflicten waar mensen voor op de vlucht slaan of door ontheemd raken, zijn waarborgen op deze punten van cruciaal belang. Ook de samenwerking tussen de Unie en deze landen, onder andere door terug- en overname-overeenkomsten, kan tot gevolg hebben dat vluchtelingen uit oostelijker gelegen landen in deze transitlanden als het ware blijven steken omdat de grenzen naar de Europese Unie beter bewaakt gaan worden, zowel door de EU als door associatielanden. Dat maakt het nog belangrijker dat de toegang tot asiel en de rechten van vluchtelingen en migranten ook in die associatielanden gewaarborgd zijn. Is de minister dat met mijn fractie eens? Zo ja, welke concrete afspraken zijn erover gemaakt en welke ondersteuning biedt de Europese Unie aan deze landen op dit punt? Wordt hieraan ook aandacht besteed bij het monitoren van de hervormingen?

De voorzitter:

Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Ik constateer dat dit niet het geval is. Ik schors de beraadslaging en schors de vergadering voor een enkele minuut in afwachting van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Ik zie op mijn papieren dat hij om 16.15 uur wordt verwacht. Misschien is hij er iets eerder. Uiterlijk om 16.15 uur gaan wij verder, maar let u goed op de bel, voor het geval hij er is. Volgens mijn schema gaan wij vervolgens verder omstreeks 17.00 uur en uiterlijk om 17.10 uur. Van 16.15 uur tot 17.10 uur is het antwoord van de regering en de re- en dupliek over het verdrag met Noorwegen. Daarna, omstreeks 17.10 uur, gaan we verder met de associatieovereenkomsten.

De beraadslaging wordt geschorst.