Plenair Strik bij behandeling Tenuitvoerlegging Noorse vonnissen in een Nederlandse penitentiaire inrichting



Verslag van de vergadering van 30 juni 2015 (2014/2015 nr. 37)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 11.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Voorzitter. De Nederlandse regering sloot met België een unieke overeenkomst om hun veroordeelden in een Nederlandse gevangenis op te nemen. Dit was niet eerder vertoond in de wereld. Van de nood — een tijdelijk tekort aan gevangeniscapaciteit in België en een tijdelijk overschot in Nederland — werd een deugd gemaakt. Mijn fractie begreep en accepteerde dat, ook omdat er goede afspraken waren gemaakt. Maar nu er zo kort daarna opnieuw een dergelijke overeenkomst wordt voorgesteld, hebben we wel enkele vragen over de ambities en de visie van deze regering op dit punt.

Mijn fractie vindt het in zijn algemeenheid onwenselijk dat gevangenen hun straf moeten uitzitten op buitenlands grondgebied. Dit beperkt hun mogelijkheden om contact te onderhouden met hun familie en anderen uit hun omgeving, ook al zijn er ruimere bezoekregelingen voorzien. De fysieke afstand maakt het heen en weer pendelen toch moeilijker en duurder. Verlofregelingen zullen moeilijker te realiseren zijn en contacten met advocaten zijn ingewikkelder en waarschijnlijk minder frequent. En ook de voorbereiding op terugkeer in de samenleving wordt wellicht meer samengebald in de laatste maanden van de gevangenschap, als de gedetineerde is teruggekeerd naar zijn eigen land.

Ook de regering erkent dat plaatsing in een gevangenis op eigen grondgebied de voorkeur verdient. Toch blijkt dat ze actief bezig is of in elk geval bezig is geweest om met meer landen overeenkomsten te sluiten om hun gevangenen op ons grondgebied te huisvesten. Naast België en Noorwegen is er ook getracht om vanuit Duitsland en Zwitserland gevangenen overgedragen te krijgen. Wint hier de koopman het van de dominee?

Dat wekt bij mijn fractie de indruk dat de regering erop uit is om dergelijke constructies vaker toe te passen of zelfs structureel onderdeel te laten worden van het beheer van justitiële inrichtingen. Onze vraag is daarom of beide overeenkomsten alleen nu welkom zijn vanwege de gefaseerde sluiting van de inrichtingen, of ziet de regering dergelijke verdragen als mogelijkheid om ook in de toekomst meer personeel in dienst te houden en justitiële inrichtingen niet te hoeven sluiten? Voor mijn fractie zou dit een brug te ver zijn. We hebben nu te maken met een capaciteitsoverschot, mede door beslissingen van vorige kabinetten om het aantal cellen fors uit te breiden. Het valt te hopen dat met het huidige prognosemodel de behoefte beter kan worden berekend en dat kabinetten daar ook naar handelen.

De huidige afbouw is noodzakelijk, en als Nederland Noorwegen tijdelijk uit de brand kan helpen en wij daardoor tijd winnen om ons gevangenispersoneel beter uit te plaatsen, dan kan mijn fractie dat ondersteunen. Met de rechtsstatelijkheid is er immers niets mis in Noorwegen. Maar de afbouw moet zich wel voortzetten en kan niet plaatsmaken voor steeds weer andere overeenkomsten. Dan krijgt het een structureel karakter, wat geen recht doet aan de nadelen die kleven aan gevangen zitten in het buitenland. Mijn fractie wil dus graag de garantie dat de afbouw voortgaat naar het niveau van het prognosemodel, zonder dat er achterdeurtjes overblijven om van dit uitstel toch afstel te maken.