Plenair Kuiper bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 13 oktober 2015 (2015/2016 nr. 4)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 16.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Voorzitter. Op deze dag zijn onze gedachten bij de slachtoffers en nabestaanden van de ramp met de MH17.

Wij houden deze Algemene Politieke Beschouwingen in een woelige tijd. In het Nabije Oosten, even voorbij de grenzen van Europa, bevindt zich een bloedig strijdperk. De veiligheidscrisis raakt ons bestaan, brengt onrust, en stelt onze politieke instellingen en onze bevolking op de proef. Globalisering leek tot voor kort te wijzen op intensivering van wereldwijde communicatie, vergroting van markten, en vrij verkeer van personen en goederen. Tegenwoordig duidt ze tevens op niet aan grenzen gebonden geweld, zich uitbreidende onveiligheid en intercontinentale vluchtelingenstromen. Wekelijks komen duizenden vluchtelingen uit vooral Syrië ons land binnen, ontredderd, getraumatiseerd en op zoek naar veiligheid.

Onze verwevenheid met de rest van de wereld maakt dat wij geen geïsoleerd antwoord kunnen geven op de uitdagingen die voor ons liggen. De filosoof Amartya Sen heeft betoogd dat globalisering met zich meebrengt dat we bij de vraag wat ons te doen staat, motieven moeten afwegen die niet alleen gelden op ons stukje aarde. De globalisering maakt duidelijk dat een rechtvaardigheid die alleen houdbaar is in het licht van lokale belangen geen rechtvaardigheid is. Onze rechtvaardigheid moet breder en wijder zijn. De hulpeloosheid en ontheemding van vluchtelingen en hun verlangen naar veiligheid, doen een beroep op onze waarden en onze maatstaven van rechtvaardigheid. In onze overtuiging heeft de overheid het recht hoog te houden en moet ze hierin de toon zetten.

De vluchtelingencrisis maakt vragen los bij de bevolking over de toewijzing van woonruimte en middelen. Het wordt inschikken en opschuiven in een situatie waarin er al veel van burgers is gevraagd. Maar het gaat ten diepste om wat recht en billijk is en wat onze waarden zijn op kritieke momenten. Wij worden geconfronteerd met de gebrokenheid en last van de wereld en we kunnen ons er niet aan onttrekken. Juist dan moet helder zijn welke maatstaf van rechtvaardigheid de overheid aanlegt. En dan is er ook dit aspect: is het niet onze relatieve welvaart en onze mogelijkheid om te delen die ons juist in staat stelt om te helpen en dus een extra verantwoordelijkheid geeft? Kan de minister-president dit beamen?

Veel mensen zetten zich in om vluchtelingen te helpen. Het uitsteken van de helpende hand is hoe onze beschaving — misschien moet ik zeggen: hoe de beste delen van onze beschaving — barmhartigheid altijd heeft verstaan. Het is onze dure plicht. Ik ben trots op de kerken die ruimtes en vrijwilligers beschikbaar stellen. De manier waarop wij mensen verwelkomen, zal bepalend zijn voor het vervolg van hun verblijf. Het beroep op de samenleving zal sterker worden nu er uitgezien gaat worden naar kleinere locaties en vluchtelingen meer verspreid over het land worden opgevangen. We delen de observaties dat dat belangrijk is voor de komende tijd. Mijn fractie wil aan de kant staan van die Nederlanders, die zich inzetten voor anderen, zorg verlenen, op hun plek wereldburger willen zijn, niet wegtrekken uit gemengde wijken en buurten, maar het goede zoeken voor de samenleving. Wij kunnen wat aan als samenleving, dat is waar, maar zij die iets willen betekenen voor anderen, moeten daarbij de steun hebben van een overheid die betrouwbaar is en mensen niet in de steek laat. We hebben een samenleving nodig die ruimte, veerkracht en mogelijkheden heeft om zorg te besteden aan eigen mensen en aan nieuwkomers.

Maar dan moet die inzet wel ondersteund worden door een regering die aan de voorwaarden hiervoor werkt. Op dit punt heeft mijn fractie kritiek, en die is niet van vandaag of gisteren. Er is aandacht voor het bedrijfsleven — collega Hermans noemde Nederland het beste land voor ondernemers — en de economie, allemaal prachtig. Maar wij menen dat de inspanningen voor rechtsstaat en samenleving veel krachtiger moeten zijn. In de turnaround die we nu gaan meemaken, komen we onszelf tegen. We hebben teveel signalen veronachtzaamd. Voor nieuwe asielopvang was geen extra geld uitgetrokken in de begroting voor 2016. Waar was de minister-president met zijn hoofd? Kan het kabinet aangeven waar de middelen voor vluchtelingenopvang vandaan gaan komen? Er wordt een greep gedaan uit het toch al onder druk staande budget voor ontwikkelingssamenwerking. Wil de minister-president aangeven wat dit betekent voor het budget en de beleidsprogramma van Ontwikkelingssamenwerking?

De inzet voor recht en gerechtigheid begint dicht bij huis. Als de politie het werk niet aankan, er onopgeloste zaken blijven liggen, burgers klagen over toenemende intimidatie, criminele netwerken ons land als thuisbasis hebben, als er ongeleide projectielen op straat rondlopen en gevangenissen zijn wegbezuinigd, dan stelt dat burgers niet gerust. Teveel zaken blijven liggen. Ik denk ook even aan de situatie in Noord-Brabant, waar een onderwereld de bovenwereld in de greep krijgt. We moeten het kwaad aan het begin weerstaan. Ook dat is een overheidstaak. Pas dan ontstaat het vertrouwen dat we iets kunnen betekenen voor de wereld en dat onze samenleving grote groepen nieuwkomers aankan. Veiligheid begint bij een robuuste rechtsorde, maar op dit punt toont het kabinet te weinig ambitie.

Het leek er een tijd op dat deze regering zich hiervoor zou gaan inzetten. Met een nieuw ministerie voor Veiligheid en Justitie, dat echter al snel topzwaar lijkt en het moet doen zonder echte investeringen. Hadden we de 5 miljard die nu beschikbaar komt niet voor een deel anders moeten inzetten? Het primaire proces van de rechtspraak staat onder druk. De toegang tot het recht wordt als het aan het kabinet ligt, bemoeilijkt door de verhoging van griffierechten en de kosten voor rechtsbijstand. Ik meen dat daarover al via moties was aangegeven dat dit geen begaanbare route is. Haal het van tafel. Bezuinigingen op veiligheidsdiensten helpen al evenmin. Beseft het kabinet dat in een wereld die aan veiligheid inboet burgers hun houvast moeten vinden in de rechtsorde en de rechtsstaat? Gaat het kabinet de capaciteit van politie en justitie nu versterken? We zouden een uitspraak van deze Kamer over de justitiebegroting en de behoefte aan meer middelen ondersteunen.

Terwijl het kabinet bezig is z'n economische zegeningen te tellen, loopt het in de samenleving spaak. We bouwen geen participatiesamenleving op basis van de keuzes van het kabinet. We hebben te maken met een groeiende kloof tussen werkenden en niet-werkenden, tussen mensen met een betaalde baan en mensen die op een andere manier in de samenleving participeren. Volgens de Miljoenennota gaan werkenden er in koopkracht fors op vooruit en van die werkenden komen tweeverdienershuishoudens er veel beter van af dan eenverdienershuishoudens. De aandacht voor informele zorg, de aandacht voor gehandicapten en ouderen schiet te kort, terwijl het de bedoeling was de samenleving meer zorgtaken te laten vervullen. Vanuit welke visie opereert het kabinet nu eigenlijk? Graag krijgen we op dit punt een toelichting door de premier.

Onze internationale context is sterk aan het veranderen en ook Europa is geen safe haven meer. Meer dan eens heeft mijn fractie gevraagd of en wanneer we onze defensie-uitgaven meer in de pas brengen met de NAVO-norm, die ook voor ons geldt. In de Tweede Kamer heeft collega Van der Staaij aandacht gevraagd voor verdere investeringen. Mijn vraag aan de premier is welke afspraken er worden gemaakt met de NAVO-landen en hoe hij de trendmatige uitgaven voor zich ziet. Even voorbij de grenzen van Europa is er de hitte van de strijd, maar ook wat lijkt op het begin van een nieuwe Koude Oorlog.

Ik heb dringende vragen aan de orde gesteld rond veiligheid, recht en de bescherming door het recht. Dit zijn kerntaken van de overheid. Die vragen om serieus onderhoud en een serieus debat in een tijd waarin de overheid wordt getoetst op haar diepste intenties. Zij die van goede wil zijn in onze samenleving hebben bescherming en de vaste grondslag van het recht nodig; dat geldt voor vluchtelingen en voor burgers van dit land. Wij wensen de regering Gods zegen toe bij haar belangrijke taak om schild te zijn voor de samenleving en zien uit naar het vervolg van dit debat.