Plenair Vos bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2015 (2015/2016 nr. 8)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 23.03 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik wil graag de heer Rinnooy Kan, mevrouw Teunissen en de heer Van Rooijen feliciteren met de mooie inbreng. Ik wil natuurlijk ook de bewindslieden bedanken voor hun uitputtende en creatieve beantwoording. Mijn fractie heeft als inzet voor de beoordeling van deze Miljoenennota gekozen voor de volgende punten. Wordt voldoende gedaan aan een aantal heel belangrijke maatschappelijke opgaven, waarbij we denken aan het gebrek aan werk bij veel mensen, het milieutekort, de grote internationale problematiek rond vluchtelingen en de armoede? En wordt voldoende gedaan aan de financiële houdbaarheid? Daar wil ik nog een aantal korte opmerkingen over maken.

Ik wil de minister bedanken dat hij heeft toegezegd zijn analyse van het bredere welvaartsbegrip toe te zenden aan de Eerste Kamer, net als aan de Tweede Kamer. Die analyse betreft ook de financiële risico's voor het klimaat en de vraag welke conclusies je daaruit zou moeten trekken voor je beleid. Daar ben ik blij mee. Ten aanzien van het structurele tekort, waar de minister heeft gezegd niet te gaan voldoen aan de EU-normen, heeft hij gezegd dat dat nou eenmaal een groot probleem is. Het zou namelijk allemaal zo totaal onvoorspelbaar zijn hoe de Europese Commissie dat beoordeelt, maar hij gaat daar werk van maken. Ik zou hem echter willen voorhouden: is het niet zo dat ook de voorstellen van het kabinet te weinig doen aan de structurele versterking van de economie? Zit daar niet wel degelijk een knelpunt en is dat ook niet de reden waarom het structurele tekort oploopt in plaats van daalt?

Een derde korte opmerking betreft het budget uit ontwikkelingssamenwerking, dat nu wordt besteed aan de eerstejaars opvang van asielzoekers. De minister zegt dat dat nou eenmaal de afspraak is. Het mag ook, gelet op de internationale regels, dus we doen het zo. Dat vind ik toch een beetje een antwoord als: we doen het maar zo, omdat we het nou eenmaal zo doen. Mijn punt is juist dat dit een zeer groot vraagstuk is, waar we de komende jaren nog niet klaar mee zijn. Moeten we daar niet anders naar kijken? Moeten we niet, net als Duitsland, zeggen dat hier de hele begroting maar voor moet opdraaien en dat we dit uit de algemene middelen gaan doen? Dat zou ik hier nogmaals willen benadrukken.

Dan kom ik op het 5 miljardpakket. Het kabinet zegt dat het dit zodanig ingezet heeft, dat het echt maximale werkgelegenheid en maximale arbeidsparticipatie oplevert. Mijn fractie kan eerlijk gezegd moeilijk geloven dat dit inderdaad in dit opzicht het beste pakket is. Wij denken dat er meer mogelijk was geweest op het gebied van de werkgelegenheid. De minister heeft ons op dat punt toch niet kunnen overtuigen.

Een andere interessante discussie gaat natuurlijk over de vergroening. De staatssecretaris had daar buitengewoon interessante antwoorden op, waar ik hem zeer voor dank. Natuurlijk ga ik graag met hem het nadere debat aan, wanneer het Belastingplan hier ligt en we zijn voorstellen goed kunnen beoordelen. Ik wil echter alvast een paar kleine schoten voor de boeg doen. Zijn geloof in het huidige emissiehandelssysteem deel ik niet. Ik ben daar buitengewoon kritisch op. Ik ga dus graag met hem het nadere debat daarover aan, evenals het debat over het nut van kolenbelasting of het opvoeren van de belasting voor grootverbruikers. De staatssecretaris maakte de volgende opmerking: het gaat met de CO2-reductie hartstikke goed en in 2020 zitten we op -24%. Dat kan ik eerlijk gezegd niet plaatsen en ik kom daar ook graag bij hem op terug. Volgens mij rekent de Nationale Energieverkenning ons juist voor dat het 18% tot 19% gaat worden. Het probleem is ook dat het na 2020 helemaal lijkt stil te vallen. Daar gaat de motie-Strik ook over. Wij vragen aan het kabinet: ga door, want we zijn er nog lang niet.

Op het punt van klimaat ben ik, net als de heer Rinnooy Kan, van mening dat Nederland tekortschiet op een aantal belangrijke punten. Zoals het er nu voorstaat halen we de opdracht van het energieakkoord niet. De rechter zegt dat we meer moeten doen. We hangen achteraan wat betreft energiebesparing en duurzame energie. Ik wil het kabinet daarom toch vragen om wat nodig is te doen en alles uit de kast te halen. Dat zou wat mij betreft kunnen op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Daar liggen ongelooflijk veel kansen die te weinig gegrepen worden. Daar ligt een groot budget klaar voor de woningbouwcorporaties, dat onvoldoende ingezet wordt. Daar kunnen kantoren nog veel verduurzamen, maar daar doen ze het gewoon niet. Ik zou dus graag bij motie het kabinet willen oproepen om daar werk van te maken.

De voorzitter:

Door de leden Vos, Rinnooy Kan, Van Apeldoorn, Ten Hoeve, Teunissen en Ester wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland als gevolg van de uitspraak van de rechter op korte termijn extra maatregelen moet nemen om minimaal 25% CO2-reductie in 2020 te realiseren;

overwegende dat in de gebouwde omgeving een groot onbenut energiebesparingspotentieel aanwezig is;

overwegende dat investeringen in energiebesparing in woningen en gebouwen, en in concepten zoals "nul-op-de-meter", niet alleen leiden tot energiebesparing en CO2-reductie, maar ook tot extra werkgelegenheid en versterking van de economie;

overwegende dat het bestaande instrumentarium en de financiële middelen om het energiebesparingspotentieel optimaal te benutten onvoldoende effectief worden ingezet;

verzoekt de regering, met een aanpak te komen die ertoe leidt dat het bestaande instrumentarium en de financiële middelen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving snel en effectief worden ingezet, zodat het energiebesparingspotentieel optimaal wordt benut,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter Q (34300).