Verslag van de vergadering van 15 december 2015 (2015/2016 nr. 13)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 21.07 uur
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de beide bewindslieden hartelijk voor de beantwoording, de openheid en het zoeken naar verbeteringen in de begroting. We hebben dat gezien in de schriftelijke beantwoording en ook hier. Tegelijk is mijn fractie nog niet helemaal vrij van zorgen dat we een herhaling in de herfst van 2016 kunnen voorkomen. De minister heeft gezegd, een goede analyse te gaan maken. Er zijn al verkenningen gemaakt, wat mooi is. Maar de minister zegt tegelijkertijd: als het nodig is, komt er extra geld bij. Meerdere collega's hebben al omstandig betoogd waarom het zeker nodig is dat er geld bij komt. Ik vraag de minister om meer dan alleen strijdbaar te zijn. Ik neem aan dat hij afgelopen zomer ook strijdbaar was, maar er is nog net een slag meer nodig om nu de stap te kunnen zetten naar een begroting voor dit ministerie die sober, stabiel en toch ook koersgericht is, om er maar eens wat VVD-termen in te smijten. Dat zal de minister goed doen. Ik noem als voorbeeld de 10 miljoen die de afgelopen week aan de orde kwam, die de politie nodig heeft om de huidige instroom van vluchtelingen te kunnen bemensen en te beveiligen. We weten gewoon dat dat geld nodig is. We kunnen dat niet gaan ontkennen.
Mijn zorgen gelden ook de reeds gekozen dekking die de minister reeds heeft aangereikt. Een kasschuif is niet alleen techniek. Als je geld verplaatst, zal er in de toekomst minder geld zijn. Je kunt onderbouwen waarom dat niet nodig is, maar die onderbouwing moet er wel zijn en ik heb haar nog niet gezien. De investering die wordt gedaan in de fraudebestrijding is net zo'n voorbeeld. Er wordt gezegd dat er een rendement van 1 op 4 is. Ik zou zeggen: waarom stoppen we er niet nog meer geld in, zodat we nog meer geld ophalen? Ik kan dat niet inzien. In ieder geval is het een waardevolle tip voor de schrijvers van verkiezingsprogramma's: tot voor kort werd het niet goedgekeurd door het CPB, maar wellicht vanaf vandaag wel. Ik zie daarom zeer uit naar de nadere beantwoording van de minister op deze punten. Maar het is ook daarom dat mijn fractie van harte haar handtekening heeft gezet onder de motie van de heer Engels c.s.
Er is ook een vraag blijven liggen, namelijk over de rechtbanken. Ik heb gevraagd of eerst kan worden gekeken naar een evaluatie van de Wet herziening gerechtelijke kaart, alvorens verdere beslissingen zouden worden genomen. Ik heb de minister dat nog niet duidelijk horen zeggen. Daarom hoor ik hem daar graag nader over. Verder kan ik me aansluiten bij het warme pleidooi van collega Beuving.
Ik heb ook nog een vraag gesteld over de voortgang van de Wet regulering prostitutie. Het antwoord dat de minister daar schriftelijk op gaf, was het antwoord dat ik van hem kan verwachten, namelijk dat hij zijn best doet. Maar dit dossier sleept al zo lang, zullen we er ons uiterste best voor doen dat we daar in de herfst van volgend jaar niet meer tegen aankijken, maar dat de gemeenten dat gewoon invoeren?
Ik dank ook de staatssecretaris expliciet voor de beantwoording, maar ook hem en zijn medewerkers voor het werk in deze pittige tijden. Ik blijf wel mijn zorgen houden over de ramingen na 2017. Hij blijft naar mijn idee toch telkens middelen bij elkaar sprokkelen om het voor elkaar te blijven krijgen. Maar daarin weet deze staatssecretaris zich dan gesteund door de ChristenUnie dat hier een stevige oplossing is geboden, juist voor de integratie van die mensen die nu een asielverzoek doen, maar waarvan we eigenlijk bijna zeker weten dat ze zullen blijven.
Ik zie uit naar de notitie van collega Ruers. Het lijkt me goed om aan dit debat ook op een andere manier nog een vervolg te geven. Ten slotte: dit zijn woelige tijden. De rechtsstaat staat in de branding, er zijn vele uitdagingen. Ik denk dat de beide bewindslieden alleen gericht moeten zijn op echte antwoorden, en niet meer op het crime-fightingbeeld van een ministerie van Veiligheid en Justitie, dat leuk ronkt in de kranten, maar op een ministerie van Veiligheid en Justitie waarop we kunnen bouwen, een ministerie dat pal staat voor de rechtsstaat, voor de waarden van gerechtigheid, maar ook van barmhartigheid. Als mensen in nood zijn en hier aankloppen, moeten ze een veilige procedure krijgen en moet eerlijk worden afgewogen of er plek voor hen is in ons land. Daarom zal mijn fractie de motie van collega Van Weerdenburg niet steunen.