Verslag van de vergadering van 9 februari 2016 (2015/2016 nr. 19)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.30 uur
De heer Köhler i (SP):
Voorzitter. Ook ik dank de heer Van Raak en minister Plasterk voor hun gezamenlijke uitputtende beantwoording. Onze drie vragen zijn duidelijk beantwoord, zij het op een punt niet helemaal bevredigend. Dat betreft het al dan niet goed beschermen van de zzp'er, de stagiaire en de vrijwilliger. Overigens was me de uitleg duidelijk dat het begrip werknemer binnen de wetgeving inzake het Huis voor klokkenluiders in artikel 1h wordt uitgebreid met de passage "degene die anders dan in dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht". Die groepen vallen daar dus allemaal onder. Ik ben ook blij dat dit nog even expliciet voor de wetsgeschiedenis is meegedeeld. De minister heeft nog wel aangevuld dat dit geen betrekking heeft op het benadelingsverbod. Dat is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en in de passage over werknemers. De definitie daarvan is in het Burgerlijk Wetboek nu eenmaal anders. Hetzelfde geldt voor de Ambtenarenwet, de Politiewet enzovoorts. Ik begrijp dat onderscheid dus heel goed en ook de reden waarom het al dan niet zo is opgenomen. De conclusie blijft wel dat de rechtsbescherming voor vrijwilligers, zzp'ers en dergelijke personen minder goed verankerd is in de diverse wetswijzigingen. Ik zie daar ook niet een- twee-drie een oplossing voor. Misschien is het wel een punt van aandacht als we hier te gelegener tijd, zoals de minister zegt, opnieuw over praten.
In de uitputtende beantwoording heeft de heer Van Raak zoveel moois gezegd dat het soms nog mooier klonk dan het volgens mij is. Zo zei hij dat de zorgvuldige procedure die bij het Huis zal worden gevolgd, ook gunstig is voor de werkgevers. Mensen brengen nu soms allerlei dingen meteen naar de pers. Dat zou bij de zorgvuldige procedure niet kunnen. Mij lijkt dat toch een beetje wensdenken, want ook als het Huis voor klokkenluiders er is, kan elke querulant gelijk naar de pers lopen. Hij hoeft helemaal niet naar het Huis voor klokkenluiders. Er is geen enkele wettelijke verplichting om daar om advies te gaan vragen. Ook zullen er altijd redacties en media zijn die van elke mug een olifant willen maken. Dat houd je met geen enkele wet tegen. Overigens moeten we dat ook niet tegen willen houden. We moeten niet proberen om de pers zich tegen zichzelf in bescherming te laten nemen, hoe noodzakelijk je dat soms ook zou vinden.
De voorzitter:
Mag ik u op de tijd wijzen, mijnheer Köhler?
De heer Köhler (SP):
Ik rond af. Wat ons betreft, is één Huis genoeg. Het zal niet alle problemen rondom het fenomeen klokkenluiders kunnen oplossen, maar dit wetsvoorstel zal de positie van klokkenluiders wel versterken en leiden tot een zorgvuldige omgang met alle betrokkenen. Daarom zal ik mijn fractie van harte adviseren om voor dit wetsvoorstel te stemmen. Dat zal u niet verbazen.