Verslag van de vergadering van 12 april 2016 (2015/2016 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.05 uur
De heer Lintmeijer i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank de minister voor het beantwoorden van de vragen. Ik heb het geturfd en hij heeft er geen enkele overgeslagen. Er was zelfs een bonusvraag die ik vorige week heb gesteld en die vandaag nog een keer beantwoord is. Dat is heel fijn en goed voor de continuïteit en de consistentie van de beantwoording.
Ik ben blij met de evaluatie van de inkomensafhankelijke huur die de minister heeft toegezegd. Daar kijken wij naar uit. Er blijven wel zorgen bij ons over. Ik heb in mijn inbreng geschetst dat wij de woningmarkt een gemankeerde markt vinden. Het is een markt die niet van vandaag op morgen gezond gemaakt kan worden door het stelsel van verschillende segmenten, met elk hun eigen maatregelen. D66 wees daar ook al op.
Wij blijven ons zorgen maken over de verdere stijgingen van de huren, met name in het lagere middensegment van inkomens. Voor de laagste inkomens denken wij dat er een paar stappen in de goede richting worden gezet door de invoering van de wet. In de segmenten daar net boven kunnen de prijzen echter nog behoorlijk doorstijgen. Dat zijn echter ook geen mensen die van dikke inkomens leven. Daar is het ook al geen vetpot, of het nu grote of kleine gezinnen zijn.
Wij blijven ook zorgen houden over de afname van de voorraad van sociale huurwoningen door verkoop en liberalisering. Dat is een tendens die ook door deze wet niet geweerd wordt, tenzij we erin slagen om veel volume te bouwen, in zowel het middensegment als het segment van de meest betaalbare woningen.
Daarnaast blijven wij bezorgd over de effecten van de verruiming van de tijdelijke huurmogelijkheden, omdat wij vrezen dat het voor grote groepen mensen, met name in de particuliere markt, de huurzekerheid naar beneden zal halen.
Ik kom nog even op de investeringen in het middensegment. Wij zouden het toejuichen als de minister het voor elkaar krijgt om pensioenfondsen of andere investeerders het lege erf te laten volbouwen. Dat zou heel mooi zijn, maar wij zijn er niet helemaal van overtuigd dat dit meteen leidt tot hoge huren omdat het gewenste rendement anders niet behaald wordt. Op dit moment zijn voor zowel corporaties als voor particuliere huurders de financieringskosten en de investeringskosten zo laag dat het moet lukken om met betaalbare huren toch voldoende rendement te realiseren. Dat kan doordat de rente nu zo laag is. Toen het kabinet met het voorstel kwam om de hypotheekrenteaftrek aan te passen, lagen de rentes ongeveer op het dubbele niveau van nu. Toen vonden we dat al laag. Nu kun je ook op de hypotheekrentemarkt voor onder de 2% tien jaar vaste rente krijgen. Wat ons betreft is dat nog steeds aanleiding om te kijken of de hypotheekrenteaftrek toch een paar stappen sneller kan worden aangepast dan nu is overeengekomen. De financiële mogelijkheden zijn hiermee gebaat, zowel aan de kant van de leners als aan de kant van de overheid.
Alles afwegende blijven wij bezorgd over een aantal punten. Wij wachten nog even de beantwoording in tweede termijn af.