Verslag van de vergadering van 28 juni 2016 (2015/2016 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.50 uur
De heer Köhler i (SP):
Voorzitter. We bespreken vandaag de Wet uitwerking Autobrief ll. Alleen al de naam verdient een prijs. Straks kunnen we tegen elkaar zeggen: zoals u al zei bij het debat over de Wet uitwerking Autobrief ll. Het Romeinse cijfer kunnen we niet uitspreken. Het is prachtig. De wet gaat over wijzigingsvoorstellen voor de autobelastingen. Het uitgangspunt is dat het geheel budgettair neutraal is. Daar kan de SP-fractie zich in vinden.
De voornaamste verschuiving is dat de kortingen voor auto's die minder CO2 uitstoten, deels worden afgeschaft en deels worden verminderd. Dat is enerzijds omdat sommige van deze auto's, met name de zogenaamde plug-in hybride voertuigen, in de praktijk veel minder zuinig rijden dan in theorie en anderzijds omdat de besparing aan CO2-uitstoot weglekt naar andere landen. Als er hier zuinige auto's worden verkocht, mogen de fabrikanten in andere EU-landen minder zuinige auto's verkopen, want de EU-normen zijn op de gemiddelde uitstoot van de nieuw verkochte auto's gemaximeerd.
Daarvoor in de plaats komt er een zeer lage belasting op volledig elektrische auto's, die in alle opzichten minder milieuvervuiling veroorzaken. Dat vinden we positief. In totaal zouden deze maatregelen maar tot 1% extra uitstoot van CO2 leiden, menen wij op pagina 23 van de memorie van toelichting te lezen. De staatssecretaris heeft op onze schriftelijke vragen echter geantwoord dat er helemaal geen extra CO2-uitstoot als gevolg van zijn voorstellen zal komen. Dat lezen we op bladzijde 7 van de memorie van antwoord. Volgens mij praten we hier langs elkaar heen. Je moet de situatie in 2020 natuurlijk niet zonder meer vergelijken met 2016, maar de situatie in 2020 bij gewijzigd en bij ongewijzigd beleid afzetten tegen de huidige situatie. Als we dat doen, dan is er volgens ons in de stukken van de staatssecretaris zelf sprake van minder CO2-besparing, zij het maar met 1%. Kan de staatssecretaris hier zijn licht nogmaals over laten schijnen?
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft geadviseerd om de autobelastingen meer te richten op het beperken van de voor onze gezondheid schadelijke uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof. Dat is hard nodig, want op een aantal plaatsen in onze steden ligt deze uitstoot boven het wettelijk toegestane maximum en in het hele land gaat de uitstoot van deze schadelijke stoffen de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie ver te boven. De staatssecretaris doet echter weinig met deze aanbeveling. Hij beargumenteert hier eigenlijk dat het bronbeleid, dus het produceren van schonere auto's, effectiever kan zijn dan het vergroenen van autobelastingen. Dat deed hij vorig jaar bij het Belastingplan ook. Het vergroenen van autobelastingen komt op de tweede plaats, want die autobelastingen zijn eigenlijk niet bedoeld voor milieubeleid, als ik zijn woorden goed interpreteer.
Hoewel de staatssecretaris in principe gelijk heeft dat een goed bronbeleid het beste zou zijn om de milieuvervuiling door auto's terug te dringen, gaat dat in de praktijk toch niet zo simpel. De normen voor het produceren van schonere auto's worden op slinkse wijze ontdoken en de lobby van autofabrikanten verzet zich binnen de Europese Unie met succes tegen de noodzakelijke aanscherping van deze normen. Dat doen ze ook met succes tegen de door deze regering bepleite aanscherping van deze normen. Bovendien kun je langs deze weg alleen iets doen aan nieuwe auto's, terwijl de oudere, vuilere auto's nog tientallen jaren gebruikt zullen worden.
Het is dan ook helemaal niet oneigenlijk om op vervuilende consumptiegoederen, of het gebruik daarvan, extra belasting te heffen om de consument te stimuleren over te stappen op minder vervuilende goederen. Dat geldt ook voor auto's. Helaas ziet de staatssecretaris daar klaarblijkelijk weinig in, want er is in de kabinetsvoorstellen, in de lijn van het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving, alleen een beperkte fijnstoftoeslag op zeer oude, vuile diesels opgenomen, die bovendien pas over drie jaar ingaat. Deze toeslag heeft daardoor ook maar een beperkt effect: 3 tot 5% minder uitstoot. Als deze heffing hoger was geweest, dan zou het effect toenemen, en wel lineair, volgens de antwoorden van de staatssecretaris. Als de extra inkomsten van een hogere heffing bovendien zouden worden aangewend voor een royalere opkoopregeling voor de oude dieselvoertuigen, dan kan het positieve effect voor onze gezondheid nog meer toenemen. Helaas heeft het kabinet hier kansen laten liggen.
Een ander punt waarop het kabinet het volgens onze fractie helemaal laat afweten, is de verschuiving van vaste lasten op autobezit naar variabele lasten op autogebruik. Dat kan door de invoering van een kilometerheffing. Zo'n heffing wordt niet alleen door de SP bepleit, ook grote maatschappelijke organisaties zijn er voor. Het is eerlijker, want hoe meer je rijdt, hoe meer belasting je betaalt. Ook zal het wat bijdragen aan selectiever autogebruik, en hoe minder autokilometers, hoe minder milieuvervuiling.
De staatssecretaris wil er niets aan doen, omdat in het regeerakkoord staat dat er in deze periode geen kilometerheffing komt. Dat betreuren we. Zou de staatssecretaris voor de volgende regeerperiode wel een onderzoek op tafel kunnen leggen met de voor- en nadelen van verschillende varianten van een kilometerheffing?