Verslag van de vergadering van 1 november 2016 (2016/2017 nr. 5)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.13 uur
Mevrouw Strik i (GroenLinks):
Voorzitter. Ook ik wil de minister-president hartelijk danken voor zijn uitgebreide en optimistische beantwoording. Zo kennen we hem natuurlijk ook! Ik vond hem vanavond echter extra ontspannen, alsof hij uitstraalde dat de klus van dit kabinet al zo'n beetje is geklaard. Maar prijs de dag niet voordat het avond is; we hebben nog vijf maanden te gaan en er kunnen nog allerlei bananenschillen op uw weg komen! Ik wens de minister-president en zijn kabinet echter veel succes met de afronding.
Ik proefde wel een ambivalente houding ten aanzien van Europa; meer ambivalent dan ik ooit had gedacht. Wat ik daarvan overhield, was het idee dat we de Europese Commissie als een sterke commissie nodig hebben omdat we een klein land zijn, en dat we dus eigenlijk vanuit opportunistische redenen het communautaire karakter van de Europese Unie omarmen. Mochten we ooit groter groeien, dan kunnen we wel meer intergouvernementeel gaan. Ik heb verder het idee dat de premier wel erg hecht aan een sterke Raad, maar daar eigenlijk niet zo graag een sterk Europees Parlement tegenover ziet. Ik wil hem eraan herinneren dat het gewoon een medewetgever is. Raad en Europees Parlement samen zijn de wetgever. Ik vraag me echt af — de premier heeft dat niet zo duidelijk gezegd — hoe hij dat dan wel voor zich ziet, in acht genomen dat we burgers willen betrekken bij de Europese Unie, bij de besluitvorming, en dat we die daar ook echt een sterke rol in willen geven. Misschien kan ik hem meegeven dat onlangs uit een TNS NIPO-enquête is gebleken dat veel VVD-kiezers voorstander van zelfs een Europese federatie zijn. Kun je nagaan! De positie van Rutte zal dan ook in eigen club weleens betwist worden. Ik denk dat dit belangrijk is, omdat we dat communautaire karakter van de EU misschien juist hard nodig hebben als we meer solidariteit, meer slagkracht binnen de Unie willen, maar ook op het wereldtoneel waar we zo veel meer zouden willen doen om oorlog en terreur te bestrijden.
We hebben het over de tweedeling in de samenleving gehad. Dat was voor mijn fractie een rode draad. We zien het in heel veel sectoren en we maken ons daar grote zorgen over. Ik ben blij dat ook de premier aangaf dat te zien en zei daarover ook zorgen te hebben. Arbeidsparticipatie is natuurlijk de eerste voorwaarde om die tweedeling te bestrijden en eroverheen te komen. We willen hem vragen de periode die hij nog heeft te gebruiken om alles uit de kast te halen om ervoor te zorgen dat dit proces in de periode na de verkiezingen niet stil komt te staan. Daarom hebben we de volgende motie voorbereid.
De voorzitter:
Door de leden Strik, Rinnooy Kan, Lintmeijer, Koffeman en Kox wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat volwaardige participatie door iedereen een belangrijke doelstelling is van het kabinet;
overwegende dat gelijke kansen voor iedereen op de arbeidsmarkt daarvoor een cruciale randvoorwaarde is;
overwegende dat uit tal van onderzoeken blijkt dat deze gelijke kansen in de praktijk niet worden waargemaakt en zelfs verder bedreigd worden, met name voor mensen uit de laagste sociaal-economische klassen, migranten en mensen met een arbeidsbeperking, waardoor een tweedeling in de samenleving dreigt te ontstaan of verder te verdiepen;
verzoekt het kabinet, in overleg te treden met de SER om ten behoeve van de komende kabinetsformatie scenario's en werkwijzen te ontwikkelen om de participatie en carrièremogelijkheden van deze groepen op de arbeidsmarkt te vergroten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter E (34550).
Bent u nu klaar, mevrouw Strik? U bent door uw tijd heen.
Mevrouw Strik (GroenLinks):
Ik heb nog één opmerking.
De voorzitter:
U mag een heel korte opmerking maken, want u bent al één minuut over uw tijd heen.
Mevrouw Strik (GroenLinks):
Ik neem aan dat het kabinet op elk ministerie nog een to-do list heeft met wat er nog moet worden afgevinkt. Ik hoop dat in ieder geval. We hebben een onverbiddelijke registratie in de Kamer. Daar staat nog een aantal moties op waarop tot nu toe niet is gereageerd door het kabinet. Een daarvan gaat over het vastleggen van individueel klachtrecht bij mensenrechtenverdragen, een ander over het vastleggen van een realistisch sociaal minimum op Caraïbisch Nederland. Ik hoop dat de komende maanden echt benut zullen worden om op dat to-do listje ook deze twee punten te kunnen afstrepen. Ik wens het kabinet nog veel succes de komende tijd en bedank haar voor de samenwerking.