Plenair Schalk bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 22 november 2016 (2016/2017 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ik dank de minister en de staatssecretaris voor de beantwoording van mijn vragen. Die zijn op een aantal momenten al gedeeld tijdens interruptiedebatjes, dus ik ga nog maar op drie punten in. Ik hoop dat men het mij niet kwalijk neemt dat ik sommige dingen laat liggen.

Allereerst het punt van defensie. Terecht zijn door een aantal partijen vandaag zorgen geuit over de vraag hoe het in de toekomst moet met het defensiebudget. Ik denk dat de minister ons een stevige waarschuwing heeft gegeven. Hij vond het namelijk prima dat wij ons er zorgen over maken en dat we het hier noemen, maar hij wil wel boter bij de vis. De minister heeft ons erop gewezen dat er in de komende verkiezingsprogramma's echt aandacht voor moet zijn. Ik kan hem ervan verzekeren dat de SGP-fractie de komende vier jaar in ieder geval wil groeien naar een stevige inzet. Wij zullen dat in de volgende kabinetsperiode niet helemaal kunnen volbrengen, want het gaat over 5,4 of misschien wel 6 miljard. De bedoeling is wel om in de komende periode een oplopende reeks naar 4 miljard per jaar te realiseren. Of dat helemaal in het verkiezingsprogramma wordt meegenomen, moeten we nog even afwachten, want dat ligt nu bij het CPB. Stel dat het lukt, dan zou je in een range van een jaar of vijf, zes, naar de NAVO-norm moeten kunnen groeien. Dat zal niet meevallen, dat realiseer ik me zeer goed. Het zou echter goed zijn als we allemaal zoeken naar de hoeveelheid tijd die we willen gebruiken om onze defensie daadwerkelijk op orde te brengen.

Het tweede punt dat ik wil noemen is een korte reflectie op het debatje over de Wet DBA. Ik zou een heel korte samenvatting willen geven van hoe het bij mij is binnengekomen. Wij moeten de onzekerheid wegnemen, misbruik aanpakken en tijdig, binnen een jaar, helderheid verschaffen over wat er uiteindelijk gaat gebeuren met deze wet.

Het derde aspect dat ik nog graag wil noemen is het onderzoek dat is aangekondigd. Nogmaals de complimenten voor de snelheid waarmee dit is gedaan nadat de motie op 1 november is aangenomen. Die gaat over de stapeling van regels. De staatssecretaris heeft gezegd dat het nu eenmaal te maken heeft met de marginale druk. Dat begrijp ik, zeker omdat hij het uitlegde met de armoedeval die in eerste instantie lag bij iemand die niets verdiende. Als hij van nul tot een klein beetje ging verdienen, kwam hij in de armoedeval. Die is nu verplaatst, maar hij is eigenlijk verplaatst naar een inkomen van ongeveer €20.000. Iemand van 22 of 23 jaar met een minimumjeugdloon zit ongeveer op die €20.000. Die groep, die het heel zwaar zal hebben, wordt nu dus geconfronteerd met de armoedeval, die we bij een andere groep hebben weggehaald. Het zou geweldig zijn als het onderzoek leidt tot een betere verdeling. Het is fijn dat is toegezegd dat het een goed en serieus onderzoek wordt. Dat vergt tijd, dat begrijp ik. De staatssecretaris heeft gezegd dat hij de resultaten bij de formatie beschikbaar wil hebben. Wat mijn fractie betreft, betekent dit dat het deo volente op 15 maart gereed moet zijn, want op 16 maart begint immers de formatie. Het zou echter fijn zijn als het iets eerder zou zijn. Ik heb begrepen dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit gaat doen. Dat is prima.

Misschien een laatste vraag aan de staatssecretaris. Iemand moet de onderzoeksvraag hebben geformuleerd. Ik zou heel graag een brief willen hebben met de exacte onderzoeksvraag. Het zou voor mijn fractie heel fijn zijn als dat zou kunnen voordat we het Belastingplan hier bespreken.

Rest mij om de minister en de staatssecretaris te danken voor hun tomeloze inzet. Dat heb ik aan het einde van mijn eerste termijn niet gedaan. Het werk is nog niet af, ze mogen nog een poosje door. Ik wens hen daarbij wijsheid en van harte Gods zegen toe.