Verslag van de vergadering van 7 februari 2017 (2016/2017 nr. 17)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 18.25 uur
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de indieners voor de heldere beantwoording. Zij hebben ervoor gezorgd dat er een reparatieslag wordt gemaakt die al lang gemaakt had moeten worden. Het is mooi dat de Tweede Kamer het recht van initiatief kent en op die manier aan de slag kon gaan. Ik dank de staatssecretaris uiteraard ook voor zijn beantwoording.
De bekostiging, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel, blijft voor mijn fractie echter nog steeds omringd met vraagtekens. Die zullen pas in de AMvB precies worden ingevuld, maar de staatssecretaris heeft tot nu toe aangegeven dat hij, als er indexering door Financiën wordt toegekend, die zal doorberekenen. Dan kan er, als ik goed heb gerekend, ook aan de cao-verplichtingen worden voldaan, maar qua volumegroei is er nog steeds een gat. Daar heeft de heer Pijlman al meer over gezegd. Ik vind dat de staatssecretaris zich wat dat betreft niet royaal betoont. De lumpsum alleen al beslaat 9,9 miljard. De opmerkingen van de staatssecretaris wat dit betreft kunnen op termijn weer voer zijn voor een nieuwe discussie, mocht er sprake zijn van een groei die boven verwachting is, maar ook als de groei normaal is. De staatssecretaris geeft de indruk dat hij niet zo ruim in zijn jasje zit.
Ik heb verder niets gehoord over de overbruggingsregeling, maar duidelijk is wel dat de 10 miljoen al en breed is uitgegeven. Daarom dien ik mede namens de collega's van CDA, D66, GroenLinks, SGP en SP een motie in die duidelijk wil krijgen hoe de bekostiging wordt geregeld en op welke termijn daarover helderheid wordt geboden. Dat moet wel voor 1 augustus, want dan wordt de wet van kracht.
De voorzitter:
Door de leden Bikker, De Vries-Leggedoor, Pijlman, Ganzevoort, Schalk en Gerkens wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vakleraren godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (g/hvo) reeds sinds 2009 gelijk aan groepsleerkrachten in het primair onderwijs beloond worden;
overwegende dat de beschikkingen van het ministerie van OCW voor 2016 en 2017 aan Stichting Dienstencentrum GVO en HVO niet de ruimte bieden om die gelijke beloning in deze jaren te effectueren, terwijl het initiatiefwetsvoorstel van de leden Ypma, Voordewind en Rog (34246) de bekostiging structureel voor de komende jaren beoogt te regelen;
voorts overwegende dat de regering nog geen middelen heeft gereserveerd om in de komende jaren gvo/hvo gelijkelijk te belonen aan groepsleerkrachten in het primair onderwijs;
verzoekt de regering om in lijn met het wetsvoorstel met een overbruggingsregeling te komen voor de jaren 2016 en 2017 en voor 1 augustus 2017 met een Algemene Maatregel van Bestuur te komen die conform artikel 50 WPO een structurele bekostiging regelt, zodat voldaan kan worden aan de vraag van ouders om hvo/gvo-onderwijs binnen het openbaar onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter C (34246).
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb al iets gezegd over de dekking. Volgens de ondertekenaars zou die gevonden kunnen worden in de lumpsum. Daarmee wordt het grote doel gediend dat alle kinderen in het openbaar onderwijs terecht kunnen.
De heer Bruijn i (VVD):
Waarom staat de dekking dan niet in de motie?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik wil die dekking nog wel toevoegen. Dat is helemaal geen probleem.
De heer Bruijn (VVD):
Als in de motie staat dat de dekking bijvoorbeeld uit de lumpsum moet komen, dan weet de regering waar zij aan toe is. Dan kan de regering de motie ook uitvoeren.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Als de heer Bruijn daarmee zegt dat hij de motie ook wil ondertekenen, in ieder geval wil steunen, dan gaan wij direct aan de slag.
De heer Bruijn (VVD):
Dat heb ik niet gezegd. Ik vroeg waarom de dekking niet in de motie staat. Het antwoord is duidelijk. De dekking kan erin. Daarmee is nog niet gezegd dat mijn fractie die motie zal steunen, maar ik heb de toezegging duidelijk gehoord.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Om het helemaal volledig te maken: ik geef de staatssecretaris graag de gelegenheid om te reageren op mijn opmerkingen. We zijn bezig met de tweede termijn. We zijn nog niet aan het eind van het debat.