Verslag van de vergadering van 7 februari 2017 (2016/2017 nr. 17)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 13.43 uur
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. Ik zal de drie wetsvoorstellen even nalopen. Bij het wetsvoorstel voor het intrekken van een paspoort ingeval van een uitreisverbod lijkt het mij dat het een een logisch gevolg is van het ander, dus die wet zal ik graag steunen. Het wetsvoorstel omtrent de bestuurlijke maatregelen zal ik ook steunen. Wanneer er duidelijke veronderstellingen zijn van gevaar van terrorisme en er nog geen mogelijkheden zijn voor strafrechtelijke vervolging, dan lijkt het een nuttige zaak om maatregelen te kunnen nemen, om iemand beter te kunnen volgen en in de gaten te kunnen houden. Ik ben mij ervan bewust dat dezelfde problematiek in Duitsland in de belangstelling staat en dat in dezelfde richting oplossingen worden gezocht. Wat het laatste wetsvoorstel betreft, over het intrekken van het Nederlanderschap, daar zal ik tegenstemmen, vanuit twee gezichtspunten.
De voorzitter:
Die gezichtspunten zou ik nu even laten ...
De heer Ten Hoeve (OSF):
Mag ik die zeer kort noemen? Het eerste punt is dat het staatsburgerschap een zeer persoonlijk iets is, wat eigenlijk alleen ingetrokken zou kunnen worden door iemand zelf, wanneer hij een gebrek aan binding met de betreffende staat bij zichzelf constateert. Dit wetsvoorstel, waarbij intrekking plaatsvindt, zelfs zonder ...
De voorzitter:
Nee, mijnheer Ten Hoeve, dit is nu toch te veel. Dit is geen stemverklaring meer. Hebt u nog een opvatting over de motie?
De heer Ten Hoeve (OSF):
Ik zal tegen de motie stemmen, dat is een duidelijke zaak.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik vraag toch aan iedereen om enige wijze zelfbeperking bij de toelichting van de stemverklaring en om er niet een verkapte derde termijn van te maken.