Verslag van de vergadering van 21 februari 2017 (2016/2017 nr. 19)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.53 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter. Ook ik dank de minister voor de zorgvuldige wijze van beantwoorden van al onze aandachtspunten van deze dag. Ik ga meteen maar door naar het zorgpunt van vandaag. Dat is met name ingestoken, als ik terugkijk naar de stukken, door de wens van de minister om het tempo erin te houden. Daar heb ik nog steeds wel mijn aarzelingen bij, omdat de intrekking van de erkenning altijd een langere termijn zal bedragen dan we misschien wel zouden willen. Dat is alleen al het geval omdat de minister heeft aangegeven dat ze studenten niet wil duperen. Dat betekent dat het een aantal jaren zou kunnen duren voordat de erkenning daadwerkelijk weg is.
De minister heeft heel nadrukkelijk aangegeven dat er een adviescommissie moet komen. De voorwaarden zijn al door verschillende van mijn collega's herhaald. Als die commissie haar werk heeft gedaan en de minister tot intrekking van de erkenning komt, verwacht ik eerlijk gezegd dat vrijwel altijd bezwaar en beroep zal worden aangetekend. De minister heeft al aangegeven dat ze een en ander in een brief zal verwoorden. Ik vind het belangrijk dat die brief er tijdig is, voordat we gaan stemmen. Misschien kan de minister toezeggen dat ze in die brief ook weergeeft welke hoofdlijnen ze ziet, maar ook welke routes er te voorzien zijn als er bezwaar of beroep wordt aangetekend. Verder vraag ik om een tijdpad. Resumerend ben ik heel benieuwd naar die brief, die mijn fractie zeer zorgvuldig zal bestuderen om tot een afgewogen oordeel te komen.
Ik was aanwezig bij de herdenking aan de VU van 100 jaar artikel 23. Daar heb ik de minister voluit voor artikel 23 horen pleiten, voor nu en voor de toekomst. Ik vond het fijn dat ze dat ook vandaag bevestigde, daarbij aangevend dat ze geen rangorde in de grondrechten ziet.
De voorzitter:
De minister is in staat en bereid om direct te antwoorden.