Verslag van de vergadering van 12 december 2017 (2017/2018 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.20 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ook veel dank aan de bewindslieden voor de beantwoording. Ik zou die willen typeren als inhoudelijk en empathisch. De minister kenden we al een beetje hier, maar wat de staatssecretaris betreft begrijp ik inmiddels heel goed dat D66 hem een paar maanden geleden heel snel lid heeft gemaakt.
Een paar onderwerpen wil ik graag nog benoemen. De staatsschuld. De minister heeft aangegeven dat er nu eenmaal een balans moet zijn tussen twee kanten: het inzetten van geld voor defensie, onderwijs en zorg aan de ene kant en de staatsschuld aan de andere kant. Ik moet hem daarin eigenlijk wel gelijk geven. Zelf heb ik tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen bijvoorbeeld behoorlijk aangedrongen op meer geld voor defensie, om maar wat te noemen.
Wat betreft de vlaktaks heb ik aangegeven dat je eigenlijk met een schone lei zou moeten beginnen. De staatssecretaris heeft dat bevestigd en gaf aan dat het inderdaad geen zuivere vlaktaks is. Maar hij zei dat het wel een stap in de goede richting is. Daar heb ik een vraag bij: wat bedoelt de staatssecretaris precies als hij zegt dat dit een stap in de goede richting is? Gaan we dus wel naar een zuivere vlaktaks toe?
Het derde punt dat ik graag wil maken, gaat over de eenverdiener en de kloof. Ik moet zeggen dat ik het een royale toezegging van de minister vond en in lichaamstaal ook van de staatssecretaris. Er komt een CPB-rapport. Vervolgens gaat het ministerie in gesprek met de Tweede Kamerfractie en de Eerste Kamerfractie van de SGP en misschien ook wel met anderen hier. Dat gesprek is in een positieve modus, gezien de kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners. Voor de duidelijkheid heb ik daar nog één vraag bij aan de minister: als we toch kijken naar deze problematiek, nemen we daar dan ook de alleenstaanden even in mee?
Wij zullen de moties natuurlijk goed overwegen voor volgende week. De motie van het lid Ester heb ik ondersteund en ondertekend. Het is overigens heel bijzonder dat door deze motie mijn motie van vorig jaar wordt omarmd en versterkt. Dat is wel bijzonder omdat destijds VVD en D66 mijn motie niet steunden, maar zij nu blijkbaar wel over het probleem willen laten rapporteren en in de jaarlijkse besluitvorming expliciet na willen laten gaan hoe de extremen in de marginale druk verder verminderd kunnen worden. Waarvan akte. Ik tel mijn zegeningen wat dat betreft.
Ten slotte heb ik al aangegeven dat ik moeite heb met de intrekking van de wet-Hillen en de btw-landbouwregeling, zoals geschetst. Het ging daarbij even over vertrouwen en ook over het SCP-rapport. Ik heb inmiddels even gekeken naar dat rapport. Ik moet zeggen dat daar heel mooie dingen in staan. Het is een beetje dik om snel door te lezen, ruim 400 pagina’s, maar pagina 63 is even heel cruciaal. Daar gaat het trouwens met name over het vertrouwen in de democratie, dat hoog is, en in de regering, niet zozeer in de politiek, maar wel in de regering. 49% van de bevolking heeft vertrouwen in de regering. 51% heeft dat dus niet. Daar kun je wel een coalitie op bouwen. Je moet dus even goed lezen wat er daadwerkelijk staat.
Het ging mij erom, niet alleen met betrekking tot die wetten, maar ook in het debatje dat ik daarover voerde met de heer De Grave en de heer Backer, dat de overheid betrouwbaar moet zijn. Ik las in Spreuken 25 — ik geef even het hoofdstuk erbij voor de liefhebbers — dat het vertrouwen op een trouweloze is als een gebroken tand en een verstuikte voet. Het vertrouwen op een trouweloze is als een gebroken tand en een verstuikte voet. We moeten dus geen trouweloze overheid zijn, maar een betrouwbare overheid. Dat wens ik het kabinet natuurlijk toe — dat heb ik vorige week al gedaan — maar ook deze minister en deze staatssecretaris. Vorige week heb ik al gezegd dat mijn vertrouwen in de toekomst dieper en hoger reikt omdat we een regeerakkoord hebben. Datzelfde vertrouwen wens ik ook deze minister en staatssecretaris toe, en daarbij van harte Gods onmisbare zegen op hun werk.
Dank u wel, mevrouw de voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Ik geef het woord aan de heer Nagel.