Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 16.17 uur
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Voorzitter, dank. Ik dank de minister voor de antwoorden op onze vragen. Ik dank ook voor de ambitie voor het kosteloos maken van het onderwijs, die niet alleen bij haar te horen was, maar ook bij bijvoorbeeld collega Bikker. Dat is een mooie gedachte. Voor meer inspiratie verwijs ik de minister nog maar eens terug het verkiezingsprogramma van GroenLinks; dat heeft zij kennelijk goed gelezen. Daar stond inderdaad het idee in om het collegegeld te halveren, niet alleen voor het eerste jaar maar veel breder. Het verhogen van de aanvullende beurs en die voor meer mensen beschikbaar maken, stonden er ook in, net als het maximeren van het collegegeld voor de tweede studie en een aanvullende beurs voor studenten met een functiebeperking. Het zijn maar een paar ideeën waar zij de komende tijd mee verder kan en kennelijk heeft zij daar zin in. Ik zie dus uit naar nog meer voorstellen.
Ik zie ook uit naar de voorstellen die niet alleen politiek zijn onderbouwd, maar die ook qua doeltreffendheid en doelmatigheid meer overtuigen. Zij heeft dat eigenlijk toegegeven bij dit voorstel. Ik had de minister eigenlijk willen vragen of zij deze argumentatie niet al te actief wil uitdragen. Dat zou misschien helpen om daar niet te veel verwarring over te laten ontstaan. Ik doe het met een motie die een stuk constructiever is dan die vraag. Die geef ik nu graag aan de voorzitter.
De voorzitter:
Door de leden Ganzevoort, Koffeman, Nooren, Gerkens en Bruijn wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat na vele jaren waarin het collegegeld om budgettaire redenen werd verhoogd het passend kan zijn in tijden van budgettaire ruimte een gedeeltelijke verlaging mogelijk te maken;
overwegende dat de inhoudelijke argumentatie voor het verlagen van het collegegeld voor eerstejaarsstudenten niet overal overtuigend is;
overwegende dat dit wetsvoorstel feitelijk alleen de wettelijke grondslag biedt voor een mogelijke al dan niet gedeeltelijke verlaging van het wettelijk collegegeld en daartoe deze inhoudelijke argumentatie niet nodig heeft;
verzoekt de regering bij de toelichting op toekomstig voor te hangen AMvB's te streven naar op onderzoek gebaseerde argumentaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter G (34911).
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Dat hebben we in ieder geval geprobeerd. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ganzevoort. Ik geef het woord aan mevrouw Martens.