Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 11.10 uur
De heer Knip i (VVD):
Mevrouw de voorzitter. De fractie van de VVD verwelkomt het voorleggen van de goedkeuringswet voor het verdrag met Oekraïne, en van het wetsvoorstel vervolging en berechting MH17. Met het aannemen van deze twee wetten zal een belangrijke stap zijn gezet naar de uiteindelijke berechting en bestraffing van de daders van deze vreselijke misdaad.
Aan de keuze voor vervolging en berechting in Nederland is een zorgvuldig proces van overleg en besluitvorming door de meest betrokken vijf landen voorafgegaan, zodat het besluit ook gezamenlijk door de JIT-landen kon worden genomen. De keuze die voorlag was: vervolging en berechting door een nieuw op te richten tribunaal, of nationale vervolging in en door Nederland. De gang van zaken is ons bekend en hoef ik hier niet te herhalen. Uiteindelijk heeft die ertoe geleid dat de Nederlandse regering de JIT-landen heeft verzocht hun voorkeur kenbaar te maken. Op basis van de voorkeuren, de omstandigheden, het Russische veto, het advies van het OM en na weging van relevante aspecten, heeft de Nederlandse regering eveneens een voorkeur uitgesproken voor nationale vervolging in en door Nederland, ingebed in internationale samenwerking en steun. Hiermee is dus het besluit van de JIT-landen gezamenlijk genomen.
Voorzitter. Ten behoeve van de vervolging en berechting in Nederland, hebben Nederland en Oekraïne een aantal onderwerpen benoemd, waarover in het ter goedkeuring voorliggende bilateraal verdrag afspraken zijn gemaakt. Het gaat hierbij om afspraken op een aantal terreinen: de overdracht van strafvervolging door Oekraïne aan Nederland inzake het neerhalen van vlucht MH17, de mogelijkheid eventuele verdachten te verhoren of te horen via een videoverbinding, en de overdracht van de tenuitvoerlegging van eventueel opgelegde gevangenisstraffen.
Met de overdracht van strafvervolging door Oekraïne, als land waar het neerhalen van vlucht MH17 heeft plaatsgevonden, aan Nederland wordt buiten twijfel gesteld dat de vervolging en berechting in Nederland alle daders kan omvatten, ongeacht hun nationaliteit. Dat was een belangrijke voorwaarde voor Australië en Maleisië voor hun instemming met de gekozen strafprocedures. De Nederlandse inzet is er vanzelfsprekend op gericht dat geïdentificeerde verdachten worden aangehouden, en waar mogelijk aan Nederland worden uitgeleverd. Kan de regering een indicatie geven hoe het ervoor staat met de identificering van de mogelijke schuldigen, zo vraag ik de minister, nu onlangs formeel de stap is genomen de Russische Federatie daadwerkelijk aansprakelijk te stellen?
Voorzitter. Of uitlevering van verdachten zal lukken, moet uiteraard worden afgewacht, zeker als het gaat om verdachten die de Oekraïense of Russische nationaliteit hebben en in hun eigen land verblijven. Waarschijnlijk kunnen ze niet worden uitgeleverd, omdat de Oekraïense, respectievelijk de Russische, grondwet de uitlevering van eigen onderdanen verbiedt. De kans dat deze verdachten zich vrijwillig naar Nederland begeven, zal dus nauwelijks meer dan theoretisch zijn. Daarom is de mogelijkheid van berechting per videoverbinding hier uiterst belangrijk, ja, doorslaggevend voor het uitzicht op effectieve strafprocessen.
In de memorie van toelichting heeft de regering terecht aangegeven dat zij ervan uitgaat dat tijdens de komende processen het horen van zowel getuigen als verdachten per videoverbinding zeer vaak nodig zal zijn. Eerder echter was de Nederlandse regering over berechting per videoverbinding nog erg terughoudend, hetgeen tot uiting is gekomen in eerder afgelegde verklaringen bij de aanvulling van het Europees Verdrag inzake wederzijdse hulp in strafzaken, in 2002 en 2008, alsook bij de EU-rechtshulpovereenkomst in het jaar 2000. Deze verklaringen van de regering hielden in dat in de Nederlandse rechtspraak geen gebruik zou worden gemaakt van de mogelijkheid verdachten per videoconferentie te horen. In de toelichting op dit wetsvoorstel wordt aangegeven dat deze opstelling feitelijk achterhaald is door nieuwe technische ontwikkelingen en rechtsontwikkelingen. In het verdrag met Oekraïne is nu dan ook expliciet de mogelijkheid van videoverhoor voorzien. Toch schrijft de minister dat de regering zich er nog op zal beraden of het handhaven van deze verklaringen bij genoemde rechtshulp nog gewenst is.
Voorzitter. Het komt de VVD-fractie voor dat deze verklaringen onverwijld, ook formeel, dienen te worden ingetrokken. Het in stand laten van deze verouderde verklaringen laat gemakkelijk twijfel ontstaan of de Nederlandse regering zelf wel geheel overtuigd is van de toelaatbaarheid van de inzet van het videomiddel. Dat zou gefundenes Fressen zijn voor elke advocaat die zijn vak verstaat. Laten we vooral niet naïef zijn. Elk foutje, elk beetje mist dat zal blijven hangen, zal door de verdachten en hun raadslieden meedogenloos worden benut om de dans te ontspringen. Mogen wij van de regering spoedig vernemen wat zij gaat doen aan dit risico?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Knip. Ik geef het woord aan de heer Kox.