Verslag van de vergadering van 10 juli 2018 (2017/2018 nr. 38)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 10.07 uur
De heer Van Strien i (PVV):
Voorzitter. Ik ga het een heel stuk korter houden dan de eerste ronde. Ik dank de minister heel hartelijk voor zijn uitgebreide antwoorden. Ik ga niet zeuren over een paar zaken die hij toch nog is vergeten, maar ik constateer wel dat ik de hele wet bizar blijf vinden. Resumerend komt het er eigenlijk op neer dat een aantal Europese landen regeringen hebben waar de politiek prominente top ten minste voor een deel crimineel is. Daar moet kennelijk Europese wetgeving voor komen. De eerste hoofdregel van het euromasochisme zegt dan dat de goeden onder de kwaden moeten lijden. In een poging om de pijn enigszins te verzachten, heb ik twee moties. De eerste heeft betrekking op de acceptatie van PPP's door banken.
De voorzitter:
Door de leden Van Strien, Van der Sluijs, Faber-van de Klashorst, Van Hattem en Peter van Dijk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
kennisgenomen hebbende van het feit dat al twee banken verklaard hebben geen politiek prominente personen, hierna te noemen PPP's, of hun geassocieerden meer aan te nemen als rekeninghouder;
van mening dat er voor alle banken een gelijk speelveld dient te zijn;
verzoekt de regering om banken te verbieden te discrimineren voor PPP's en hun geassocieerden, met dien verstande dat alle PPP's en hun geassocieerden die de wettelijk voorgeschreven informatie aanleveren en niet bewezen frauduleus handelen, door alle banken geaccepteerd dienen te worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter H (34808).
Mevrouw Vos i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb even een korte informatieve vraag. Welke twee banken zijn dat?
De heer Van Strien (PVV):
Het is een dochter van ABN AMRO en een Turkse bank. De tweede motie heeft betrekking op de discussies die ongetwijfeld gaan ontstaan tussen banken en PPP's als cliënten.
De voorzitter:
Door de leden Van Strien, Van der Sluijs, Faber-van de Klashorst, Van Hattem en Peter van Dijk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat Nederland relatief niet zo veel banken telt;
verzoekt de regering om banken bij een discussie en geschil met een politiek prominent persoon, hierna te noemen PPP, of hun geassocieerden over de door de betreffende PPP respectievelijk geassocieerde aan te leveren informatie te verbieden om de betreffende PPP zijn of haar rekening op te zeggen alvorens het geschil volledig is afgehandeld door het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) en ten nadele van de PPP uitvalt, óf voordat officieel is vastgesteld dat de PPP frauduleus gehandeld heeft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (34808).
De heer Van Strien (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Daar laat ik het bij.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Strien. Ik geef het woord aan mevrouw Sent.