Plenair Schalk bij voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 20 november 2018 (2018/2019 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mag ik beginnen met complimenten uit te spreken voor het ministerie van Financiën, dat een enorme rijstebrij aan cijfers en gegevens opnieuw weet terug te brengen tot een handzaam blauw boekje? Ik ga ervan uit dat de bewindslieden hierin hebben gezet wat zij van belang achten en neem het graag ter hand, in de hoop dat de minister en de staatssecretaris even met mij mee willen kijken.

Natuurlijk eerst even naar bladzijde 42. Daar staat warempel mijn politieke partij genoemd: SGP. Bijzonder dank daarvoor. Alleen jammer dat het niet om de Staatkundig Gereformeerde Partij gaat, maar om het Stabiliteits- en Groeipact. In ieder geval een goed moment om mee te nemen wat dé SGP vindt van hét SGP. In hét SGP spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regering niet meer geld uitgeeft dan ze ontvangt. Dat vindt dé SGP een prima uitgangspunt. Kort gezegd: het begrotingstekort mag niet boven de 3% van het bbp komen, en de staatsschuld mag niet meer dan 60% van het bbp bedragen.

Dit saldo is positief, volgens het blauwe boekje een zeldzaam fenomeen, veroorzaakt door het feit dat de overheid meer geld ontvangt dan uitgeeft. Mijn vraag is of dit zeldzame fenomeen niet het primaire uitgangspunt zou moeten zijn.

In het rapport van de Raad van State is te zien dat de lange termijn nog niet op orde is. Er is immers een structureel begrotingstekort. Gebruiken we momenteel niet de incidentele meevallers om structurele problemen op te lossen? Kan de minister ons geruststellen op dit punt?

En waarom niet extra aflossen, bijvoorbeeld een deel van de 1,9 miljard die extra binnenkomt nu de afschaffing dividendbelasting niet doorgaat? De heer Van Kesteren gaf al aan dat dit nu wordt ingezet voor het mkb. Op mijn vraag daarover gaf hij ook aan dat er daarmee een betere balans komt, wat onder andere goed is voor de werkgelegenheid. Dat is op zich wel van belang. Echter, de rentelasten op de staatsschuld worden weliswaar lager, maar niet doordat de staatsschuld lager wordt, maar louter en alleen omdat de rente historisch laag is. Het is toch juist nodig dat de staatsschuld lager wordt, zodat we niet in de val lopen als de rente gaat stijgen of als onverhoopt het economisch tij weer tegen gaat zitten?

Mevrouw de voorzitter. Ik blader even naar een andere pagina van het blauwe boekje, en wel pagina 24. Daar staat een mooi overzichtje met koopkrachtcijfers. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen was de minister van Financiën niet aanwezig, maar ik heb toen gezegd dat de samenleving op alle fronten schreeuwt om gelijke behandeling. Daarbij heb ik gerefereerd aan het CPB-rapport Eenverdieners onder druk. De eerste twee zinnen van de samenvatting in dat rapport luiden: "Het verschil in belastingdruk voor een- en tweeverdieners is sterk opgelopen. De vraag rijst of een verdere stijging wenselijk is met het oog op gelijkheid en doelmatigheid".

Frappant is dat ook de Raad van State dit punt benoemt en zelfs onderbouwt met woorden van gelijke strekking, gekoppeld aan het al dan niet voldoen aan het breed welvaartsbegrip, waar we inmiddels, met dank aan de ChristenUnie en de Partij van de Arbeid, meer en meer aandacht voor krijgen. Is de minister het met de Raad van State eens dat voor eenverdieners dit brede welvaartsbegrip ook geldt? Hoe kan dit worden hersteld? In dit kader is de cruciale vraag: vinden de bewindslieden het huidige onderscheid in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners eerlijk?

Onlangs was in de commissie Financiën aan de orde of aan een toezegging aan de Kamer was voldaan. Die toezegging luidde dat de minister van Financiën het rapport van het CPB zou aanbieden, waarna hij daarover in gesprek zou raken met de fracties, ook die van deze Kamer. Wanneer gaat dat gesprek plaatsvinden?

Mevrouw de voorzitter. Het regeerakkoord stelt dat de koopkracht voor eenverdieners er nu evenveel op vooruitgaat als die voor tweeverdieners. De Miljoenennota spreekt zelfs van een mediane koopkrachtontwikkeling van 1,6% voor de tweeverdiener en 1,7% voor de eenverdiener. Dat klinkt heel mooi en geruststellend, maar de vraag is of dat gerechtvaardigd is. Want waar spreken we nu eigenlijk over als het gaat om de koopkracht? Welnu, in de begroting van Sociale Zaken staat een heldere omschrijving: "Koopkracht geeft aan wat het besteedbaar inkomen is van huishoudens. Dat is het inkomen dat huishoudens nog kunnen uitgeven na het betalen van belastingen en premies en het ontvangen van toeslagen." Oftewel, het gaat om koopkracht na belastingen. En daar gaat het mis! Het betekent dat een eenverdiener er helemaal niet meer op vooruit gaat dan een tweeverdiener.

Het laatste is gemakkelijk aan te tonen met het bekende voorbeeld rond een inkomen van €40.000. Wat is dan de verbetering in koopkracht in harde euro's? Een simpel rekensommetje. Een tweeverdiener met een bruto inkomen van €40.000 betaalt €1.865 aan belastingen en de koopkracht is dan dus €38.135. Bij een koopkrachtontwikkeling van 1,6% is dat €610 koopkrachtverbetering. Een eenverdiener met een bruto inkomen van €40.000 betaalt wel €10.383 aan belastingen en de koopkracht is dan dus €29.617. Bij een koopkrachtontwikkeling van 1,7% is dat slechts €503 koopkrachtverbetering! Netto gaat de tweeverdiener er dus €107 meer op vooruit dan de eenverdiener. Dat is ruim 20% meer daadwerkelijke koopkracht.

Is de minister het met de fractie van de SGP eens dat de werkelijke koopkracht in euro's een ander beeld geeft dan de koopkrachtontwikkeling in percentages? Kan hij een overzicht geven van de werkelijke koopkracht in euro's voor tweeverdieners die fiftyfifty verdienen, voor eenverdieners en voor alleenstaanden, en dan voor de verschillende inkomensgroepen? Als dat vandaag niet mogelijk is, wat ik mij kan voorstellen, kan de staatssecretaris dan toezeggen dat dit overzicht er op korte termijn is, zodat we dat kunnen betrekken bij de behandeling van het Belastingplan?

Mevrouw de voorzitter. Een ander punt van aandacht is de collectieve belastingdruk, bestaande uit het totaal aan belastingen en premieopbrengsten als percentage van het bbp. Beloofd is een lastenverlichting oplopend tot wel 5 miljard, maar het lijkt erop dat we 100 miljoen meer gaan betalen. Klopt het dat we uiteindelijk duurder uit zijn, omdat alle rekeningen omhoog gaan, zoals die voor energie en zorg, nog even los van de btw?

Je moet als burger wel heel wat in huis hebben om het belastingstelsel te doorgronden. De complexiteit van het belastingstelsel zou worden aangepakt, maar dat lijkt niet echt eenvoudig. De ingeslagen route naar een sociale vlaktaks blijkt moeilijk van de grond te komen. Neem een modaal inkomen van €36.000. Vanaf dat bedrag is het marginale belastingtarief 49,25%. Dat was tot nu toe 49,13%, dus het is een verslechtering. Vanaf €70.000 betaal je over elke euro die je meer verdient 57,75%. Het wordt er dus niet goedkoper op, hoewel we met mensen met het laatstgenoemde inkomen geen medelijden hoeven te hebben. Kunnen we niet een stap zetten naar een echte sociale vlaktaks?

Nu we het hebben over de hoge marginale druk, ben ik benieuwd naar het punt dat wij vorig jaar met elkaar bespraken, toen we constateerden dat de marginale druk voor inkomens tussen de €22.000 en €32.000 opliep tot soms wel 168%. Hoe staat het hiermee? Kan de grafiek daarvan geüpdatet worden door de staatsecretaris, zodat we daar bij de behandeling van het Belastingplan over kunnen doorpraten?

Mevrouw de voorzitter. Nog enkele aandachtspunten. Ik ga even naar de pagina's 58 en 59 van het blauwe boekje, en dan specifiek naar het gestelde over het ministerie van Defensie. De fractie van de SGP is het zeer eens met de verhoging die dit kabinet heeft ingezet. Op pagina 59 zien we het effect daarvan via de blauwe stippellijn. Allemaal mooi, maar de stippellijn lijkt al weer naar beneden te gaan in 2021. Dat is zorgelijk, want het is nog veel te weinig als we kijken naar de NAVO-norm. Die gaat immers uit van 2% van het bruto binnenlands product. Op pagina 5 van het handige blauwe boekje is vermeld dat het bbp 812,8 miljard euro bedraagt, dus 2% daarvan betekent dat er ruim 16 miljard nodig is — daar heeft ook Nederland voor getekend — terwijl wij maar 10 miljard aan defensie uitgeven.

Nederland heeft ook ingestemd met de afspraak dat alle NAVO-bondgenoten voor het einde van dit jaar een nationaal plan moeten aanleveren over de wijze waarop zij de komende jaren invulling gaan geven aan de afspraken die gemaakt zijn tijdens de NAVO-top in 2014. Wat is de rol van de minister van Financiën daarin? En wat is de stand van zaken? Wanneer kunnen wij, ook in de Eerste Kamer, dit nationale plan zien en beoordelen?

Mevrouw de voorzitter. Ik heb in 10 minuten slecht enkele pagina's van dit blauwe boekje behandeld. Nu kom ik bij de laatste pagina, en wel letterlijk. Dat is een witte pagina. Vandaag hoop ik daar een paar punten te kunnen noteren, als wensen voor het volgende blauwe boekje. De antwoorden van de regering kunnen mij daarbij helpen. En ik zie daar dan ook naar uit.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Ik geef het woord aan de heer Nagel.

De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. De Miljoenennota 2019 is de eerste die volledig onder verantwoordelijkheid van het kabinet-Rutte III valt en naar 50PLUS hoopt ook de laatste. Wat ons opvalt, is het gegoochel met cijfers en een weersverwachting die volgens het patent van eerdere kabinetten-Rutte juichend op Prinsjesdag naar buiten wordt gebracht en die later, zonder dat men een spier verrekt, naar beneden wordt bijgesteld. We zouden het uit de mond van de minister van Financiën zelf nog eens willen horen: Wat was er in 2017 aan meer koopkracht beloofd? En wat bleek het feitelijk resultaat? Klopte het dat er voorspeld werd dat 90% van alle Nederlanders erop vooruit zouden gaan en klopte het dat ongeveer de helft van de Nederlanders erop achteruit is gegaan? Kan de minister nog eens de juiste cijfers vooraf en achteraf geven? En hetzelfde graag voor 2018 voor zover nu bekend.

Over 2019 is uiteraard nog weinig uit de praktijk te halen, maar handhaaft het kabinet zijn trotse aankondiging dat 96% van de gezinnen er in doorsnee 1,5% op vooruit zullen gaan en dus €500 meer beschikbaar inkomen hebben op jaarbasis? De economische groei, in 2018 en 2019 tussen de 2,5% en 3%, wordt die billijk aan iedereen gelijk toebedeeld? Het Nibud heeft vastgesteld dat de gepensioneerden de afgelopen tien jaar liefst 15% indexatie, en niet minder, is onthouden. Erkent de minister dit cijfer en wat doet hij eraan? Of zegt hij: jammer, maar zo is het nu eenmaal? CDA-woordvoerder Van Kesteren heeft in het debat, net als in de afgelopen jaren, gejammerd over het niet indexeren, maar wanneer er iets moet gebeuren, loopt hij weg. Volgens de peilingen is de helft van de CDA-kiezers al weggelopen, maar die andere helft, die nog wel de neiging heeft op het CDA te stemmen, heeft recht op een duidelijk antwoord.

Wat verder opvalt, is dat de minister, bijvoorbeeld bij de beantwoording van vragen van de Tweede Kamer op 1 oktober, als hij spreekt over de btw-verhoging van 6% naar 9%, wat voor een gemiddeld gezin een lastenverzwaring is van €25 per maand, het heeft over "een klein beetje omhoog" en "het wordt een beetje duurder". Nee, voor mensen met een klein en opnieuw niet-geïndexeerd pensioen is €25 niet een "klein beetje", maar een gevoelige financiële klap. Er is een overeenkomst en een verschil tussen de illusionist Hans Klok en deze eveneens virtuoze minister Hoekstra. Hans Klok weet op het podium de zakken van zijn gasten te rollen zonder dat ze dat in de gaten hebben. Het verschil tussen hem en deze minister is dat de minister openlijk laat zien hoe hij het doet.

Een punt dat bij de Algemene Politieke Beschouwingen in deze Kamer is blijven hangen en doorverwezen werd naar vandaag, is de lagere netto vakantie-uitkering die AOW'ers in 2018 en 2019 voor de kiezen krijgen. Een alleenstaande AOW'er kreeg dit jaar netto €15 minder vakantiegeld, AOW'ers met een partner €22 minder. Ongeveer drie miljoen mensen werden hierdoor getroffen als gevolg van een belastingontwikkeling. Geen echte beleidskwestie maar, zoals de hoofdredacteur van de Geldgids, Van der Heijden, in de Volkskrant schreef, een gevolg van de voortdenderende overheidsmachine. Een pure mechanische handeling, die hij een "blunder" noemt. Op termijn wordt het probleem opgelost door de omschakeling naar minder belastingschijven, maar ook volgend jaar mei zullen AOW'ers minder vakantiegeld krijgen dan in 2017. Kan de regering meedelen om hoeveel euro het netto gaat in mei 2019 en of en hoe dit gecompenseerd kan worden?

Een ander punt is de Belastingdienst. Op vragen van het 50PLUS-Tweede Kamerlid Van Rooijen antwoordde minister Hoekstra dat de problemen bij de Belastingdienst groot, complex en hardnekkig zijn. En in een moment van grote helderziendheid voegde hij hieraan toe: Ik kan niet uitsluiten dat er nog nieuwe problemen zullen zijn. Afgelopen vrijdag berichtte De Telegraaf prominent dat tientallen medewerkers van de fiscus van oplichting worden verdacht. Vijftien medewerkers zouden inmiddels ontslagen zijn en verder lopen er nog twintig onderzoeken. Kan de minister of de staatssecretaris hierover nadere informatie geven en deze berichtgeving bevestigen? Is een dergelijke omvangrijke fraude ooit eerder bij de Belastingdienst voorgekomen en worden de schuldigen gelijk gewone burgers, beboet en eventueel strafrechtelijk vervolgd? Wat vindt de minister van het feit dat de alom erkende puinhoop bij de Belastingdienst is ontstaan en heeft voortgeduurd onder het zevenjarig bewind van een en dezelfde premier?

50PLUS pleit in totaliteit voor een ander beleid. Ik noem nog een paar voorbeelden. Nu brengen AOW'ers elk jaar een groter deel van de AOW op. Gepensioneerden betalen een hoge inkomensafhankelijke zorgpremie. Voor werknemers wordt die betaald. De grote belastingverlaging van 5 miljard is bijna geheel naar de werkenden gegaan en niet over alle Nederlanders eerlijk verdeeld. 50PLUS wil maatregelen en heeft een initiatiefvoorstel ingediend om indexatie van de pensioenen weer mogelijk te maken en de dreigende kortingen eind volgend jaar te voorkomen. Het CDA wordt op zijn wenken bediend. Aan het stelselmatig en jarenlang durende beleid waarbij ouderen er financieel bij inschieten, dient een eind te komen. Maar gevreesd moet worden dat dit alleen kan als er een ander kabinet komt. Bovendien heeft 50PLUS het beste met Europa voor, reden waarom wij een eventuele kandidatuur van premier Rutte voor een post in Brussel van harte zullen steunen.

Tot slot nog een opmerking over dit debat in de Eerste Kamer. De fracties van de coalitie zijn in de senaat niet gebonden aan het regeerakkoord, maar bij alle belangrijke onderwerpen, zoals ook bleek bij het schrappen van het referendum, zijn er kennelijk geen zelfstandig denkende senatoren meer in huis. De Duivesteijnen lijken uitgestorven. Dat maakt deze debatten oninteressant en te vrezen is dat daar pas na maart volgend jaar als de veranderde zetelverdeling in de nieuwe Eerste Kamer bekend wordt, verandering in zal komen.

De voorzitter:

Dank, meneer Nagel. Het woord is aan de heer Ten Hoeve.