Verslag van de vergadering van 20 november 2018 (2018/2019 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.20 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dat is in ieder geval tijd genoeg om een verzuim goed te maken. Ik had de heer Wever nog niet gefeliciteerd met zijn maidenspeech en dat is bij dezen gebeurd.
Ik heb nog twee vragen aan de staatsecretaris en een aan de minister. De staatssecretaris heeft op mijn vraag over de hoge marginale druk aangegeven dat het updaten van de grafiek niet gemakkelijk is voor 2019. Uit zijn antwoord begreep ik dat het wel weer kan in 2020/21. Ik hoop wel op een toelichting op 11 december, als we het Belastingplan bespreken. Volgend jaar kom ik er dan D.V. — Deo volente — wel weer op terug om het overzicht wel te updaten. Maar nu ik deze tabel niet vraag, hoop ik dat hij wel het andere overzicht wil geven, waarover ik gesproken heb met de minister, maar waarvan ik toen heb gezegd: als dat nu niet kan, hoop ik dat het kan voor het Belastingplan. Dat gaat namelijk over de koopkracht. Ik prijs het kabinet voor de pogingen om iedereen te laten meeprofiteren. Voor de positie van een- en tweeverdieners is zelfs gepoogd om te voorkomen dat de kloof verder vergroot zou worden. Mijn stelling dat dit niet helemaal is gelukt is onderbouwd met één voorbeeld, dat niet weerlegd is. Ik doe het verzoek aan de staatssecretaris om ons een overzicht te geven van koopkracht in euro's, zoals in eerste termijn gesteld, voor tweeverdieners die fiftyfifty hetzelfde verdienen als één eenverdiener of een alleenstaande, voor verschillende inkomensgroepen, zodat dit bij het debat op 11 december nog aan de orde kan komen.
Ten aanzien van de overheidsfinanciën vraag ik aan de minister het volgende. Hij is daar positief over en wil de verleiding weerstaan om de staatsschuld versneld terug te brengen dan wel de overheidsfinanciën meer toekomstbestendig te maken. Ik zie een aantal risico's. Ik zou er zo een stuk of tien kunnen noemen, maar daar heb ik geen tijd meer voor in mijn laatste tien seconden. Mevrouw de voorzitter, ik ben geen pessimist maar wel een realist. Daarom de voorzichtige vraag aan de minister: is hij bereid om te bezien of er mogelijkheden zijn om de een en ander nog meer toekomstbestendig te maken en of het versneld verlagen van de staatsschuld in de toekomst toch niet mogelijk is?
Ik wens natuurlijk de bewindslieden van harte Gods zegen toe bij het uitoefenen van hun hoge ambt.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve. Hij heeft ook twee minuten.