Plenair Baay-Timmerman bij behandeling Versnelling woningbouw en facilitering duurzame ontwikkeling



Verslag van de vergadering van 20 mei 2019 (2018/2019 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Baay-Timmerman i (50PLUS):

Voorzitter. De doelstelling van dit wetsvoorstel is een verruiming van de experimenteermogelijkheden van de Crisis- en herstelwet, in afwachting van de Omgevingswet. De vergunningsprocedure voor gemeenten wordt vereenvoudigd via projectuitvoeringsbesluiten. Dat kan voor woningbouwprojecten een mogelijke versnelling opleveren van zo'n zes tot zeven maanden. Gelet op het nijpende tekort aan woningen klinkt dit natuurlijk als muziek in de oren. Niemand kan voorbijgaan aan de woningbehoefte van starters en het tekort aan senioren- en levensloopbestendige woningen op de huidige woningmarkt.

De vraag is echter of met invoering van deze wet daadwerkelijk een realistische planning ontstaat om zowel tijdig als voldoende te voorzien in deze woningbehoefte. Het gaat immers niet alleen om het aantal woningen, maar ook om het juiste type woningen, welke dan ook nog gelegen moeten zijn in de juiste leefomgeving.

Voorzitter. Ik lees in de nota naar aanleiding van het verslag de dato 18 april jongstleden dat de minister weliswaar de provincies oproept om een actieve rol te nemen in de woningbouw, en zelfs te borgen dat de woningbouwprogrammering goed aansluit bij de woningbehoefte, maar dat bij onvoldoende binnenstedelijke mogelijkheden moet worden uitgeweken naar de randen van de stad. Mijn fractie vraagt aan de minister: zijn er überhaupt voldoende binnenstedelijke mogelijkheden om de diversiteit aan woonbehoeften in de grote steden te realiseren?

Het heeft immers geen zin om seniorenwoningen te bouwen in een leefomgeving waar de toekomstige oudere bewoner dusdanig ver verwijderd is van allerlei noodzakelijke voorzieningen, zoals een apotheek, huisartsenpost, winkels voor dagelijkse boodschappen en toegang tot openbaar vervoer. Deze voorzieningen zijn doorslaggevende randvoorwaarden om ouderen ook daadwerkelijk langer zelfstandig thuis te laten blijven wonen. Dat is immers het uitgangspunt van deze regering? Kan de minister mijn fractie verzekeren dat dit wetsvoorstel daadwerkelijk bijdraagt aan het realiseren van woningbouwexperimenten op maat?

Voorzitter. 50PLUS hecht aan het belang van vroegtijdige betrokkenheid van de burger bij planprocessen voor woningbouw, omdat participatie voor meer draagvlak en betere besluitvorming zorgt. Op het eerste gezicht lijkt dit wetsvoorstel juist afbreuk te doen aan het zorgen voor voldoende draagvlak bij lokale volksvertegenwoordiging en burgers. Immers, voor het bij ministeriële regeling toevoegen van nieuwe gebieden en projecten aan reeds bestaande experimenten geldt geen plicht tot voorpublicatie. Experimenten kunnen een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen waarbij van de wet afwijkende regelingen moeten worden getroffen, maar deze afwijkende regels moeten bij voorkeur in tijd en bereik beperkt blijven, gelet op het gelijkheids- en rechtzekerheidsbeginsel en ter rechtsbescherming van de burger.

In de nota naar aanleiding van het verslag, op pagina 2, stelt de minister dat het de verantwoordelijkheid is van het college van B en W om burgers en bedrijven op het juiste moment te betrekken bij een experiment. Wat exact verstaat de minister onder "het juiste moment"?

De minister heeft er alle vertrouwen in dat de verschillende colleges op correcte wijze zullen omgaan met dit juiste moment en adviseert zelfs om bij uitwerking van een gemeentelijk experiment of aanmelding van een project of gebied altijd de gemeenteraad, de burgers en de bedrijven vroegtijdig te betrekken. Ik citeer: "Wel strekt het zowel onder de Omgevingswet als onder de Crisis- en herstelwet ter aanbeveling om de gemeenteraad vroegtijdig in te lichten." Gelet op de nadruk die de minister zelf legt op de betrokkenheid en tijdige inlichting van de gemeenteraad bij experimenten, vraagt mijn fractie zich af waarom ze dit dan niet als een wettelijke verplichting in dit wetsvoorstel opneemt. Graag een toelichting van de minister.

Juist het ontbreken van de plicht tot voorpublicatie staat haaks op de doelstelling van de nog te behandelen Omgevingswet, die als oogmerk heeft om meer inspraak en vroegtijdige betrokkenheid van de burger te bewerkstelligen.

Voorzitter. In de onderliggende stukken bij dit wetsvoorstel is veelvuldig gesteld dat de Crisis- en herstelwet, de Chw, een voorloper dan wel opmaat is naar de Omgevingswet. Maar tevens stelt de minister dat de Chw niet alleen een tussenoplossing is maar vooral bedoeld is om onnodige knelpunten op te lossen. Kan de minister 50PLUS nog eens duidelijk uitleggen welke onnodige knelpunten ze bedoelt?

Mijn fractie is nog niet geheel overtuigd of het wegnemen van al dan niet onnodige knelpunten voldoende rechtvaardiging verschaft om de bevoegdheid tot het nemen van projectuitvoeringsbesluiten te verschuiven van de gemeenteraad naar het college van B en W, ondanks het in de Tweede Kamer aangenomen amendement-Van Eijs, dat in ieder geval de positie van de gemeenteraad in bepaalde gevallen versterkt.

Wij kijken uit naar de beantwoording van de gestelde vragen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Baay. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

De verdere behandeling van de Crisis- en herstelwet zal morgen, dinsdag dus, plaatsvinden.