Verslag van de vergadering van 29 oktober 2019 (2019/2020 nr. 4)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.26 uur
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Natuurlijk allereerst mijn felicitaties aan degenen die een maidenspeech hebben gehouden: de heer Cliteur, de heer Rosenmöller en mevrouw Vos. Ik zie natuurlijk uit naar de nog komende bijdragen van de heer Otten en collega Gerbrandy, die ik daarmee vooraf feliciteer. Natuurlijk ook mijn felicitaties aan staatssecretaris Snel. Ik spreek de wens uit dat hij minstens zo oud mag worden als de SGP, waarvan we vandaag een mooie mijlpaal hebben mogen vieren. Ook daarvoor mijn felicitaties.
Voorzitter, dan de algemene beschouwingen. Wij leven in een welvarend land met goede zorg, toegankelijk onderwijs, volop werkgelegenheid en een hoog niveau van veiligheid. Op wereldschaal is Nederland een kleine delta die economisch bloeit en waar het voor velen onvoorstelbaar goed leven is. Wie even om zich heen kijkt, zal constateren dat er veel is om dankbaar voor te zijn, niet zelfgenoegzaam maar dankbaar, met het volle besef dat rijkdom een verantwoordelijkheid geeft. We voelen allemaal dat dit spannend is. We zien de brexitontwikkelingen en de gevolgen voor de Europese samenwerking en we zien de geopolitieke machtsverhoudingen schuiven.
Daarnaast leeft de grote vraag of de economische groei samen kan gaan met genoeg ruimte voor de natuur, voor biodiversiteit. Kan die samengaan met goed rentmeesterschap van deze aarde? Biedt onze huidige manier van leven, onze cultuur, genoeg verbinding en genoeg solidariteit tussen jong en oud, arm en rijk, gezond en ziek? Wat voor Nederland zullen die kindertjes van Staat over 30 jaar zien?
Vijf trends zijn zichtbaar in de rapportages van het Sociaal en Cultureel Planbureau: vergrijzing, individualisering, verstedelijking, verandering van het klimaat en vermindering van de biodiversiteit. In De sociale staat van Nederland staan ze alle vijf duidelijk onderbouwd. Achter die vijf trends gaat een wereld aan uitdagingen schuil, of het nu gaat om de betaalbaarheid van zorg, de pensioenen, het onderwijs of de aanpak van stikstof, CO2 en het herstel van de natuur.
Voor de zomer heeft dit kabinet met het sluiten van het Klimaatakkoord een goede eerste stap gezet voor één van de grootste uitdagingen van deze tijd: de verandering van het klimaat. We moeten onze ecologische voetafdruk verkleinen en beter zorgen voor de schepping. We leven al te lang op de pof, beïnvloeden het klimaat en maken in een te rap tempo de grondstoffen op die de aarde ons biedt. Het Klimaatakkoord zet belangrijke eerste stappen. Het is de start; nu het vervolg. Wat wil het kabinet in elk geval nog deze periode bereiken? Hoe houdt het het gevoel van urgentie vast om daadwerkelijk de vervuiling van de aarde tegen te gaan? Wat worden de resultaten van de komende kabinetsjaren? Wanneer is de minister-president tevreden? Graag een helder inzicht.
Daarbij gaat het mijn fractie dus niet om de kloppende boekhouding, maar om maatregelen die echt uitmonden in een betere zorg voor de schepping. Het komt er nu namelijk echt op aan om met brede steun in de samenleving concrete stappen te zetten. Hoe bevordert het kabinet deze brede steun? Hoe houdt het kabinet helder welk probleem we nu precies aanpakken, wat daarvoor nodig is, wie dat op moet brengen en zo mogelijk ook wat de maatschappelijke winst is die we boeken?
Wie de SCP-rapportages leest, weet dat de uitdaging niet alleen ligt in het halen van bepaalde wettelijke normen of verdragsnormen. Nee, het begint ermee dat men vertrouwen heeft in de overheid, met duidelijke maatregelen die te dragen zijn door burgers en bedrijven. Hoe zorgt de regering dat het probleem en de oplossing een gedeelde zaak blijven? Welke effecten gaan mensen de komende jaren ervaren? En dan heb ik het niet alleen over de financiële effecten. Ik hoor de minister-president daar graag over.
Voorzitter. Waar het veel minder over gaat, is de trend van de dubbele vergrijzing. Natuurlijk staat dit al jaren in de beleidsstukken, maar de omvang en de gevolgen dringen vervolgens maar beperkt door. Nederland zal in de komende jaren steeds meer ouderen kennen. We gaan qua bevolkingssamenstelling op Japan lijken. Een op de vier inwoners is 65-plus en het aandeel 80-plussers stijgt naar verhouding nog veel harder. Dat vraagt naast een wijze uitvoering van het pensioenakkoord veel en veel meer. Wat voor samenleving willen we over twintig jaar zijn? Is dat een samenleving waar merkbaar en voelbaar is dat we dankbaar zijn voor de generaties die aan dit land bouwden? Wat is daarvoor nodig? En hebben we dat voldoende in beeld? De ChristenUnie wil dat de regering vol inzet op waardig ouder worden, niet alleen in de zorg, niet alleen op de woningmarkt, maar met oog voor de hele samenleving. Vergrijzing heeft ook effect op krapte binnen de arbeidsmarkt, op het onderwijs en de sociale zekerheid, op de tijd, ruimte en waardering die nodig zijn om zorg voor elkaar te dragen. Vergrijzing is dus iets anders dan ouderenbeleid. De fractie van de ChristenUnie vraagt het kabinet om een heldere visie en kabinetsbreed beleid dat daar uiting aan geeft en waar de diverse betrokken ministeries duidelijk in betrokken zijn. Graag een concrete toezegging op dit punt.
Voorzitter. In deze Kamer toetsen we bij nieuwe wetten onder andere of zij in strijd zijn met de Grondwet. Daarbij ligt de focus dan al snel op de klassieke grondrechten, de vrijheden. Dat is een groot en belangrijk goed. De grondrechten die veel minder ter sprake komen, zijn de sociale grondrechten, terwijl dat de grondrechten zijn waar de vraagstukken waar ik het net over had, zich bevinden: het bevorderen van de volkshuisvesting, van de volksgezondheid, van het milieu en van de toegang tot het recht. Die sociale grondrechten zijn niet het zoete suikerlaagje van het overheidsbeleid. Nee, ze vormen een daadwerkelijke stevige aansporing voor de regering in het maken van wetgeving en vervolgens beleid. Dan krijgen deze opdrachten concrete invulling. Bij alle goede woorden over onze Grondwet en wanneer wij noemen dat het een levend document is, zouden we de aansporing die vanuit de sociale grondrechten spreekt, meer mogen benoemen bij de totstandkoming en uitwerking van wetgeving. En we zouden ons daar ook meer rekenschap van mogen geven. Graag een reactie van de minister-president.
Ik noem bijvoorbeeld artikel 18 van de Grondwet. Daar staat: "Ieder kan zich in rechte en in administratief beroep doen bijstaan." In lid 2 staat: "De wet stelt regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen." Nu kan men droog redeneren en zeggen: die wet- en regelgeving is er. Maar inmiddels voeren we al jarenlang de discussie over de gefinancierde rechtsbijstand en is uit vele rapporten gebleken dat een stelselwijziging belangrijk is en een lange adem vraagt, maar niet genoeg is om de nood te lenigen. Ook voor 2020 blijken geen extra middelen vrijgemaakt te zijn. De houdbaarheid van de gefinancierde rechtsbijstand en met name de sociale advocatuur staat nu al te lang te veel onder druk. De fractie van de ChristenUnie wil niet wachten tot het nieuwe stelsel van 2024, waarvan nog niet alle contouren duidelijk zijn. Mensen met een kleine beurs moeten in de tussenliggende jaren goede toegang tot het recht hebben, met juridische bijstand op niveau. Dát is daadwerkelijk toegang tot het recht. Ik vraag het kabinet om eerlijk onder ogen te zien wat daar in de komende jaren voor nodig is en om ook weer on speaking terms te komen met de advocatuur. Als we dit in jaren van hoogconjunctuur niet op kunnen lossen, wanneer dan wel? Graag een antwoord dat deze zaak uit het slop trekt.
Voorzitter. Ik begon deze bijdrage met het vele waarvoor we dankbaar mogen zijn in Nederland.
De heer Cliteur i (FvD):
Ik zou graag een verduidelijking krijgen van mevrouw Bikker op het punt van de grondrechten en de toetsing, met name de toetsing op de sociale grondrechten. We hebben klassieke grondrechten en we hebben sociale grondrechten. Ik vind het een goed idee dat wij aan die sociale grondrechten toetsen als aan directive principals of state policy. Maar dat is toch iets anders dan dat je de rechter in staat moet stellen om daaraan te toetsen. Op het moment dat je dat doet, hol je eigenlijk het budgetrecht van de Kamer uit en laat je rechters allerlei politieke beslissingen nemen die in de politiek thuishoren.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
De heer Cliteur weet nog beter dan ik, gezien zijn eminente staat, dat we een toetsingsverbod hebben, artikel 120 Grondwet. Daar kan je over spreken. De staatscommissie-Remkes doet dat ook en daar heb ik gedachten bij, maar daar gaat het me nu niet om. Het gaat mij erom dat wij een kostbare Grondwet hebben waarvan we de sociale grondrechten eigenlijk amper benoemen op het moment dat er bijvoorbeeld volkshuisvestingbeleid voorligt; we spreken over de zorg en we spreken over zorg voor de arbeidsmarkt. Ik vind dat heel duidelijk uit die grondrechten spreekt wat de opdracht van de overheid is. Het is dan niet aan de rechter om te bepalen hoever die overheid moet gaan, dat staat ook niet in die grondrechten. Maar het is wel aan ons als hoeders van onze constitutie om te zorgen dat die constitutie een levend document blijft.
De voorzitter:
Hervat u uw betoog.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
Ik begon deze bijdrage met het vele waar we dankbaar voor zijn in Nederland en ik denk dat voor ieder van ons de democratische rechtsstaat daarbij bovenaan ons lijstje te vinden is. Tegelijk vinden we ons staatsbestel zo vanzelfsprekend dat er onvoldoende wordt stilgestaan bij de waarde van het onderhoud dat de democratische rechtsstaat nodig heeft. De fractie van de ChristenUnie is verheugd met de extra bijdrage voor de rechtspraak. Dat was hard nodig, want er is achterstallig onderhoud.
Er zijn eveneens middelen aangekondigd voor het tegengaan van ondermijning. De gebeurtenissen in de afgelopen maanden hebben onderstreept hoezeer de zware criminaliteit een positie heeft in Nederland. Wij steunen de regering in haar keiharde aanpak. Nederland mag geen narcostaat zijn. Maar ondertussen is ze wel dé exporteur van synthetische drugs en op te veel plekken worden mensen geconfronteerd met de nare gevolgen van drugscriminaliteit. Dat vraagt om een stevige, veelomvattende en vooral ook structurele inzet. Zowel qua menskracht, als qua financiën zullen we het hier niet met een korte klap kunnen oplossen. Ik krijg uit de begroting echter de indruk dat de extra inzet op ondermijning allemaal incidenteel geld is. De fractie van de ChristenUnie pleit voor een structurele inzet en vraagt aan het kabinet of het dat kan leveren. Wij zien hier graag meer over.
De heer Rosenmöller i (GroenLinks):
Ik vind het een buitengewoon interessant onderdeel van een mooi betoog wat mevrouw Bikker houdt. Mijn vraag is of er met de fractie van de ChristenUnie te spreken is over de suggestie die ik deed om na te denken, juist op dit terrein omdat het zo'n cruciaal onderdeel is van het behoud van de rechtsstaat, over een constantere vorm van financiering voor die organisaties van de rechtsstaat, zoals daar zijn politie, Openbaar Ministerie, rechtspraak en rechtsbijstand.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Allereerst dank voor het compliment. Ja, ik pleit hier nadrukkelijk voor goed onderhoud van onze democratische rechtsstaat. Ik denk dat in het verleden, in de bezuinigingsoperaties die nodig waren, maar al te gemakkelijk is gezegd: we halen één grote kaasschaaf over alle ministeries heen zonder naar de kerntaken van de overheid te kijken. Ik heb het dan over Justitie, maar ook over de Belastingdienst. Er zijn een aantal kerntaken waarin de overheid nimmer mag falen en altijd te vertrouwen moet zijn. Daarover is met mij te praten. Tegelijk zeg ik wel: dit kabinet heeft in tegenstelling tot eerdere kabinetten voor dat herstel wel de portemonnee weer getrokken. Dus: ja, ik wil erover praten en ja, ik wil dat steviger borgen, maar nee, het is geen blanco cheque.
De heer Rosenmöller (GroenLinks):
Dat vraag ik in dit stadium helemaal niet. Het gaat mij echt om het serieuze gesprek. Het is eigenlijk de vraag of je voor dit cruciale onderdeel van de rechtsstaat een vorm van constante financiering kunt borgen opdat je afscheid kunt nemen van wat korpschef Akerboom het jojobeleid noemt.
De voorzitter:
Dat is dezelfde vraag nogmaals. Mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb daar net al van gezegd dat daar zeker met mij over te praten is. Ik kan me dat ook voorstellen na een nieuwe coalitievorming en dat nu wordt onderzocht wat nuttige handvatten zijn waarmee je dat kan inrichten. Nu dus die dingen onderzoeken en dan behouden we samen het goede.
De voorzitter:
Hervat u uw betoog.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Deze miljoenennota ziet op het laatste volledige regeringsjaar van het kabinet-Rutte III. Het is dus ook het jaar waarin het kabinet nog belangrijke stappen kan zetten voor de uitvoering van het regeerakkoord. Ik noem er drie die mijn fractie na aan het hart liggen. Al onder een vorig kabinet bleef de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche in dit huis steken. Sindsdien wachten we op een verbeterde wet en die is heel hard nodig. Dat blijkt ook wel uit de berichten van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel vorige week. Ik heb in het informeel overleg van de staatssecretaris zelf begrepen dat de nieuwe wet, zoals aangekondigd in het regeerakkoord, nu in consultatie is gegaan. Ik vraag het kabinet echt om spoed. Wanneer wilt u deze wet behandeld hebben? De misstanden zijn te groot om weer een nieuwe ronde van verkiezingen en formatie af te wachten. Ik zie het bijna als een erezaak dat we dat in deze kabinetsronde voor elkaar gaan krijgen.
Het regeerakkoord spreekt ook over de brede aanpak van dakloosheid. Heel goed. Maar de cijfers laten een zorgwekkende stijging zien. Het zal van verschillende bewindspersonen stevige inzet vragen om de verschillende onderliggende problemen van schulden, het gebrek aan woningen, werk en goede ondersteuning, aan te pakken. Kan de minister-president toezeggen dat dit kabinetsbreed zal gebeuren?
Voorzitter. Ten derde is er in dit huis en door mijn fractie al veel gesproken over de marginale druk en het verschil tussen een- en tweeverdieners. Wat blijft er nu daadwerkelijk over van een loonsverhoging die iemand ontvangt? De Raad van State spoort het kabinet aan om van de verlaging van de marginale druk echt werk te blijven maken en dit beter inzichtelijk te maken. Wat gaat het kabinet doen met dit heldere advies van de Raad van State, behalve dat het antwoordt dat het er aandacht aan zal blijven schenken? U begrijpt dat mijn fractie op meer hoopt.
Voorzitter. Ik begon deze bijdrage met de vraag of de groei van economie en welvaart samen houdbaar is op de lange termijn. Het stikstofvraagstuk bepaalt ons erbij dat we daar te lang gemakkelijk aan voorbij zijn gegaan. We plukken de vruchten van eerdere keuzes. Het zal tijd vragen en verstandige inzet van maatregelen die daadwerkelijk effect hebben om een oplossing voor deze knoop te vinden, maar ook om daar waar mogelijk onzekerheid te voorkomen. Het maakt helder duidelijk dat bij nieuw beleid niet de macht van de economische vooruitgang, maar de kracht van een gezonde schepping en samenleving voorop moet staan. Juist als we dit land goed en zo mogelijk nog bloeiender door willen geven aan de volgende generaties, is dat de opgave. De fractie van de ChristenUnie bidt daarbij om een zegen van onze goede God voor u, het kabinet en allen in dit land die het goede zoeken.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan geef ik het woord aan de heer Kox.