Plenair Otten bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 november 2019 (2019/2020 nr. 7)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 23.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Ik houd het kort. Het is teleurstellend dat ook vandaag veel vragen weer niet volledig of goed werden beantwoord, net als bij de Algemene Beschouwingen. Je wordt er toch wel een tikje cynisch van als je als volksvertegenwoordiger zo de controle op de regering moet uitoefenen. We hebben gehoord dat er een of ander vaag investeringsfonds komt van vele tientallen miljarden, maar wat er met het geld gaat gebeuren, is nog steeds een raadsel. Maar 50 miljard lenen voor een onduidelijk investeringsfonds is blijkbaar geen enkel probleem voor dit kabinet. Het kost ook niks, want de Staat krijgt immers geld toe en de staatsschuld dreigt te laag te worden.

Voorzitter. Zoals ik in mijn eerste termijn uiteen heb gezet, is het nu tijd voor concrete maatregelen om de koopkrachtslachting van de kabinetten-Rutte snel te repareren voor iedereen. Wij dienen een motie in om de algemene heffingskorting per 1 januari substantieel te verhogen, zodat iedereen er significant in koopkracht op vooruitgaat. Zoals de staatssecretaris zelf aangaf, is dit een effectieve maatregel die ook snel geïmplementeerd kan worden. De dekking hiervoor vinden wij door het bedrag van deze lastenverlaging weg te halen bij het investeringsfonds van Wiebes en Hoekstra en dit fonds met een vergelijkbaar bedrag te verkleinen.

Dan nog tot slot, ten aanzien van de toeslagen. We zien dat het systeem nu helemaal vastloopt. Door de Belastingdienst worden tientallen miljarden aan toeslagen rondgepompt aan 7,5 miljoen mensen. Dat moet toch simpeler en effectiever kunnen, is ons idee. We dienen een motie in om hier een onderzoek naar te starten en de Kamer hierover te laten informeren. Deze motie wordt mede ondersteund door de heer Van Rooijen van 50PLUS en de heer Koffeman van de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

Door de leden Otten, Rookmaker en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de koopkracht van vele werkende en gepensioneerde Nederlanders structureel achterblijft bij de groei van de Nederlandse economie;

constaterende dat een drastische vereenvoudiging van het belastingstelsel dringend gewenst is, zodat deze structureel achterblijvende koopkracht snel en adequaat wordt gerepareerd;

overwegende dat een vereenvoudiging van het fiscale stelsel dringend gewenst is en dat de staatsschuld nu te snel wordt afgelost, zeker bij de huidige negatieve rentes;

verzoekt de regering om in afwachting van een integrale vereenvoudiging van het fiscale stelsel het Belastingplan 2020 zodanig aan te passen dat de algemene heffingskorting per 1 januari 2020 wordt verhoogd van €2.711 naar €3.500,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter Y (35300).

Door de leden Otten, Rookmaker, De Vries, Van Rooijen en Koffeman wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het huidige toeslagenstelsel, dat ontwikkeld is voor een beperkte groep mensen, een enorme vlucht genomen heeft in de afgelopen jaren, hetgeen heeft geresulteerd in enorme bedragen die via de Belastingdienst worden rondgepompt;

constaterende dat dit toeslagensysteem totaal uit de hand gelopen is en leidt tot allerlei ongewenste en ook vaak schrijnende situaties;

constaterende dat het toeslagenstelsel in vele gevallen leidt tot een enorm hoge marginale belastingdruk, die (meer) werken systematisch ontmoedigt;

overwegende dat een drastische vereenvoudiging van het belastingstelsel nu dringend noodzakelijk is;

verzoekt de regering om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een vereenvoudiging van het toeslagensysteem, en de Kamer daarover voor het volgende Belastingplan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter Z (35300).

Dank u wel, meneer Otten. Dan geef ik het woord aan de heer Van Rooijen.