Verslag van de vergadering van 2 december 2019 (2019/2020 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.01 uur
Mevrouw Huizinga-Heringa i (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil allereerst de heer Dessing feliciteren met zijn mooie speech. Voor mij is het ook een maidenspeech; ik hoop er ook wat moois van te maken. Maar het is u in elk geval gelukt.
Voorzitter. Zoals ik al zei: dit is mijn eerste plenaire bijdrage in de Eerste Kamer. Beide Kamers van de Staten-Generaal hebben hun eigen rol. Naar mijn mening is het van groot belang dat wij scherp zijn op de rol die de Eerste Kamer heeft in onze democratie. Wij zullen ervoor moeten waken niet de Tweede Kamer te kopiëren of een verlengstuk te worden van onze Tweede Kamerfracties. Dan doen we onze democratie tekort en maken we onszelf overbodig. Alleen met het zorgvuldig bewaken van de eigen rol van de Eerste Kamer — het toetsen op hoofdlijnen van beleid, op proportionaliteit en de onderlinge samenhang van regeringsplannen — is er complementariteit tussen de beide Kamers en worden de voorstellen van de regering in de volle democratische breedte getoetst. Het onderwerp waarover wij spreken, Herwijnen, was voor mij een goede oefening in het me beperken tot de rol van Eerste Kamerlid.
Voorzitter. De afgelopen maanden hebben wij in de commissie regelmatig gesproken over Herwijnen. Wat aanvankelijk een overzichtelijk onderwerp leek — wel of niet instemmen met een rijkscoördinatieregeling — bleek uiteindelijk een ingewikkelde afweging te zijn. De schriftelijke en mondelinge antwoorden van de staatssecretaris op vragen van de Eerste Kamer vertroebelden haar verzoek eerder dan dat ze het verhelderden. Zo werd niet alleen het nationale belang van het radarstation voor de veiligheid van ons land aangehaald, maar werd ook genoemd dat de gemeente aanvankelijk de plaatsing van de radar wel steunde en dat de grond al gekocht was. Bovendien zou bij het niet plaatsen van de radar in Herwijnen de bouw van een windmolenpark vertraging oplopen. Hoe waar of niet waar deze laatste dingen ook mogen zijn, deze redenen zijn voor mijn fractie geen reden om in te stemmen met het buitenspel zetten van de lokale democratie. Kortom, wij hebben bij dit verzoek van de staatssecretaris een directe heldere onderbouwing gemist.
Bij het wel of niet toestemmen in een RCR is het nationaal belang doorslaggevend. Dat belang moet zo groot en evident zijn dat de lokale democratie ervoor buitenspel gezet kan worden. De afgelopen maanden overziende heeft de staatssecretaris voor ons het belang van een goede radar voor de veiligheid van ons land helder weten te maken. Ook heeft ze duidelijk gemaakt dat het tijdig bouwen van de radar een element van nationale veiligheid is. De staatssecretaris heeft ook goed onderbouwd dat Herwijnen een uitstekende locatie voor een nieuw radarstation is. Maar de staatssecretaris heeft tot nu toe niet onderzocht of Herwijnen de enige goede locatie is waar tijdig een goede radar gebouwd kan worden. Dat lijkt haar aannemelijk, zo parafraseer ik haar woorden. Maar ze heeft het niet onderzocht. Daarop richt zich onze kritiek. Deze kritiek deelt de Tweede Kamer, waardoor de staatssecretaris de Tweede Kamer heeft moeten toezeggen dat zij het locatieonderzoek naar alternatieve locaties dat zij in het kader van de RCR zal doen eerst aan de Tweede Kamer zal voorleggen voordat de Tweede Kamer de uiteindelijke toestemming zal geven om door te gaan met dit proces. Dat is een voorwaardelijke instemming van de Tweede Kamer. Zo lees ik het in ieder geval. Dit is een bijzondere constructie, maar wel tekenend voor het hele ondoorzichtige proces. Klopt deze lezing?
Voorzitter. Mijn fractie is van mening dat wij niet langer moeten wachten met het nemen van een besluit. Het zal niet veel helderder worden. Vanuit de bevolking van Herwijnen horen wij zorgen over de cumulatieve effecten van de eventuele nieuwe radar, gecombineerd met de radar die er al staat. Er is een vraag over de milieucategorie waarbinnen dit radarstation valt. Mag daar überhaupt van afgeweken worden? Er is een rapport boven water gekomen dat een nieuw licht werpt op de gewenste afstand van de bebouwing ten opzichte van de radar. Er is veel onrust. Een goed georganiseerde lokale gemeenschap maakt zich grote zorgen. Als Eerste Kamer kunnen wij deze bevindingen niet onderzoeken en toetsen. Dat is niet onze rol. Maar het is van groot belang dat er duidelijkheid komt en er goede antwoord komen op de vragen die breed in de gemeenschap leven. Binnen de RCR moeten al deze zaken worden onderzocht in een geode, duidelijke en deugdelijke procedure. De vereisten die bij een normale ruimtelijke planningsprocedure gelden, gelden ook hier. Daarom zeg ik met nadruk dat met het starten van de RCR militair radarstation Herwijnen het zeker niet vaststaat dat dit radarstation uiteindelijk ook zal worden gebouwd of in gebruik genomen. Is de staatssecretaris dat met mij eens?
In de communicatie tussen Herwijnen en het ministerie is veel misgegaan en er gaat veel mis. De indruk is bij de bewoners ontstaan dat de staatssecretaris koste wat het kost het radarstation door gaat drukken. Hoe gaat de staatssecretaris gedurende het RCR-proces de bewoners meenemen in het onderzoek? En hoe laat zij zien dat zij hun opmerkingen serieus neemt en deugdelijk onderzoekt? Hier hoor ik graag een helder antwoord op van de staatssecretaris.
Dank u wel.