Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met uit te spreken dat mijn adventsverwachting niet te koppelen is aan het wel of niet meegaan in een wet. Anders heb ik vandaag een probleem.

Het bijzondere van dit debat was dat we tegengestelde zinnetjes kregen. Ik kreeg van de fractie van de Partij voor de Dieren de zinnen mee dat de minister gezegd zou hebben "zonder biomassa redden we het niet", maar dat de Partij voor de Dieren juist zegt: "mét biomassa redden we het niet". Ik was ook getriggerd door ongeveer de eerste zin van de minister vanmiddag. Hij had het toen niet over biomassa, maar hij zei gewoon: "met kolen redden we het niet". Maar ik ben geneigd om te zeggen: pas nou op, want misschien redden we het zonder kolen niet. Oftewel, gaan we niet veel te hard?

Daar heb ik hem natuurlijk ook op bevraagd. De minister heeft daar helder op geantwoord dat hij met de zin "met kolen redden we het niet" doelde op 2050. Dan denk ik bij mezelf: maken we het ons niet extra moeilijk door nu al naar 2030 te kijken? In 2030, dus twintig jaar eerder dan het moment waarop we het niet zouden redden, gaan we al een stop op de kolen zetten.

Voorzitter. We hebben ook gesproken over het draagvlak dat nodig is, niet alleen in beide Kamers, maar ook in het land. Burgers van Nederland krijgen uiteindelijk de rekening gepresenteerd van allerlei percentages. Ik denk dat burgers ook schrikken als ze horen dat we ons duurzaamheidsprobleem dreigen te exporteren naar het buitenland. Ik verwijs naar het debatje dat we daarover hadden naar aanleiding van hetgeen de Raad van State ons heeft voorgehouden. Ik vond de minister daar ook wel weer heel eerlijk. Hij zei op een gegeven moment: ja, dat dat dan in het buitenland leidt tot extra uitstoot, "dat is niet per se netjes". Mijn fractie vindt dat per se niet netjes. Daar zit een redelijk verschil tussen, denk ik.

Voorzitter. Het risico dat we Nederland met deze wet opnieuw diep in de problemen helpen, is in feite zo groot dat mijn fractie deze wet niet kan steunen. Ik heb eigenlijk nog één slotvraag. Als deze wet wel wordt aangenomen, is er dan een situatie of een punt in de tijd denkbaar dat we op enig moment op onze schreden kunnen terugkeren, bijvoorbeeld doordat de internationale situatie daarom vraagt of doordat de energiebehoefte zo groot wordt dat we tot een nieuwe keuze zouden moeten komen?

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Wat moet in de ogen van de heer Schalk de consequentie zijn van zijn opstelling voor het klimaatbeleid? Waar halen we dan die emissiereductie vandaan?

De heer Schalk (SGP):

Ja, dat is een heel goede vraag. Mijn antwoord zal aansluiten bij wat er vandaag al vaker gewisseld is, namelijk dat er een mix moet komen van maatregelen. Voor mij komt de keuze te snel om nu al te zeggen dat we helemaal met kolen moeten stoppen. De minister zegt dat we, als we menen in 2050 op 95% reductie te moeten zitten, het niet meer met kolen gaan halen. Dat begrijp ik heel goed. Maar als wij als enige land zo'n vroeg besluit nemen, dan ben ik bang dat we ons in de problemen werken.

Daar komt nog bij dat wij ons probleem extra hebben versterkt, omdat Europa en de meeste buurlanden uiteindelijk uitgaan van 40% reductie. Wij hebben onze target zelfs op 49% gezet, omdat wij, ook met deze Kamer, een Klimaatwet hebben aanvaard, waar ik overigens niet voor heb gestemd. Dat maakt het heel ingewikkeld. En ik maak me gewoon heel erg zorgen dat we in eenzelfde situatie terechtkomen als we nu hebben meegemaakt met de bouw en met de boeren en dergelijke. Er zitten al mensen te gnuiven, want die weten dat er ergens in de wet een percentage staat dat vermoedelijk onhaalbaar zal zijn. Hoe kan dat ooit teruggepakt worden? Dat is dus mijn probleem. Ik weet niet of ik helemaal geantwoord heb op de vraag, want meneer Vendrik vroeg natuurlijk ook naar de mix. Ik noem ook een onderwerp als kernenergie en thorium. Ik weet natuurlijk dat thorium nog ver in het verschiet ligt. Maar we spreken heel de dag al over 2030 en 2050, dus waarom zouden we wat dat betreft ook niet iets verder kijken dan de komende vijf of tien jaar?

De voorzitter:

De heer Vendrik, tot slot.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dit debat zetten we ook op een ander moment voort. Het is namelijk relevant om ook van de heer Schalk te horen hoe de positie van zijn partij is in dit ongelooflijk belangrijke debat. Hij zegt: zijn we niet te vroeg? Ik verwijs dan maar naar de secretaris-generaal, die gisteren zei dat we bijna te laat zijn en dat we dit vraagstuk al ruim dertig jaar kennen en nog helemaal nergens komen. De heer Schalk begint nu over kernenergie. Daar zijn we ook nog lange tijd mee bezig en dat mag. Maar dan is het ook eerlijk om te zeggen dat die burger, waar de heer Schalk het zojuist over had, die kernenergie ook gaat betalen. Zonder structurele subsidie is kernenergie niet in staat te overleven in een hernieuwbaar gedomineerde energiemarkt. Is dat dan ook de consequentie die de heer Schalk wil trekken?

De heer Schalk (SGP):

Heel goed dat de heer Vendrik daar nog even de nadruk op legt. Uiteindelijk gaan de burgers alles betalen. Zo werkt het nou eenmaal. Met elkaar proberen we in dit land zaken te regelen en voor elkaar te brengen. Ik realiseer me ook dat dat enorme kosten met zich meebrengt. Maar wat we nu aan het doen zijn, brengt misschien ook enorme kosten met zich mee. Die afweging moeten we natuurlijk met elkaar maken.

Als de heer Vendrik bedoelde hoe de SGP in het hele klimaatdebat staat, denk ik dat ik dat niet hoef duidelijk te maken. U weet dat wij uitgaan van een goede schepping, die ons is toevertrouwd en waarin we bouwen en bewaren. En we maken allemaal verschillende keuzes in hoe we daar vorm aan willen geven. Mijn fractie maakt zich zorgen over stappen die misschien onomkeerbaar zijn, maar waarvan we ons over een paar jaar afvragen: hebben we dat nou wel op de goede manier gedaan? Ik hoopte vanmorgen eigenlijk een beetje op uitstel. Er kwamen toen een paar mensen langs die zeiden: moeten we niet een klein beetje uitstellen? Maar goed, we hebben in de loop van het debat gemerkt dat dat niet echt haalbaar is. Maar dat was wat mijn fractie betreft een goede optie geweest.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister.