Verslag van de vergadering van 10 december 2019 (2019/2020 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.49 uur
De heer Crone i (PvdA):
Dank u, voorzitter. Allereerst veel dank aan de staatssecretaris, want als iemand heeft laten zien dat hij veerkracht heeft en flexibel is, en er vandaag zelfs weer heel vrolijk bij zat, dan is het deze staatssecretaris. Dank voor de antwoorden. Behalve de vorm is de inhoud natuurlijk ook belangrijk.
Voorzitter. Ik loop mijn punten af. Ik heb hoofdpunten gemaakt van de lastenverlichting voor het bedrijfsleven en het beëindigen van ons progressieve belastingstelsel. Wat betreft de vennootschapsbelasting heeft de staatssecretaris gezegd: we gaan in augustus natuurlijk nog kijken hoe het zit met de Ruttenorm — laat ik het dan toch maar zo noemen — voor de loonstijging. Kees Vendrik heeft daar ook over gesproken. Ik maak het breder, want ik neem aan dat hij dit punt inderdaad wel zal behandelen en ik neem dat als een serieuze toezegging. Alles wordt natuurlijk in augustus bekeken, maar dit toch wel met een zwaarder accent dan regulier. Het is dus denkbaar dat het niet doorgaat in 2021.
Maar ik maak het breder. Het gaat mij ook om de belastingmix, die in de loop van de jaren is verschoven. Het bedrijfsleven betaalt steeds minder en de burgers, de arbeidslooninkomens, moeten het allemaal wel betalen. Die belastingmix is verschoven. Tegelijkertijd investeren bedrijven hun geld zelf niet. Ze geven geld terug aan de aandeelhouders via dividend en de inkoop van aandelen. Voor mijn fractie blijft, naast de norm van Rutte, overheersend dat we dat gedrag van ondernemingen niet willen belonen door nog eens een extra tariefverlaging te doen. Daarbij zitten de omringende landen nog steeds in de buurt van 25%, en we willen ook niet vooroplopen in de ratrace van de Vpb-tarieven. Dat is een kleine opening om het te herzien in augustus, maar ik hoop daar straks ook iets meer over te horen van de staatssecretaris. Het zou moeten worden ingetrokken.
Er is door de hele Kamer zeer royaal gesproken over de noodzakelijke herziening van het belastingstelsel voor burgers. Ik ga het allemaal niet herhalen, maar ik heb zelf gezegd: we moeten nu out of the box denken. We lossen dit niet meer op binnen het belastingstelsel, of het nou box 4 of 5 wordt of subsidie; alle varianten zijn mogelijk. Het moet out of the box. Volgens mij heeft de staatssecretaris een- en andermaal duidelijk gemaakt dat hij dat ook ziet en steunt, en dat het via Bouwstenen en andere commissies moet worden bekeken. We zullen hem daarin graag steunen. Ikzelf en de rest van de PvdA staan klaar om het nieuwe stelsel te helpen inrichten, om te beginnen al morgen.
Maar die beweging is voor de toekomst. Ik kijk nu naar het huidige pakket. Dat is natuurlijk mijn tweede hoofdpunt: de inkomensverdeling en vooral het zo radicaal verlagen van het toptarief met daarbij tegelijkertijd een verlaging van de grens. Dat betekent dat er een ontzettend scheef inkomensgebouw wordt gecreëerd. Daar kunnen wij als fractie geen verantwoordelijkheid voor nemen. Ik heb de getallen genoemd: 1,4% voor de lage inkomens, 2,6% voor de normale hoge inkomens en nog meer voor de hogere. Bovenal zet dit voor volgende kabinetten de boel op slot, want je gaat het natuurlijk niet allemaal meer zomaar terugveranderen. We kunnen het stelsel wel veranderen, maar tegelijkertijd drukken we het stelsel weer in elkaar en houden we in allerlei opzichten inkomensafhankelijke voorzieningen, waardoor de verhalen over vereenvoudiging voor een deel niet zullen slagen. Dat kan niet anders, tenzij er nog meer inkomensverschillen komen. Naast de Vpb is het inkomensbeleid dat het kabinet voorstelt voor ons dus echt niet goed.
Voorzitter. Dan de vergroening. Ik ben blij met de uitspraak van de staatssecretaris dat we uiteindelijk naar een volgend breed pakket zullen moeten. Wat mij betreft gaat daar volgend jaar het hele belastingpakket over, met als hoofdlijn het oplossen van de klimaatproblemen. Maar daarbij speelt ook als hoofdlijn dat we dan ook de compensaties, de koopkracht, de heffingen, de plussen en de minnen in een goede sociale balans leggen, om draagvlak te houden, maar ook om het eerlijk te verdelen. De staatssecretaris heeft daar volgens mij ook goede dingen over gezegd. Anders krijgen we namelijk boze burgers. Ik kan u vertellen dat de inventor van de term "boze burgers" nu heel gelukkig is als burgemeester in het noorden van het land. Ik heb nu deze taak hier op me genomen. Je krijgt geen boze burgers, want alle burgers snappen dat er iets aan de hand is. Zelfs mijn kinderen zeggen al: het klimaat verandert; dat zien wij al in ons korte leven. Dat ziet dus bijna iedereen, maar iedereen zegt wel: wie betaalt wat? Wat betalen Nederlanders en wat betalen buitenlanders? Wie betaalt binnen Nederland, welke bedrijven niet en welke wel? Dat is een hele politieke discussie, en dat hoort het ook te zijn. Dat is een normale politieke discussie, en die ga ik graag aan. Maar het probleem poetsen we daarmee niet weg.
Voorzitter. In het kader van de vergroening heb ik nog een punt over de afvalimportheffing. De sector blijft benadrukken dat ze die 0,2 megaton op een andere manier willen halen. Daarnaast weten we dat dit vroeg of laat toch wordt afgewenteld. Of er komt minder kringloopontwikkeling, omdat alles naar de afvalverbranders gaat, of het wordt afgewenteld op de burgers. Natuurlijk komen de kosten uiteindelijk altijd ergens neer, zoals de staatssecretaris aangaf. Maar als het via kringloop gaat, kan het nog meevallen. Ik zou dus toch een dringend beroep willen doen op de staatssecretaris om het overleg dat nog gaande is even af te wachten. De tijd om overleg te voeren is heel kort geweest. We kunnen hem altijd nog vragen om dit met een reparatiewet netter te regelen, want dit is een te ruwe en te snelle maatregel die we liever niet hebben. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de glastuinbouw, maar ik zal daar nu niet te veel over zeggen, want ik heb het in eerste termijn ook opgebracht. Ook daarbij gaan we nu te snel door de bocht en drukken we de duurzaamheidsinvesteringen in de glastuinbouw juist over de rand. Dat is niemands bedoeling.
Voorzitter. Ik kom aan het eind. Wat moet ik nou doen? Ik moet mijn fractie adviseren. We gaan van een progressief naar een veel degressiever beeld. Het volgende kabinet wordt op slot gezet met een enorme lastenverzwaring van 4,5 miljard die men moet doorvoeren. Er is ook sprake van een veel te simpel schijvensysteem — we willen geen tweetaks meer — en een beslissing om de Vpb te verlagen in 2021. U begrijpt: met een zodanige verslechtering van het inkomensbeeld denk ik niet dat ik een progressieve partij kan aanbevelen om hiervoor te stemmen. Maar ik wacht nog op wat er gebeurt in tweede termijn.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank, meneer Crone. Dan is het woord aan mevrouw Van Huffelen.