Plenair Van Rooijen bij behandeling Spoedwet aanpak stikstof



Verslag van de vergadering van 17 december 2019 (2019/2020 nr. 14)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 11.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik kom blijkbaar als geroepen na de heer Janssen. Ik zal daar dadelijk op ingaan, maar ik wil eerst mevrouw Prins-Modderaar feliciteren met haar maidenspeech. Dat lijkt mij nog veel belangrijker dan wat zojuist aan de orde was, hoewel dat ook belangrijk is. Mijn gelukwensen. Ik zie uit naar een goede samenwerking. Ik wens de heer Nicolaï alvast — hij is na mij aan het woord — succes met zijn maidenspeech.

Voorzitter. Vandaag behandelen we de Spoedwet aanpak stikstof, waarbij wordt aangetekend dat dit wetsvoorstel al heel wat stof heeft doen opwaaien in de media en in de samenleving. Deze spoedwetgeving is gebaseerd op een tweetal stikstofuitspraken over het Programma Aanpak Stikstof, PAS, van de Raad van State van 29 mei 2019, waarbij werd bepaald dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor toestemming voor activiteiten die extra stikstofuitstoot veroorzaken, zoals wegenaanleg, woningbouw en uitbreiding van veehouderijen. Want op basis van het PAS werd vooruitlopend — dus vooraf — toestemming gegeven voor zojuist genoemde activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor beschermde natuurgebieden, in de veronderstelling dat toekomstige maatregelen positieve effecten zullen hebben voor die gebieden. Dat is in strijd met de Europese Habitatrichtlijn, want die eist dat vooraf vast moet staan dat werkelijk geplande toekomstige maatregelen daadwerkelijk ook resultaat hebben. Kortweg gezegd: omdat het PAS niet voldoet aan de richtlijn mag het ook niet als toestemmingsbasis voor nieuwe activiteiten worden gebruikt.

Voorzitter. Al in de jaren tachtig werd er volop actie gevoerd tegen klimaatverandering. Bomen dreigden bruin of kaal te worden. Dode bossen bij onze buren en dode vissen in Scandinavië. Zure regen kreeg de schuld. Kamerleden gingen in die tijd op werkbezoeken naar de bossen in Duitsland en op de Veluwe. Er werden debatten gevoerd. Er kwam een overheidscampagne met het motto "Stop zure regen". En er waren forse gevolgen voor boeren en automobilisten, en de energie werd duurder. Hoe herkenbaar. 35 jaar later, kampen we met een veel zorgelijker situatie. Volop acties, veel debatten en wederom veel gevolgen voor boeren, de woningbouw, automobilisten en ook voor de energierekening van de burger.

Nu dit jaar ten einde loopt, is het tijd om kort terug te blikken op het afgelopen jaar. Een jaar met ongelofelijk veel aandacht voor het klimaat, voor klimaatverandering, voor klimaatdrammers en voor klimaatontkenners. De klimaatzaak, waarin de uitspraak na cassatie door de Staat overigens aanstaande vrijdag volgt, tezamen met de rechterlijke uitspraken over stikstof, zetten de hele discussie op scherp. Veel burgers van ons land volgen het tempo van de ontwikkelingen, voorstellen en plannen niet, en 50PLUS begrijpt die burgers.

Het is de grootste verandering van deze tijd. Iedereen krijgt ermee te maken en juist daarom is het van belang dat we dit samen doen: jong en oud, arm en rijk, voor- en tegenstanders. Wat 50PLUS betreft moet er meer geïnvesteerd worden in draagvlak en is enige temporisering van belang. Het moet, maar het moet niet morgen of overmorgen. Op naar 2050, stap voor stap, dat is ons devies. Daarmee dringt zich ook de vraag op: wat hebben de partijen die de afgelopen 35 jaar regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen, gedaan? Waar waren ze al die tijd? Waarom is er niet al veel eerder gestart met de noodzakelijke veranderingen? Waarom zijn de burgers niet veel eerder en meer betrokken en voorbereid? We hadden al verder op weg kunnen zijn.

Want, voorzitter, nu voelt het voor veel mensen als een overval, met alle maatschappelijke onrust van dien. Iedereen is ontevreden, iedereen is boos. De een zegt: dit is te weinig. De ander zegt: dit is veel te veel. Protesten op Schiphol dit weekend, vliegveld Eindhoven en ook morgen zijn er weer acties, al zijn — zo heeft de rechter zojuist besloten — blokkades bij distributiecentra niet toegestaan.

Terug naar vandaag, voorzitter. Met enorme haast moeten we de Spoedwet aanpak stikstof behandelen, met als belangrijke reden op korte termijn bouwactiviteiten met een zeer geringe stikstofemissie weer mogelijk te maken. Mijn fractie constateert echter dat de regering sedert november 2018 op de hoogte was van het feit dat de onderbouwing van de PAS niet deugde. Toen al oordeelde het Europees Hof dat een overheid pas nieuwe activiteiten mag toestaan, als vooraf vaststaat dat de gevolgen van de maatregelen, die in de PAS zijn opgenomen, een positieve uitwerking hebben op beschermde natuurgebieden. En wat deed de regering nadien naar aanleiding van die uitspraak? Helemaal niets!

Door volledig stil te zitten is nu de chaos in de samenleving ontstaan zoals we die nu ervaren. Grote, bijna wekelijkse protesten van boeren, een woningmarkt die op slot zit, waardoor de woningbouw — voor senioren, maar ook voor starters — stagneert, met als gevolg nog grotere prijsstijgingen, waardoor woningen onbetaalbaar worden. Faillissementen dreigen voor bouwondernemers en hun toeleveranciers en mogelijk enorme schadeclaims. Langzaam begint het zelfs tot dit kabinet door te dringen dat het met oplossingen moet komen. Vandaar de voorliggende Spoedwet aanpak stikstof.

Maar, voorzitter, wat beoogt deze wet nu precies? Zal deze snel in elkaar gedraaide wet echt voor oplossingen gaan zorgen op de korte termijn? Of is het slechts een in aller haast aangelegd noodverband? Via een kunstmatige constructie — de combinatie van de invoering van een drempelwaarde en een stikstofregistratiesysteem, de zogenaamde stikstofbank, waar de uitstoot wordt bijgehouden — moet er op korte termijn voldoende stikstofruimte komen om woning-, weg- en waterbouw weer op gang te krijgen.

Feitelijk worden administratieve maatregelen gemaakt die wel erg dezelfde kant opgaan als de Programmatische Aanpak Stikstof, waarvan het Europees Hof al heeft vastgesteld dat het niet voldeed aan de Habitatrichtlijn. Niet voor niets heeft de Raad van State al zeer kritische kanttekeningen geplaatst bij maatregelen zoals het introduceren van de stikstofbank en drempelwaarden, en zeker ook bij de combinatie en het gelijktijdige gebruik ervan. Graag een uitgebreide reactie van de minister.

Het mag duidelijk zijn dat de maatregel betreffende het stikstofarm maken van veevoer evenmin grote effecten zal hebben. Daarvoor is de steun van de boeren nodig en moet stikstofarm veevoer ook voorradig en beschikbaar zijn, hetgeen thans niet het geval is. Graag een reactie van de minister. Kan de minister uitgebreid toelichten wat de effecten zijn van de 100 km/u-maatregel? Mijn fractie kijkt uiteraard naar het alsmaar naar voren gebrachte argument van landsbelang, maar moet ook kijken naar de kwaliteit van wetgeving en de uitvoerbaarheid daarvan. Mijn fractie heeft twijfels over de juridische houdbaarheid. Kan de minister hier nader op ingaan?

Voorzitter. Dan wil ik nu aandacht vragen voor het nijpend tekort aan seniorenwoningen als onderdeel van de steeds grotere woningnood in ons land. Mijn fractie wil meer inzicht in welke bouwactiviteiten er gestart kunnen worden met deze wet in de hand. Naar aanleiding van onze vragen geeft de minister in de memorie van antwoord — in het voorlopig nadere verslag, moet ik zeggen — aan dat het gaat om 75.000 woningen in 2020. Ik vraag de minister waar hoeveel woningen van welk type gebouwd worden. Wil zij reageren op uitspraken van de wethouder in Den Haag, die zegt dat zijn gemeente met deze wet niets opschiet? Hij zegt dat er woningen bijvoorbeeld in het oosten van het land gebouwd kunnen worden. 50PLUS wil in het bijzonder aandacht voor de noodzaak van het bouwen van seniorenwoningen. Er is een schrijnend tekort van wel 50.000 tot 100.000 woningen, met alle gevolgen van dien. Als we dat versneld kunnen oplossen, zorgt dat ook voor doorstroming op de woningmarkt en komen er bestaande woningen vrij voor gezinnen en starters. Graag een reactie van de minister.

Kan de minister eens uitgebreid ingaan op artikel 5, lid 5 a? Want de antwoorden van de minister op onze vragen in de nota naar aanleiding van het verslag van gisteravond hebben ons nog niet overtuigd. Wat beoogt de minister als zij zegt: met provincies en gemeenten wordt bezien hoe eventuele criteria van prioritering en reservering in de regeling zelf verankerd kunnen worden? Is de minister hierover al in gesprek met provincies en gemeenten? Graag een antwoord.

Mijn fractie heeft tot slot dan nog de volgende vragen. Kan de minister nader toelichten wat zij bedoelt met nadere consultatie van het maatschappelijk veld over de invulling van criteria? In hoeverre kan en wil het kabinet zelf betrokken zijn bij de keuze van bouwprojecten? En in hoeverre kan de minister bevorderen dat voorrang wordt gegeven aan het bouwen van seniorenwoningen? Dat is voor mijn fractie een essentieel punt. Wat kan de minister toezeggen?

Voorzitter, ik rond af. Op de langere termijn zetten de gedane voorstellen van het kabinet geen groene zoden aan de dijk om het jarenlang negeren van de stikstofproblematiek in de kern aan te pakken. We wachten de beantwoording van de minister met bijzondere belangstelling af.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Nicolaï voor zijn maidenspeech. Maar eerst is er nog een interruptie van de heer Janssen.

De heer Janssen i (SP):

De heer Van Rooijen knikte straks bemoedigend toen ik deze vraag in mijn termijn aan hem stelde. Wil hij nog even terugkomen op de rekenrente en de stikstofproblematiek?

De voorzitter:

Heel kort graag.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Daar hebben we het al zo vaak over dat ik niet elke keer sta te trappelen, maar een voorzet kop ik graag in. Wij hebben natuurlijk nooit een koppeling gemaakt. Bij de Financiële Beschouwingen met minister Hoekstra — u herinnert zich dat — heb ik een motie ingediend om te vragen, ook naar aanleiding van een brief van 40 deskundigen — om onderzoek te doen naar de rekenrentemethodiek en om daarvoor een onderzoekscommissie in te stellen. Die motie is een keer aangepast en ik heb haar twee keer aangehouden. Het kabinet had haar eerst ontraden en een week later, vorige week dinsdag, werd ik in een tweede brief gevraagd om de motie aan te houden. Dat heb ik toen ook gedaan.

Het vervolg zal zijn dat ik de commissie Sociale Zaken vanmiddag zal vragen om de antwoorden die de minister drie maanden nadien heeft gegeven — op 25 pagina's over het pensioenakkoord en de Commissie Parameters — op vragen die wij gesteld hadden, om in de commissie een procedure te openen om in januari vragen te stellen over al die antwoorden die we hebben gekregen. Dan zal ik de commissie ook vragen om in februari een debat in te plannen, op basis van die antwoorden, met minister Koolmees over de antwoorden die we tegen die tijd zullen hebben gehad. Ik verzeker u: daar zal de rekenrentemotie weer aan de orde komen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Nicolaï voor zijn maidenspeech. Althans, mevrouw Faber nog even. Heel kort, want we lopen behoorlijk uit de tijd.

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Ik vind het een beetje een vreemd antwoord van de heer Van Rooijen. Zijn partijleider, Henk Krol, heeft gezegd dat er in ruil voor steun aan de spoedwet wel iets terug moet komen in de senaat en dat dan toch het onderzoek betreffende de rekenrente, een wens van zijn partij, uitgevoerd zal moeten worden. Dus dan rijst bij mij de vraag: spreekt de heer Krol dan onzin, of onze collega Van Rooijen?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb kennisgenomen van die uitspraak. Mijn fractie heeft in deze Kamer een vaste lijn. In het tijdsverloop hebben wij in het debat een motie ingediend die eerst door de regering werd ontraden. Even later werd mij gevraagd om die motie aan te houden, wat ik heb gedaan, waarmee wij dus dat proces in de komende een à twee maanden verder brengen. Wij zullen dus, zoals ik net al aangaf, op basis van de antwoorden die de minister begin februari zal geven op de vragen die de commissie gaat stellen — ik zal dat vanmiddag voorstellen — op dat onderwerp terugkomen. Nog anders gezegd: de rekenrentemotie van november is toen al ingezet en stond toen uiteraard los van het debat dat nog niet eens in de Tweede Kamer aan de orde was.

De voorzitter:

Dan gaan we nu echt door. U kunt in uw tweede termijn ... Mevrouw Faber, dan een heel korte interruptie.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Maar wie spreekt er nu de waarheid, meneer Krol of meneer Van Rooijen?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

In deze Kamer kan slechts de voorzitter van deze fractie daarover het woord voeren. Dat heb ik bij dezen gedaan.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Nicolaï voor zijn maidenspeech.