Verslag van de vergadering van 3 maart 2020 (2019/2020 nr. 22)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.17 uur
De heer Crone i (PvdA):
Dank, voorzitter, en dank aan de minister voor de heldere antwoorden. Ze gaf niet zo'n politieke appreciatie van de switch via acht amendementen in de Tweede Kamer, maar die vrijheid neem ik dan maar. Voor de Omgevingswet zijn we vaak gewaarschuwd: dat was de laatste liberaliseringswet, dat was privatisering en decentralisering. Alles moest naar beneden, vanuit de leuze "alles kan; ja, mits" in plaats van die overheid met al die regeltjes: "niks mag meer; nee, tenzij". Dat is een grote waarschuwing geweest voor mij en mijn fractie, ook in vorige debatten in de Eerste Kamer: is dit niet te vrij en te liberaal in dit kleine landje? Daarom ben ik heel blij dat in de Tweede Kamer deze wet juist weer teruggebracht is naar sturingsmechanismes die noodzakelijk kunnen zijn, en naar regie voeren. Dat zeg ik ook tegen de heer Van Dijk. Want zonder regie kom je er ook niet. Het is trouwens ook in het belang van de investeerders dat er een heldere regie is. We hebben het bij de Geluidswet gezien en we zien het ook hier weer. Private vrijheid heeft namelijk ook grote beperkingen, en niet alleen sociaal, want je vastgoed wordt ook veel meer waard als je in een goede omgeving zit. Het is bijna gek dat ik dat weer moet zeggen, want het is toch zo vanzelfsprekend.
Maar daarom ben ik heel blij dat die hele Omgevingswet weer een beetje het "normaal" is geworden via het amendement-Ronnes. Ik zou bijna zeggen dat we alweer behoefte hebben aan een rooms-rode coalitie, want PvdA en CDA hebben samen toch een aantal van dit soort dingen rechtgetrokken in de Tweede Kamer. Ik ben daar trots op. En uiteraard mag iedereen meedoen bij rooms-rood, hè; dat is altijd heel mooi.
Mijn politieke appreciatie is dus positief over de Geluidswet en over dit wetsvoorstel. De Natuurwet zien we nog wel. Dat wordt heel ingewikkeld, denk ik. Die ligt ook veel gevoeliger, omdat er daar geen natuurlijk tegenwicht is. Er is letterlijk geen natuurlijk tegenwicht, want de natuur praat niet. Hier zie je wel tegenwicht, en ik heb het idee dat we nu in een goede balans zitten, al zal in de AMvB natuurlijk nog duidelijk moeten worden geconcretiseerd of we nou een wat breder of een wat smaller kostenverhaal krijgen; dat is zonet ook mijn hoofdpunt geweest. Ik zou tegen de investeerders willen zeggen: kies voor een breed kostenverhaal, want de wijken die niet breed zijn, zijn de arme wijken en daar is ook het vastgoed minder waard.
We hadden zonet een debatje over economie. Ricardo zei het al: graan is niet duur omdat grond duur is; grond is veel waard omdat het graan hoog staat, want dat is vruchtbare grond. En zo is het. Als je maar goed investeert, wordt je grond meer waard. Ik zie de heer Van Dijk knikken! Ik zal hem niet meer uitdagen, voorzitter, maar we komen dicht tot elkaar. Als we het in dit land goed overeind houden, blijven we het beste land van de wereld. Ik wil dus een brede invulling van de AMvB. Ja, dat is logisch.
Dan de provincies. Met de heer Rietkerk en de heer Verkerk hebben we bereikt dat er in een onderzoek nog eens goed naar gekeken wordt of de provincies voldoende mogelijkheden hebben om het in hun domein ook te doen. Ik volg de redenering van de minister dat de basis loopt via gemeenten, omdat die er nu eenmaal over gaan. Maar ik volg ook de redenering van de heer Rietkerk dat er al veel regels zijn, en dat er via de nieuwe instructieregels misschien ook wel veel geregeld kan worden. Dan hoeft het dus misschien niet in deze wet, maar kan het misschien wel sneller dan binnen een jaar. Want dat zou ik willen vragen.
Een evaluatie na één, twee jaar is al snel, maar de minister kan misschien ook toezeggen dat ze nu al wat sneller in beeld kan brengen wat er nu al kan, qua wetgeving en qua bestaande regels. Dan kunnen ze namelijk gewoon aan de slag. Uit de evaluatie blijkt dan wel weer of het huidige pakketje groot genoeg is of dat er wat bij moet komen. Ik hoor in kringen van provincies namelijk vooral dat het, omdat de gemeentes dit nu krijgen, net lijkt of zij het niet mogen. Maar misschien heeft de heer Rietkerk gelijk, en is dat helemaal niet waar en kan het allang. Dus het is meer een verheldering en verduidelijking van wat al kan. En dan kunnen provincies bij de aanleg van windmolenparken — ik zou bijna zeggen: en van kerncentrales — ook het goede kostenverhaal houden om de schade van kerncentrales teniet te doen. Nou, dan blijkt dat ze iedere keer te duur zijn, maar dat is dan een andere discussie. Ik ben niet tegen kernenergie, maar het is gewoon te duur.
Voorzitter. Dan mijn laatste punt. Dit hangt natuurlijk allemaal af van de vraag of de gemeentes vroegtijdig het initiatief nemen, en of ze dat ook integraal doen. Dat zegt de minister ook. Doen ze het niet, dan is wetgeving te laat of dan zijn zij te laat. Dat geldt voor de Binckhorst en dat geldt voor al die projecten. Daarom zou ik ook tegen de minister zeggen: als u niet snel genoeg beslist, maar pas in april, dan moet u niet klagen dat anderen in maart nog niks hebben gedaan. Het gaat me dus niet om uw verjaardag. Ik steunde wat de heer Rietkerk zonet ook zei. Je kunt niet van de anderen verwachten dat ze op tijd zijn als de centrale regie er niet is. Ik wens u dus echt een geweldig verjaardagscadeau eind maart, op z'n minst. En hierbij helpt het natuurlijk niet als je politiek verdeeld bent. Het wordt niet makkelijker als je lang wacht. De knopen moeten toch worden doorgehakt. En u heeft ons mee, dus dat helpt toch een heleboel. Ik zou zeggen: een briefje in maart, dan hebben we het niet meer over februari.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crone. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? U wilt vijf minuten voorbereidingstijd, hoor ik. Dan schors ik voor een kort moment, tot 17.30 uur.