Verslag van de vergadering van 12 mei 2020 (2019/2020 nr. 26)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.27 uur
Mevrouw Nanninga i (FvD):
Voorzitter, dank u wel. Als u het mij toestaat, merk ik om te beginnen graag op dat het ondanks de vreselijke aanleiding wel een voorrecht is om dit debat in onze Ridderzaal te mogen voeren. Graag spreek ik namens de fractie van Forum voor Democratie mijn dank uit aan u, aan de Griffie en aan alle medewerkers voor het in deze omstandigheden kunnen laten doorgaan van ons werk. Ook de felicitaties namens onze fractie aan de onderwijswoordvoerder van de VVD, mevrouw Adriaansens, voor haar maidenspeech. Ik zie uit naar debat en samenwerking in de toekomst.
Dan de orde van de dag, de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen. In de legendarische film Life of Brian sluit de antiheld van het verhaal, Brian, zich aan bij een verzetsgroepje tegen de Romeinse bezetting van Judea. Zij zijn niet de enigen. Er is onder andere sprake van the Judean People's Front, the People's Front of Judea en the Popular Front of Judea. Zij zijn meer bezig met hun naam, hun vorm, elkaars clubjes en verschillen, dan met hun doel, namelijk het wegjagen van die dekselse Romeinen. Natuurlijk is dit een karikatuur, maar wel met een kern van waarheid. Wij moeten ons niet verliezen in de vorm en daarin versplinteren en segregeren, maar focussen op de inhoud.
Ons onderwijs dient in de eerste plaats voor de overdracht van kennis en is er voor de vorming van onze jeugd. Uiteraard is er in het onderwijs ruimte voor levensbeschouwing en onderwijsmethoden, maar dat zijn in principe geen doelen op zich. De tafel van zeven en 't kofschip mogen niet naar de achtergrond verdwijnen door educatieve experimenten of orthodoxie, in welke richting dan ook. Forum voor Democratie is van mening dat de voorliggende wet een oplossing is voor een niet-bestaand probleem en dat deze bovendien mogelijk juist problemen zal veroorzaken. Ik zal beide punten graag nader toelichten.
Ons beroemde artikel 23 voorziet naar ons idee al ruimschoots in het stichten van scholen met een bepaalde grondslag. Wij hechten hieraan, maar wij vinden dat verder uitbreiden of verwateren met het toch wat vage begrip "richtingvrij onderwijs" niet noodzakelijk. Er zijn immers ook al scholen met montessorionderwijs, jenaplanonderwijs of antroposofisch onderwijs, en dat zijn geen religieuze stromingen. Of neem experimenten als Iederwijs of de iPadscholen. Van de minister vragen wij dan ook een reflectie op het volgende. Wat zou deze wet naar zijn oordeel of het oordeel van de regering toevoegen aan de al bestaande onderwijsvrijheid?
Daarbij achten wij al te veel experimenten en marktgestuurde onderwijsvragen niet wenselijk. Kinderen en jongeren zijn geen proefkonijnen. Met name niet-religieuze stromingen zijn ook modegevoelig, denk aan New Age en de al eerder genoemde iPadmania. De kinderen en de ouders van de jaren zeventig zullen zich misschien nog de antiautoritaire crèche nog herinneren. Modieuze en dus opkomende en afzwakkende verschijnselen zijn niet goed voor de continuïteit, de duurzaamheid en het draagvlak van bijzonder onderwijs.
En dan de draagvlakmetingen door middel van een marktonderzoek of verklaringen van ouders. Zij zullen in deze wet gedeeltelijk de grondslag voor nieuwe scholen moeten verzorgen. Ten eerste is dit erg dun ijs. Een verklaring is zo getekend, maar in de praktijk zullen veel ouders huiverig zijn om hun kind naar een start-upschool te sturen. Ten tweede is dit model erg vatbaar voor activisme en manipulatie.
En dan, voorzitter, komen we op ons tweede bezwaar tegen deze wet. Wij zijn het van harte eens met de position paper die de Vereniging Openbaar Onderwijs ons allen heeft toegezonden. Zij spreekt daarin haar zorg uit dat deze wet segregatie van kinderen en jongeren in de hand zal werken. Wij vrezen dat we met deze wet nog moeilijker dan nu al het geval is, bedenkelijke tendensen buiten ons onderwijs kunnen houden. Zoals de heer Van Kesteren van de Partij voor de Vrijheid zojuist al noemde, hebben bijvoorbeeld de salafistische en extremistische moslims in dit land steeds meer voeten aan de grond, ook in het onderwijs. Dat houdt in sommige gevallen in dat er anti-Nederlands, anti-integratief onderwijs wordt gegeven.
Zoals bekend is er vanuit onder meer de Golfstaten een grote invloed op extreme anti-integratieve elementen in Nederland, onder meer via geld dat naar moskeeën in Nederlandse wijken gaat. Daarnaast is het totalitaire islamisme, zoals de Turkse president Erdogan voorstaat, ook diepgeworteld in Nederlandse wijken, via onder meer de vele honderden moskeeën van het Turkse ministerie van geloofszaken, Diyanet, dat deze moskeeën beheert.
Welnu, het zal onder de nu voorliggende wet wellicht een koud kunstje worden om vanuit deze marktgestuurde denktrant ouders te werven om zo, nog makkelijker dan nu het geval is, scholen van bedenkelijk allooi op te richten, waar onze jeugd met de rug naar de samenleving wordt gezet. Het drama rond het islamitische Cornelius Haga Lyceum in onze hoofdstad, waar ik woon en in de gemeenteraad zit, laat zien hoe het vrijwel onmogelijk is om een school aan te kunnen pakken of zelfs te sluiten als hij eenmaal is opgericht. De wethouder Onderwijs uit ons vorige college heeft geprobeerd de komst van deze school te verhinderen. De huidige wethouder Onderwijs heeft na ettelijke gevallen van wanbestuur, signalen van radicalisering en grove schofferingen van inspectie en gemeente door het schoolbestuur nog altijd de school niet dicht weten te krijgen. Ook de minister heeft dappere pogingen gewaagd, maar bleek toch min of meer machteloos te staan tegenover deze praktijken. Wij vragen hem dan ook: hoe denkt de minister met het mogelijk in werking treden van deze wet dit soort misstanden te kunnen voorkomen dan wel aan te pakken?
Hier zit mooi een punt in mijn betoog.
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Ik heb een heel simpele vraag. De wet die nu voorligt, geeft toch juist meer mogelijkheden om vooraf op de kwaliteit te toetsen? Juist doordat richting minder bepalend wordt, kunnen groepen minder een beroep doen op hun religieuze grondslag en worden ze eerder getoetst op de kwaliteit. Ik kan me voorstellen dat u daar juist blij mee zou zijn.
Mevrouw Nanninga (FvD):
Dat is een goede vraag. Dank u wel daarvoor. Ik kom daar zo op terug. Maar als u het antwoord in mijn betoog niet bevredigend vindt, zie ik uit naar een vervolginterruptie.
In eerdere bijdragen in dit debat werd de kwaliteitstoetsing vooraf door enkelen geprezen. Hoe ziet de regering deze kwaliteitstoetsing vooraf voor zich? Men kan van tevoren bij de stichting van een school immers makkelijk een sociaal wenselijk verhaaltje ophangen en als de school eenmaal een feit is een heel ander gezicht laten zien en een heel wat mindere kwaliteit leveren. Deze zorg delen wij met de Partij voor de Vrijheid.
Deze wet zal daarnaast naar ons oordeel niet alleen ideologische segregatie in de hand werken, maar ook sociaal-economische. Ik geloof dat echt alle sprekers voor mij die zorg ook aanstipten. Het zou zomaar kunnen dat vooral hoogopgeleide ouders met kennis, kunde en geld zelf scholen zullen oprichten voor gelijkgestemden. Mevrouw Sent van de Partij van de Arbeid uitte deze zorg ook. Dat leidt ook tot meer sociale segregatie naar sociaal-economische klasse. Dat lijkt ons ook niet wenselijk.
Voorzitter. Ons onderwijs is overbelast en ondergewaardeerd. Daarnaast worden heel veel zaken op het onderwijs afgewenteld die eigenlijk meer passen in de zorg of in de opvoeding in de huiselijke sfeer door de ouders. Onze kinderen hebben behoefte aan kennisoverdracht op hoog niveau, een gedegen vorming en een veilig pedagogisch klimaat. Ons Nederlandse stelsel biedt daarbij ons inziens nu al voldoende en misschien zelfs iets te veel ruimte aan levensbeschouwing en diverse al dan niet experimentele onderwijsmethoden. Richtingvrij lijkt ons in dit voorstel te veel op richtingloos. Daar is toch geen behoefte aan? Laten we eerst met elkaar zorgen voor het best mogelijke onderwijs voor onze kinderen, het best mogelijke klimaat voor docenten en geen doos van Pandora aan wetgeving opentrekken terwijl het huidige systeem geen reparatie behoeft maar rust, kwaliteit en stabiliteit.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan verzoek ik de leden van de commissie-OCW om zich na de schorsing met gezwinde spoed te begeven naar de Kelderzaal onder de Ridderzaal, de trap af, voor hun commissievergadering. Ik schors de vergadering voor de duur van een klein uur.