Verslag van de vergadering van 26 mei 2020 (2019/2020 nr. 28)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.14 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Eén ding is voor mij al duidelijk: als ik 's nachts om 3.00 uur wakker wordt gemaakt, dan ga ik het niet over de Participatiewet hebben. Ik neem dan wel iets anders. Ik bewonder de passie van de staatssecretaris, maar ik zou andere keuzen maken.
Voorzitter. De staatssecretaris heeft heel helder aangegeven dat ze op een zeker moment het debat vandaag heel juridisch heeft ingestoken. Dat is begrijpelijk. Daarbij heeft ze ook een paar opmerkingen gemaakt die ter discussie gesteld zouden kunnen worden, ware het niet dat ze af en toe wel een bijzinnetje heeft geplaatst. Zo ging het in het debat bijvoorbeeld over de Hoge Raad, die richting heeft gegeven. Tijdens de interruptiedebatten is dat wat beter gepreciseerd. De Hoge Raad heeft richting gegeven door aan te geven dat de Participatiewet de keuze van de Centrale Raad van Beroep in de weg zou staan. De staatssecretaris heeft ook aangegeven dat de richtinggevende route van de Hoge Raad door de regering zo is geïnterpreteerd, maar de vraag is of dat de enige route is.
Ik begrijp dat het een heel lastige afweging blijft, zeker als je nadenkt over alle aspecten, zowel die van de Centrale Raad van Beroep, die ik in mijn eerste termijn "linksaf" heb genoemd, als die van de Hoge Raad, "rechtsaf". Linksaf heb je het over de zelfstandigheid van mensen, rechtsaf bij de Hoge Raad worden mensen minder zelfstandig. Linksaf, zou je kunnen zeggen, hebben we de ethische kant en de morele kant heel erg benaderd, rechtsaf meer de klinische en de juridische. Linksaf, zou je kunnen zeggen, is actief burgerschap, rechtsaf wordt het passief burgerschap. Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. Je zou het misschien ook anders kunnen duiden en om kunnen draaien, maar zo komt het in ieder geval op mij en op mijn fractie over. Dat maakt het heel ingewikkeld om te kiezen voor de route van de Hoge Raad. Ik heb aangegeven, natuurlijk met een mooi voorbeeld uit een boek, dat je een lange weg kunt kiezen die kort is en een korte weg die lang is. Maar het lijkt er een beetje op dat als we nu voor de korte weg gaan, die dan over een week afgelopen is, het kan zijn dat die doodloopt.
Laten we van de gelegenheid gebruikmaken om voordat er over de wet gestemd moet worden, nog eens te kijken of de Hoge Raad zo meteen inderdaad zo ver kan ingrijpen en of het inderdaad waar is dat op het moment dat dat gebeurt, alle gevallen, ook de gehuwden, ineens een beroep daarop zouden kunnen doen. Misschien kan de staatssecretaris daar zo meteen al op aanhaken of reageren, maar het zijn voor mij in ieder geval nog openstaande vragen.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan mevrouw Stienen.