Plenair Otten bij behandeling Incidentele suppletoire begrotingen EZK Noodpakket banen en economie



Verslag van de vergadering van 6 juli 2020 (2019/2020 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Dank, voorzitter. Ik heb het debat een beetje aanschouwd. Je ziet eigenlijk twee soorten argumenten. Aan de ene kant gaan Nederlanders, als je ergens een bos moet omkappen, elkaar allemaal verbeteren. Men zegt dan: je moet het zo doen, je moet een andere zaag gebruiken en je moet schuin zagen. Men weet allemaal precies hoe het moet. Ze staan als betweters langs de kant om te vertellen hoe het moet. Terwijl aan de andere kant de vraag is, zeker in zo'n crisissituatie: sta ik in het goede bos te hakken? Dat is veel belangrijker.

Van ons hoort u dus geen betweterig geneuzel over een paar miljoen die bij een failliet gegaan bedrijf terecht zijn gekomen. Dat is nou typisch een gevalletje van "waar gehakt wordt, vallen spaanders". Daar hoor je ons niet over, al moet het natuurlijk wel binnen de perken blijven. Dat vinden we een side show, dus die motie van Van der Linden zullen wij om die reden niet steunen.

Wat wij wel willen, is dat de steun aan de goede bedrijven wordt verstrekt. Het wil er bij mij niet in wat minister Wiebes zegt, namelijk "het is de regeling en die voeren we als een kip zonder kop uit". Ook al staat het in de regels, iedereen die enig verstand heeft van het bedrijfsleven en van de manier waarop je dit soort transacties moet doen, kan zien dat je het niet op deze manier moet doen. Dan moet je dat niet gaan doen omdat het in de regeltjes staat. Er moet toch een soort sanity check worden toegepast en daarom vroeg ik ook: wie adviseert de minister bij de uitvoering hiervan? Want er gaan duidelijk dingen echt fundamenteel fout. Die mensen staan in de verkeerde bossen te hakken. Dus er moet iets veranderen, want anders komen we op een hellend vlak en zijn er binnenkort honderden miljoenen verdwenen als sneeuw voor de zon.

Het tweede punt dat ik nog wilde maken, is dat deze coronacrisis nu toch wordt aangegrepen — het is ook al door andere sprekers gememoreerd — om een soort Wiebesfonds via de achterdeur te introduceren. Noodlijdende bedrijven die allerlei problemen hebben, bijvoorbeeld omdat ze slecht gemanaged of gefinancierd zijn, of beide, of omdat ze riskante groeistrategieën volgen, moeten niet nu via zogenaamde noodpakketten overeind gehouden worden, want ze komen helemaal niet door corona in de problemen. Dat is niet hoe het moet en dan moet de markt ook zijn werk kunnen doen. Zeker van een VVD-minister had ik dat ook verwacht. Bedrijven moeten niet allemaal een beetje zielig hier bij het loket van minister Wiebes aankloppen, als ze het zelf niet onder controle hebben. Dat punt wilde ik ook nog even memoreren. Ik hoor daar graag de reactie van de minister op.

De voorzitter:

Is dat het einde van uw tweede termijn?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat was mijn tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Ik sta één interruptie toe, meneer Van der Linden, ga uw gang.

De heer Van der Linden i (FvD):

Mijn eerste vraag is: begrijp ik dat de heer Otten dan tegen dit steunpakket gaat stemmen?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nee, nee, ik ga voor het steunpakket stemmen, maar ik zeg: ga nou niet betweterig op het niveau van micromanagement de heer Koolmees en de heer Wiebes vertellen hoe ze elk proceduretje precies moeten uitvoeren. Dat kunnen ze, denk ik, heel goed zelf. Het gaat ons om de grote lijn, namelijk dat we ervoor zorgen dat er een bepaalde procedure komt bij degenen die die honderden miljoenen uitdelen en dat men dus niet naïef in allerlei gamingspelletjes van handige ondernemers trapt die de regelingen gebruiken, waartoe hun blijkbaar de mogelijkheid wordt geboden. Daar moet een bepaalde sanity check op komen, zoals ik het noem. Er moet even iemand met gezond verstand zeggen: jongens, wat gebeurt hier, moeten we dit wel doen?

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Van der Linden, tweede en laatste in deze interruptie.

De heer Van der Linden (FvD):

Het is dan toch wel opvallend dat de heer Otten voor deze steunpakketten gaat stemmen. Daarin zit de regeling dat de GO-financiering nota bene wordt uitgebreid qua plafondhoogte van 50 miljoen naar 150 miljoen. De uitkering aan Suitsupply waar u flink tegen tekeerging, valt onder de al bestaande regeling.

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Van der Linden?

De heer Van der Linden (FvD):

Mijn vraag is: hoe kunt u hier nou zo'n show maken van die steun, terwijl in deze wet die voorligt het plafond van 50 naar 150 miljoen gaat?

De heer Otten (Fractie-Otten):

We willen dus van de minister een toezegging dat dit met meer gezond verstand wordt uitgevoerd dan nu het geval is. Anders zullen we onze stem heroverwegen. Dus ik ben heel erg benieuwd wat de minister daar zo meteen op te melden heeft.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de leden nog het woord in ... Meneer Vendrik, kort bij de interruptiemicrofoon graag. Ik heb helaas geen tijd voor additionele spreektijd. We lopen nu al twintig minuten achter. Dan had u zich echt eerder moeten inschrijven. U kunt wel bij de interruptiemicrofoon een korte interruptie plaatsen als u wilt.

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Dit gaat wonderlijk, moet ik zeggen.

De voorzitter:

Nee, nee, u hebt zich niet ingeschreven voor dit debat. Ik heb u toch een termijn gegund. Dat is niet volgens het Reglement van Orde. Daardoor lopen we nu uit, dus ik geef u nu de kans om nog een interruptie te plegen. Maar ik wens niet nu het verwijt te krijgen dat ik u tekortdoe. Ga uw gang.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan bespreken we dit op een ander moment.

De voorzitter:

Uitstekend.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik zou twee vragen willen stellen aan de minister van Economische Zaken, als u mij toestaat.

De voorzitter:

Ga uw gang.