Verslag van de vergadering van 6 oktober 2020 (2020/2021 nr. 4)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.16 uur
Mevrouw Nooren i (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de minister en via hem aan de ambtenaren, want die hebben volgens mij hard gewerkt om ons uitgebreid te beantwoorden. Ik dank de minister ook voor zijn geduld om herhaaldelijk dezelfde antwoorden te geven. Ik denk dat het in dit debat best belangrijk is dat de minister probeert breed draagvlak voor deze app te krijgen. In de ogen van de PvdA-fractie heeft het debat gedraaid om twee woorden: vrijwilligheid en vertrouwen. Wat de PvdA-fractie betreft is de vrijwilligheid voldoende aangetoond en heeft de minister herhaaldelijk aangegeven dat deze wet het is en dat hij niet van plan is daarin verder te gaan. Wij zijn ook blij met zijn toezegging dat mensen die onder het bron- en contactonderzoek opgespoord worden, hetzelfde behandeld worden als mensen die via de app worden opgespoord. De minister heeft benadrukt dat in de communicatie die vrijwilligheid elke keer weer naar voren zal komen en herhaald zal worden.
De PvdA-fractie is het overigens eens met de minister wat betreft de adviezen. Als we die allemaal vrijwillig zouden benaderen, dan kunnen we de coronacrisis niet bedwingen. Ik denk dat het een terechte opmerking van de minister is: het zijn adviezen, of richtlijnen, of protocollen. Ik ben blij dat de minister inmiddels in de Wet collectieve preventie het artikel heeft gevonden over verplichtingen moeten opleggen om mensen te isoleren. Het kan alleen als we allemaal ons gedrag aanpassen en adviezen eigenlijk bovenmatig serieus nemen. Ik zeg dat ook om het volgende te voorkomen. Sinds maart werkt mijn dochter op de afdeling interne geneeskunde van Ikazia en moet nu met tegenzin mensen overplaatsen naar Zwolle, omdat ze geen plek meer hebben. Ik moet als bestuurder van Bartiméus nu al ... Half juli is de dagbesteding opgestart en gezien het aantal besmettingen worden mensen gedwongen om wekenlang in hun woning te blijven. Dat gaat om mensen die verstandelijk beperkt of autistisch zijn, om mensen die niks zien en het helemaal niet begrijpen. We doen dit ook om te voorkomen dat dat mogelijk is, want het kan alleen als we het samen doen. Dit is misschien via de minister een oproep aan de rest van Nederland om dat maar vol te houden.
Dan kom ik op het punt van vertrouwen. Volgens mij gaat het daarbij om drie zaken: de overheid, het systeem en elkaar. Ik begin met de overheid. De PvdA-fractie vindt dat de minister alles wat in zijn vermogen ligt doet en moet blijven doen om die aanpak te hanteren. We hebben het vandaag gehad over de testen en over de sneltesten die nodig zijn. Dat wordt wel een cruciaal punt. Ik heb daarover nog één vraag aan de minister. In de schriftelijke beantwoording gaf hij aan: we weten niet zo goed hoe we mensen kunnen overtuigen om thuis te blijven. De minister antwoordde toen dat hij ging nadenken over aanvullende maatregelen. Op dat punt zou ik nog een antwoord willen hebben. Wat kan de minister doen, of wat kunnen we met elkaar doen, om mensen ervan te overtuigen dat thuiswerken echt zin heeft?
Het tweede punt gaat natuurlijk over de testen. Het grootste dilemma bij dit wetsvoorstel is het volgende. Als we het invoeren en er een grotere druk komt van mensen die bellen om getest te worden omdat ze een klacht hebben, hoe voorkomen we dan dat het een averechts effect heeft? Het gaat dus om de spanning tussen het nu invoeren van het wetsvoorstel en het op dit moment nog niet op orde zijn van de testcapaciteit. Daarover zou ik een reflectie van de minister willen hebben.
Dan kom ik op de voorlichting, wat ook een rol van de overheid is. We hebben daarover uitgebreid gewisseld. Ik vind het belangrijk dat de minister aangeeft dat hij doelgroepgerichte communicatie gaat inzetten en meer dan alleen een campagne met partnerstrategie. Ik wil de minister vragen ons daarover ook te rapporteren, en over het bereik. Er wordt een evaluatieonderzoek gedaan en misschien is het mogelijk deze Kamer ook te informeren over de effectiviteit. We zitten hier natuurlijk om de uitvoering van de wet te monitoren.
Ik denk dat er op één punt nog best een stap gezet kan worden. In het debat, met name met de heer Nicolaï, verwees u naar de website van de CoronaMelder. Mevrouw Bredenoord heeft een prachtig idee wat betreft nieuwe digitale mogelijkheden. Ik heb de website maar eens doorgelezen. Heel veel vragen die de heer Nicolaï stelt, staan ook niet op de website. Ik zou de minister toch willen adviseren om onder Q&A, of frequently asked questions, meer antwoorden te laten terugkomen op vragen uit de samenleving. Dat zijn vragen over het feit dat je in driekwart van de gevallen een goede uitslag krijgt, over de 1,5 meter en de vijftien minuten. Ik denk dat het echt helpt als je een website maakt, die de vragen beantwoordt die mensen in hun hoofd hebben en waar je in de app naar verwijst. Ik zou de minister willen vragen om toe te zeggen om nog beter toe te zien op de punten die meneer Nicolaï noemde. Die moeten dus op zijn minst op de website staan en in de app moet heel gericht verwezen worden naar die website.
Dan het systeem. De antwoorden over de privacy waren voor mijn fractie overtuigend. Er zijn nog wel wat knelpuntjes wat betreft Apple, Google en het internationaal samenwerken. Daarvoor sluiten wij ons aan bij een motie die mevrouw Gerkens straks gaat indienen. Er is inderdaad nog een vraag blijven hangen over fout-positief testen en wat dat betekent. Als je een melding krijgt, moet je immers thuisblijven. Ik hoop dat de minister daar een adequaat antwoord op kan geven.
Wij sluiten ons ook volledig aan bij het pleidooi dat mevrouw Bredenoord hield om een bredere verkenning te doen. Ik denk dat het een heel bijzondere stap is die nu gezet wordt met deze app, maar we gaan veel meer met het digitaliseren van de zorg werken. Dan is het heel belangrijk om een referentiekader te ontwikkelen voor deze vorm van opsporing. Of het nu invasief is of niet, dat doet er niet toe: je bent aan het opsporen met een digitaal middel en je verwacht daar gedragsconsequenties bij. Het is heel goed om daar een referentiekader voor te ontwikkelen. Dus ook als het niet mocht lukken, hoop ik dat we dat voor elkaar gaan krijgen. En anders gaan we een motie daarover indienen.
Het laatste punt betreft het vertrouwen in elkaar. Daarvoor kom ik weer terug bij die vrijwilligheid. Volgens mij krijgen we het alleen voor elkaar als we het met elkaar doen. Vertrouwen en vrijwilligheid raken elkaar. Ik hoop dat het ons samen lukt om een volgende stap te zetten om het coronavirus daadwerkelijk in control te krijgen.
Alles overwegende betekent het dat als de antwoorden op deze vragen toereikend zijn, ik mijn fractie zal adviseren om voor dit wetsvoorstel te stemmen, zij het dat het een hoofdelijke stemming is.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nooren. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.