Plenair Otten bij voortzetting behandeling Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 26 oktober 2020 (2020/2021 nr. 6)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Dank, voorzitter. Ik heb me verbaasd vandaag, verbaasd over de dociliteit van velen in dit belangrijke volksvertegenwoordigende orgaan, dat samen met de Tweede Kamer ons Nederlandse parlement vormt. De vicevoorzitter van de Raad van State gaf allerlei ongevraagde adviezen die de rol van deze Eerste Kamer ingrijpend beperken, en velen in deze Eerste Kamer rennen als een stel makke schapen het democratische ravijn in. Onbegrijpelijk. Onze fractie is voor een effectieve aanpak van de coronacrisis. Maar deze spoedwet is dat niet. Dat is het overwoekerde Nederlandse bestuurlijke tuintje een beetje aanharken, maar structureel lost deze spoedwet niets op.

Voorzitter. Zoals ik in de eerste termijn al zei: tijdelijke oplossingen duren het langst. En ik gaf een aantal voorbeelden. Inmiddels werden mij nog vele andere voorbeelden toegestuurd de afgelopen uren, zoals de btw-verhoging in 2012: naar 21% vanwege de crisis, en dat zou tijdelijk zijn, maar is nooit meer teruggedraaid. En ook de Crisis- en herstelwet, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Tijdelijke oplossingen duren het langst, en dat is ook het gevaar van deze spoedwet. Onze fractie is zeer bezorgd over het pad dat ingezet wordt met deze spoedwet, die zwaar inbreuk maakt op onze grondrechten en de democratische invloed van de Eerste Kamer buitenspel zet. Deze gekozen Eerste Kamer laat zichzelf buitenspel zetten, door een niet-gekozen scheidsrechter. "Democratische zelfdestructie" heb ik het genoemd. Anderen hadden heftigere bewoordingen.

Voorzitter. Onze fractie heeft zich buitengewoon gestoord aan de opstelling van minister De Jonge, die de Eerste Kamer maar als een lastig orgaan zag die de zaak alleen maar ophoudt met veel vergadergedoe, terwijl wij heel vaak hebben laten zien snel te kunnen handelen als dat nodig is. Als er iemand het afgelopen halfjaar zijn tijd te veel heeft verdaan met vergaderen in plaats van met daadkracht leiderschap te tonen, dan is dat onzes inziens wel minister Hugo de Jonge. Daarom sprak ik in een interruptie met minister De Jonge over een "halve staatsgreep". Het was helemaal terecht, voorzitter, dat u toen ingreep. Want ik had natuurlijk het begrip "zelfcoup" moeten gebruiken: dat is de correcte juridische situatie waarin de bestaande regering de volksvertegenwoordiging buitenspel zet, en dat is natuurlijk wat hier gewoon eigenlijk gebeurt. Dat is de juiste kwalificatie die ik had moeten gebruiken, dus u stond volledig in uw recht om mij daarin te corrigeren, voorzitter.

Voorzitter. Wij vinden dat dit niet kan en dat de regering hier iets aan moet gaan doen. Na overleg met een aantal andere fracties hebben de heer De Vries en ik onze motie onder letter J aangepast. Die luidt nu als volgt.

De voorzitter:

De motie-Otten c.s. (35526, letter J) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna te noemen: de "spoedwet") verregaande bevoegdheden verstrekt aan de regering, die inbreuk kunnen maken op de grondrechten van burgers;

overwegende dat op grond van artikel 58c van de spoedwet ministeriële regelingen met vergaande gevolgen voor burgers kunnen worden vastgesteld zonder dat de Eerste Kamer daar op relevante wijze bij betrokken wordt;

verzoekt de regering om op korte termijn tot een oplossing te komen waarbij de rol van de Eerste Kamer bij de instemming van de ministeriële regelingen op grond van de spoedwet adequaat wordt gewaarborgd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Otten, De Vries, Janssen, Van Rooijen, Nicolaï en Van Pareren.

Zij krijgt letter M, was letter J (35526).

De motie 35526, letter J wordt hierbij ingetrokken en maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Voorzitter. Ik rond af. Als deze spoedwet in de huidige vorm wordt aangenomen, dan is dat de bijl aan de wortel van het bestaansrecht van deze Eerste Kamer. Mede-Eerste Kamerleden, weet wat u doet. Voor de Eerste Kamer is morgen het motto: it's now or never.

Dank u wel, voorzitter.

De heer Recourt i (PvdA):

Ik heb nog één vraag aan de heer Otten. Als ik het standpunt van zijn fractie goed begrijp, zegt hij: deze wet was helemaal niet nodig, de regering moet aan de slag, niet zo veel vergaderen, gewoon maatregelen nemen en werken.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Correct.

De heer Recourt (PvdA):

Dat betekent doorgaan met de noodwetgeving, waarbij we als Eerste Kamerleden zo goed als niets hebben in te brengen. Vandaag hebben we het over een wet die zowel voor de Tweede als de Eerste Kamer betere democratische controle regelt. Die is nog niet optimaal maar wel beter. Hoe kan de heer Otten dan zo ongelofelijk stellig zijn over dat de nood aan de man is, dat er sprake is van een staatsgreep en weet ik het wat? Zijn eigen standpunt is juist: nog minder controle door de Tweede Kamer.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nee, het probleem is hier niet de wetgeving. Elke oplossing wordt door dit kabinet gezocht in nieuwe wetten, voor de corona-app, voor de spoedwet. Het probleem is een bestuurlijk model dat niet functioneert. Door de covidcrisis komt aan het licht dat dit gepolder, waar wij in Nederland zo goed in zijn en in het verleden best ver mee gekomen zijn, niet meer functioneert in de huidige tijd. Je hebt veel meer daadkracht en slagkracht, om het woord van onze overburen te gebruiken, nodig. Dat is het probleem. Het probleem is niet allerlei vergaande bevoegdheden nu bij het kabinet leggen. Je moet zorgen dat de mensen die het moeten doen, dat kunnen. Als zij het niet kunnen, moet je ze vervangen. Dat is het probleem. Die wetgeving is niet het probleem. Dat is symptoombestrijding. Ik zie dat de heer ... de PvdA-afgevaardigde is gaan zitten, dus ...

De voorzitter:

De heer Recourt is dat.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dank u, voorzitter. Ik neem aan dat hij hier verder in berust. Als er geen andere vragen zijn, rond ik af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de leden nog het woord in tweede termijn? Dat is niet het geval.

Ik kijk even naar de drie ministers. Zij vragen om tien minuten schorsing.