Plenair Schalk bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 3 november 2020 (2020/2021 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Naar aanleiding van het debat dat we zojuist hebben gevoerd met de minister kom ik met een aangepaste motie. De motie die ik nu graag wil indienen, luidt als volgt.

De voorzitter:

De motie-Schalk c.s. (35403, letter I) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU het uitgangspunt hanteert dat Jeruzalem een "heilige" stad is voor de drie monotheïstische religies, waaronder het jodendom;

overwegende dat Nederland conform de motie-Van der Staaij (34775, nr. 44) in VN-verband actief stelling dient te nemen tegen landen die disproportioneel agenderen tegen Israël, en onrechtvaardige resoluties af dient te wijzen;

verzoekt de regering zo veel mogelijk tegen de VN-resoluties te stemmen waarin naar de Tempelberg verwezen wordt met alleen de Arabische naam "al-Haram al-Sharif", en andere EU-landen te stimuleren hetzelfde te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J, was letter I (35403).

De heer Schalk (SGP):

Deze motie is volgens mij nog steeds voldoende ondersteund, voorzitter, maar dat gaat u zo meteen vragen. Met de motie bedoel ik dat in principe in de regel tegen VN-resoluties wordt gestemd. Volgens mij hebben we hiermee de minister de ruimte gegeven om in bijzondere gevallen, als dat nuttig zou kunnen zijn, toch voor zo'n VN-resolutie te stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Wordt de indiening van deze motie voldoende ondersteund? Dat is het geval. Dan maakt deze gewijzigde motie-Van Schalk c.s. deel uit van de beraadslaging, onder 35403, letter J. Ik constateer tevens dat de heer Schalk, mede namens de overige indieners, de eerder ingediende motie 35403, letter I heeft ingetrokken. Die maakt daarmee geen deel meer uit van de beraadslaging.

Dat is dan het einde van de derde termijn, tenzij iemand anders het woord wenst in de derde termijn. De heer Otten wenst het woord in de derde termijn.