Verslag van de vergadering van 17 november 2020 (2020/2021 nr. 10)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.18 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter. In de eerste termijn van de minister ontspon zich een gedachtewisseling over mijn stelling dat de hoge staatsschuld niet kan worden weggestopt onder de verhullende term "herfinancieren". De heer Vendrik sprak mij daarop aan. Vervolgens sprak de heer Van Apeldoorn mij daarop aan. Hij had nog een ander idee, namelijk: niet lenen, maar belasting ophalen. De minister was het volgens mij met mij eens. Het kan niet waar zijn dat hij het ook met de anderen eens was. Voor de helderheid heb ik dus even een hele concrete vraag: gaat de regering, als we weer in een gunstiger economische tijd terechtkomen, de sterk opgelopen staatsschuld terugdringen? Om des tijds wille kreeg ik geen ruimte om te reageren terwijl ik daarop aangesproken werd. Dat is nu rechtgezet. Wat mij betreft kan nu dus mijn tijd ingaan, voorzitter.
De voorzitter:
Uw resterende tijd gaat nu in.
De heer Schalk (SGP):
Dank u wel.
Voorzitter. Ten aanzien van het Groeifonds. De minister wil geen arbiter zijn. Ik vind dat verstandig en logisch. Hij geeft wel aan dat het moet gaan om projecten die vallen onder twee voorwaarden: ze moeten niet structureel zijn en ze moeten niet passen in gewone begrotingen. Ik volg, net als vele anderen, met ingehouden adem het vervolg. Ik stel de vraag die ik ook in mijn eerste termijn heb gesteld: is de minister nog bereid om alsnog halverwege volgend jaar een lijst met projecten door te sturen naar deze Kamer?
Dan ten aanzien van defensie. Ik heb de beantwoording ervaren als een ernstige waarschuwing voor de oplopende geopolitieke spanningen en het tekort aan defensie. De lessen uit het verleden zullen wij met z'n allen moeten trekken. Ik hoop dat dat ook in financiële zin wordt waargemaakt.
Dan heb ik nog een hele eenvoudige vraag over de eenverdieners. Woorden doen ertoe. De staatssecretaris heeft gepleit voor en gezegd dat er gestreefd moet worden naar een evenwichtig belastingbeleid. Dat zijn mooie bespiegelingen, maar ik miste nog het enkelvoudige antwoord op mijn eenvoudige vraag: is het op dit moment eerlijk?
Voorzitter. Ik begrijp dat iedereen vanavond iemand bedanken moet. Ik bedank dus collega Van Ballekom voor het feit dat hij het debat naar een hoger plan heeft getrokken, wel tot het geestelijke level. Ik dank hem daarvoor en voel me extra gesteund om de minister en de staatssecretarissen van harte sterkte en Gods zegen toe te wensen bij hun zware taak.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Otten namens de fractie-Otten.