Verslag van de vergadering van 1 december 2020 (2020/2021 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.24 uur
Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):
Meneer de voorzitter. Het is altijd een groot genoegen om met deze minister te mogen debatteren, omdat hij echt ingaat op argumenten. Ik vind dat heel fijn. Laat me een paar punten noemen. De grootste winst na het debat en de stemming van vandaag is dat we weg zijn van die vermaledijde leningen en dat we de gemeenten weer een regierol, een coördinatierol, hebben gegeven. Dat is de grote winst van deze wet.
Dan kom ik op de taal. Ik begrijp dat we naar B1 moeten gaan. Ik begrijp ook dat mensen dat niet kunnen halen. De minister heeft toegezegd daar maatwerk op te leveren. Prima. In de Tweede Kamer is een motie aangenomen in relatie tot de naturalisatie. Ik vraag de minister of hij in het kabinet met een positieve grondhouding daarop zou kunnen adviseren.
We zijn het niet eens over of het taalonderwijs publiek, privaat of een mix van beide moet zijn. Ik denk altijd nog dat het heel goed belegd zou kunnen worden bij de roc's.
Voorzitter. Dan de positie van gezinsmigranten. In de interruptie gaf de minister het antwoord dat het er niet veel zijn, maar dat het wel 150 miljoen kost. Ik zou graag willen dat de minister in zijn tweede termijn nog eens aangeeft hoe dat precies zit. Ik heb net van mevrouw Nooren de antwoorden gekregen op vragen en ik kwam niet aan die 150 miljoen, maar wellicht ben ik niet goed genoeg in optellen. Ik ben wel blij dat de minister zegt dat hij de gezinsmigranten in elk geval gaat monitoren. Dan kan het altijd nog in een verder verloop aangepast worden. Ik ben gewoon bang dat ze, als ze het geld niet krijgen van de overheid, een lening moeten afsluiten en dan gaan voor de goedkoopste. En dat is niet altijd de beste om het toelatingsexamen te kunnen doen.
Voorzitter. Ik ben blij met de opmerking dat er over de Oost-Europeanen en de associatieburgers een nadere notitie en een nadere stellingname komt.
Ik ben ook blij dat de gemeenten benaderd worden op het terrein van de hogeropgeleiden. Ik zou wel graag willen horen wat die benadering dan precies inhoudt. Krijgen ze daar extra budgetten voor? Hoe gaat de minister dat invullen?
Voorzitter, dat was het. Als deze discussie van vandaag en het stemmen over deze wet ertoe bijdragen dat meer mensen geïntegreerd in onze samenleving zijn, dan ben ik graag bereid een monumentje op te richten voor deze minister.
De voorzitter:
Dat klinkt als een toezegging. Signaleren we hier nou een toezegging van de Kamer aan de minister?
Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Ja, dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.